‘De rek raakt er nu wel uit’
Zorgprofessionals over een jaar COVID-19
Een jaar geleden, aan het begin van de COVID-19-uitbraak, deed Arts en Auto een belrondje langs diverse (para)medici in binnen- en buitenland om ze te vragen naar hun ervaringen. In juni 2020 belden we een aantal van hen nog een keer en begin maart opnieuw. ‘Ik moet met schaamrood op de wangen toegeven dat ik er ineens ook zó klaar mee was.’
Tekst: redactie Arts en Auto
Vorig jaar hoopten we nu wel uit de crisis te zijn, maar dit is al de derde keer dat jullie dit belrondje moeten maken”, zegt Esther Lubbersen, ambulanceverpleegkundige in Harderwijk, begin maart 2021. Zelf is ze nog niet zolang aan het werk na een COVID-19-besmetting waarvan ze goed ziek was en op dit moment nog steeds de naweeën ervaart. “Ik werd op 18 december ziek en mocht op 1 januari mijn kamer uit, maar kon nog helemaal niks, behalve een ommetje maken rond ons huis. Daarna knapte ik langzaam op, maar ik had steeds terugvallen. Ook toen ik weer voorzichtig begon met werken. Na een paar dagen kwamen alle symptomen terug, met uitzondering van de koorts. En nog steeds gebeurt dat af en toe. Bizar, maar je doet er niets aan.
Tijdens mijn werk ben ik met veel COVID-patiënten in aanraking geweest, maar ik maakte me eigenlijk nooit veel zorgen over mezelf. Ik nam alle voorzorgsmaatregelen in acht. Uiteindelijk raakte ik toch besmet, via een collega die eerder met een positieve collega had gewerkt, maar zelf geen klachten had en dus mocht werken. Want voor ons geldt niet dat we vijf dagen binnen moeten blijven als we contact hadden met een besmet persoon. In de ambulance had mijn collega een FFP2-mondneusmasker op, maar daarbuiten niet steeds en toen hij in onze nachtdienst ineens begon te hoesten, dacht ik direct: ‘Dit is corona en nu krijg ik het ook’. Dat bleek zo te zijn. Het was vlak voor mijn eerste vaccinatie en die ging dus niet door. Helaas had mijn werkgever, ook tot eigen spijt en schaamte, geen vaccinaties geregeld voor de bezemgroep. Dus ik kwam op de wachtlijst en ben onlangs pas gevaccineerd. Dat was nodig, omdat mijn bloed zwak-positief bleek op antistoffen.
Esther Lubbersen: ‘Met het winterse weer werd ik gewoon blij van een gebroken enkel’
Net voor ik gevaccineerd werd, hadden we een bijzondere casus. We waren bij een patiënte zonder verdenking op COVID; ze had geen koorts volgens de melding. Dan sta je daar dus binnen met een FFP1-mondneusmasker. Ik vond mevrouw erg ziek en mat voor de zekerheid toch haar temperatuur: hoge koorts. Ondertussen komt haar echtgenoot de kamer in en valt voor onze voeten neer: óók doodziek. Direct een tweede ambulance besteld en aangegeven dat ze in COVID-bescherming moesten komen. Beide patiënten zijn naar het ziekenhuis vervoerd en bleken daar positief. De vrouw overleed enkele dagen later.
Inmiddels is de rek er wel aardig uit bij ons. Je bent gewoon blij dat je naast COVID-patiënten ook weer andere patiënten in de wagen hebt. Want dat is heel anders dan in de eerste golf, toen leken andere klachten ineens verdwenen. Nu zien we alles weer. En het klinkt heel gek, maar met het winterse weer werd ik gewoon blij van een gebroken enkel ten gevolge van een valpartij op het ijs. Want in dat weekend leek alles weer een beetje normaal en daar snakken we allemaal naar.”
Tijdens de eerste golf hadden Willem Veerman, huisarts in Nijverdal en voorzitter (a.i) van Vereniging VvAA en zijn collega’s geluk, want grote aantallen COVID-patiënten waren er in de omgeving niet. Men had zorgen over wat oudere patiënten in de verpleeg- en verzorgingshuizen en moest aanpassingen doen in de praktijk, maar dat was het ook wel. Niets vergeleken met de collega’s in Noord-Brabant, vertelde Veerman toen. Maar in de tweede golf kleurde Twente alsnog dieprood.
“Gelukkig hadden we tijd om ons schrap te zetten en alles zo goed mogelijk te regelen”, zegt Veerman. “Dus ondanks het feit dat de druk enorm werd, heb ik hier in de omgeving eigenlijk geen paniek ervaren. Ook in onze ziekenhuizen was het heftig, maar bleef het allemaal net te doen. Toch was het voor velen loodzwaar en bij de thuiszorg in de regio is de werkdruk nog steeds zeer hoog.
Willem Veerman: ‘We zien in toenemende mate veel COVID-gerelateerde problemen; eenzaamheid, zorgen en stress’
Op dit moment is het hier relatief rustig. We ervaren wel een derde golf, maar het is tot nu toe een kleintje. Ons spreekuur is nog goed te doen en verreweg de meeste COVID-patiënten uit de praktijk rollen zonder kleerscheuren door de infectie heen. Ik maak me wel zorgen over de reguliere zorg en over de groep ex-COVID-patiënten met langdurig postvirale klachten. Daarnaast zien we in toenemende mate veel COVID-gerelateerde problemen: jongeren van wie de stage niet doorgaat, eenzaamheid, zorgen en stress. Relatief veel psychosomatische klachten dus. Mensen zijn aan het einde van hun Latijn. Met schaamrood op de wangen (want ik heb werk, huis, geen zieken om me heen) merkte ik afgelopen weekend bij mezelf ineens dat ik er ook zó klaar mee was. Gelukkig mogen we er vanaf nu van uitgaan dat we steeds meer effect zullen zien van het vaccineren. Ik hoop dan ook dat we binnenkort geleidelijk aan het gewone leven weer kunnen oppakken.”
“Ik zou bijna willen zeggen dat COVID-19 inmiddels geïntegreerd is in de dagelijkse praktijk van de normale zorg op de spoedeisende hulp, vertelt Pol Stuart (44), SEH-arts en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) in regio Rijnmond. “Wij zijn bij de tweede golf niet meer buiten onze muren geweest, terwijl we bij de eerste golf enorm opschaalden met grote tenten voor de deur en extra CT-scanners. Dat was niet meer nodig. Als de SEH een patiënt op tijd, oneerbiedig gezegd, kwijt kan, dan hebben wij een heel hoge ‘verwerkingscapaciteit’.
Lessons learned, want tijdens de tweede golf van de pandemie ging de opschaling van de kliniek hand in hand met de afschaling van de reguliere zorg. De COVID-zorg in het ziekenhuis kon snel opschalen waardoor op de SEH een goede doorstroming ontstond.
Pol Stuart: ‘Gelukkig neemt door de vaccinaties en de nadere zomer de verwachting dat we naar code zwart gaan af’
Wat me op persoonlijk vlak heeft geraakt, is hoe sommige patiënten afscheid moesten nemen van hun familie. We zien natuurlijk veel pijn en verdriet in ons werk, maar dit was nieuw. Het is indringend wat je van dichtbij hoort en ziet van mensen die alleen liggen en dan telefonisch aan de geliefden melden dat ze gaan slapen aan de beademing. En dat dat dan het laatste moment ‘samen’ was.
Op dit moment bereiden we ons voor op fase drie, code zwart. Op het donkerste scenario waarbij de zorg stopt omdat het vol is. Uiteraard is het een theoretische exercitie, maar het is toch wel iets dat je in Nederland niet voor mogelijk had gehouden. Gelukkig neemt door de vaccinaties en de naderende zomer de verwachting af dat dit er daadwerkelijk van kan komen.”
Nog altijd doet dierenarts Henk Jan Ormel zijn werk als veterinair adviseur voor de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) veelal vanuit zijn appartement in Rome, waar op het moment van spreken alle winkels en restaurants open zijn tot 18.00 uur. In Italië wordt op basis van drie niveaus (geel, oranje, rood) bepaald welke maatregelen waar gelden; inwoners mogen niet naar andere provincies reizen. “Het beleid is streng, maar overzichtelijk”, zegt Ormel. “Iedereen weet waar hij aan toe is en wat de consequenties zijn als een regio van ‘kleur’ verandert. Mensen zijn hier wat minder opstandig dan in Nederland; men begrijpt dat iedereen zijn best doet om de pandemie te bestrijden.”
Henk Jan Ormel: ‘Mensen zijn hier in Italië wat minder opstandig dan in Nederland’
Ondertussen doet Ormel zijn best om een volgende pandemie te voorkomen. Op het gebied van One Health werkt hij namens de FAO samen met de wereldgezondheidsorganisaties voor mens (WHO) en dier (OIE) in de zogenaamde ‘Tripartite’. “Dat doen we al jaren, maar het staat nu in het brandpunt van de belangstelling. En waar onze focus de afgelopen jaren lag op antibioticumresistentie, zijn we nu vooral bezig met het opzetten van een global architecture voor One Health.”
Op weg naar dat doel zal het VN-Milieuprogramma (UNEP) in 2021 toetreden tot de Tripartite, die daarmee de ‘Quadripartite’ zal gaan heten. “Met deze toetreding beslaat de samenwerking echt het hele One Health-spectrum van mens, dier en milieu. Er zijn inmiddels veel landen, groepen van landen en universiteiten die One Health-initiatieven nemen. Dat is mooi, daar zijn we blij mee, maar we zien ook duplicatie en competitie, terwijl het natuurlijk veel beter is om samen te werken. De Quadripartite zal daarom het voortouw nemen in het coördineren van een globale intersectorale aanpak.”
Als regelmatig pendelaar tussen Frankrijk en Nederland ervoer waarnemend huisarts Céleste Schoenmakers-Smits (54) het afgelopen jaar aan den lijve de nationale verschillen in beleving en aanpak van de pandemie. De in 2010 naar de Ardèche geëmigreerde huisarts reist nog vier keer per jaar naar Nederland, om daar een dag of tien waar te nemen voor haar Brabantse oud-collega’s.
Tijdens haar meest recente verblijf – eind januari van dit jaar – bleek Schoenmakers als enige van de huisartsen al gevaccineerd. “Frankrijk liep toen nog een week of vier voor op Nederland”, vertelt ze wanneer de redactie haar op 8 maart telefonisch spreekt. “Maar inmiddels is Frankrijk die aanvankelijke voorsprong op Nederland wel weer kwijt. Volgens mij nemen we nu in Europa een middenpositie in, of bungelen we zelfs achteraan.” Die terugval verbaast haar niet echt. “Het vaccineren is sowieso natuurlijk een zeer complexe en ingewikkelde logistieke operatie. Een extra complicerende factor is dat in Frankrijk zowel prefecten (hoofd bestuurlijk gewest, red.) als huisartsen namenlijsten aandragen voor de vaccinatiecentra. Nu komen daar ook nog eens oproepen van ziektekostenverzekeraars aan hun doelgroep bij, en binnenkort mogen ook apothekers en verloskundigen gaan vaccineren.”
Schoenmakers vertelt dat het leven in Frankrijk, vergeleken met Nederland, al wat meer genormaliseerd is, na een tweede lockdown tussen eind oktober en medio december. “Die tweede was net zo strikt als de lockdown in het voorjaar, met als enige verschil dat de scholen voor jongere kinderen in het najaar open mochten, en oudere kinderen om de week weer naar het Lycée gingen. Dankzij die strenge aanpak konden winkels half december weer open. Dat zijn ze nu nog steeds, alleen de echt grote winkelcentra zijn nog gesloten.”
Céleste Schoenmakers-Smits: ’Dankzij de strenge aanpak konden ier in Frankrijk de winkels half december weer open’
Zelf was ze nét aan het waarnemen in Nederland toen in ons land de avondklok inging. “In Frankrijk hebben we sinds half december een avondklok tussen zes uur ’s avonds en zes uur ’s morgens. Hoe in Nederland eindeloos werd gebakkeleid over een half uurtje eerder of later, dat was wel bijzonder om te zien.”
Niet alleen de Franse avondkloktijden zijn strikter, ook het mondkapjesbeleid verschilt. “Hier word je ook op de openbare weg geacht een mondkapje te dragen. Dus als ik in het bos wandel, moet ik eigenlijk een mondkapje op, wat natuurlijk onlogisch is. Je ziet dan ook geregeld Fransen met een mondkapje dat onder de kin hangt zolang er geen politie te bekennen is.”
Hoewel het aantal consulten in de praktijk in Vallon Pont d’Arc nog steeds niet op het pre-pandemieniveau ligt (‘waar dat aan ligt, blijft gissen’), heeft Schoenmakers genoeg op haar bordje. Naast de gewone consulten vaccineert ze als huisarts in de praktijk de groep die voor het AstraZeneca-vaccin in aanmerking komt (half maart tijdelijk stilgelegd, red). “En huisartsen bemannen samen met verpleegkundigen uit de streek de vaccinatiecentra voor de andere vaccins. Want zoiets als een GGD is hier niet.”
Terugblikkend op het COVID-jaar moeten haar diverse zaken van het hart. “Als je één Europa wilt, moet je samen afspraken maken en regels opstellen. Nu hanteert ieder land zijn eigen reisadviezen; adviezen die vaak verre van logisch zijn. Ieder doet zijn eigen ding, het zijn besluiten die vooral zijn gebaseerd op politiek. Rondom het vaccineren zie je bijna overal een gebrek aan coördinatie en logistieke kennis. Waarom is het leger vanwege zijn expertise op dat gebied niet ingeschakeld? En ik zou graag willen weten wélke populatie de ic-bedden bezet houdt. Dat ouderen in de verpleeghuizen voorrang kregen, is in mijn ogen onlogisch. Die belanden immers niet op de ic, dus door deze groep als eerste te vaccineren, ontlast je de zorg niet.”
MDL-arts en internist Michiel van Nieuwenhoven uit Örebro in Zweden laat weten dat het met hem en zijn gezin nog steeds goed gaat. Zowel zijn vrouw (huisarts) als Van Nieuwenhoven zelf zijn recent gevaccineerd met het AstraZeneca-vaccin: “Dat is niet heel erg vanzelfsprekend, want in Zweden geldt een strategie waarbij de oudste en meest kwetsbare groep het eerste gevaccineerd wordt. In de hele provincie zijn alle bewoners en het personeel van verzorgings- en bejaardentehuizen inmiddels gevaccineerd, evenals de mensen die thuiszorg nodig hebben. Daarna werd thuiszorgpersoneel gevaccineerd, vervolgens ic-personeel en daarna artsen die ziekenhuisdiensten/SEH doen. Een deel van hen heeft het vaccin gekregen, onder wie ik dus. Nu is er echter weer een stop vanwege de slechte beschikbaarheid van de vaccins.”
Van Nieuwenhoven vervolgt: “De situatie in Zweden, en met name in Örebro, is dat we momenteel in de derde golf zitten. Op dit moment zijn er 25 patiënten bij ons opgenomen. Ik verwacht nog een stijging van het aantal opnamen de komende weken. In andere regionen is de situatie slechter. De maatregelen zijn hier wat strenger geworden. Het dringende advies, en dat staat hier gelijk aan een verbod, is om niet in contact te komen met mensen buiten je eigen huishouden. Op de werkvloer zijn alle meetings digitaal en het personeel loopt rond met vizier en mondmasker. Reizen is niet mogelijk. Ik zie wel een COVID-moeheid: mensen zijn de maatregelen beu en er is een onbewuste neiging om de regels minder nauwkeurig in acht te nemen, zelfs in het ziekenhuis.
Michiel van Nieuwenhoven: ‘Ik zie een onbewuste neiging om de regels minder nauwkeurig in acht te nemen, zelfs in het ziekenhuis’
Ik zie de huidige situatie als een race tussen het virus en het vaccin, waarbij ik ongerust ben dat er met de huidige virusdruk mutaties zullen ontstaan die minder gevoelig of ongevoelig zijn voor de huidige vaccins. In dat geval kunnen we weer van vooraf aan beginnen.”
Wat betreft de uitgestelde zorg, draait de endoscopieafdeling van Van Nieuwenhoven op volle toeren, het endoscopiepersoneel is grotendeels terug. Ze maken nu een inhaalslag. “Ik heb uitgerekend dat we het afgelopen jaar ongeveer dertig colonkankergevallen niet hebben gediagnosticeerd vanwege COVID. Deze mensen lopen dus nog rond zonder diagnose en weten van niks. We hebben wel een wachtlijst voor de poli en indien mogelijk, converteren we een polibezoek naar een telefonisch contact. Speciale onderzoeken, zoals manometrie, liggen nog steeds stil vanwege personeelsgebrek en een sterke prioritering voor de endoscopie. We willen geen kankers missen.”
Marjolein Liedenbaum, gastro-intestinaal radioloog in Bergen, Noorwegen, is een paar dagen op wintersport als Arts en Auto haar spreekt: “We zijn gezegend, in Noorwegen in deze tijd. We hebben nog redelijk veel vrijheid. Op anderhalf uur rijden van waar wij wonen, is een skigebied, daar hebben we nu een huisje gehuurd. Dat geeft echt een vakantiegevoel.” De pandemie blijft redelijk op afstand van het gezin: “Onze dochter moest wel in quarantaine toen een vriendinnetje positief getest was, maar dat is weer achter de rug. Ze heeft maar twee dagen school gemist en toen kon ik thuiswerken.” Liedenbaum heeft nu een werkstation thuis om CT’s en MRI’s te beoordelen en werkt enkele dagen in de week thuis.In februari stegen de besmettingen rond Bergen, waarna de maatregelen strenger werden. “We moeten nu afwachten hoe het in Bergen gaat na de wintervakantie. In Oslo was de vakantie een week eerder, daar zag je ook weer een stijging van de besmettingen en ging het naar code rood. Dan gaan bijvoorbeeld de winkels dicht.”
Marjolein Liedenbaum: ‘De Noorse regering hoopt voor de zomer iedereen die wil, gevaccineerd te hebben’
Liedenbaum is nog niet gevaccineerd. “Alleen radiologen die diensten doen, zijn gevaccineerd.” Op het werk merkt de radioloog momenteel niet zoveel van de pandemie. “We houden natuurlijk afstand, dat blijft. De werkdruk is goed te doen. We zijn weer met volledige bemanning en zorg wordt niet uitgesteld. We hebben ook geen achterstanden meer.” De Noorse regering hoopt voor de zomer iedereen die wil, gevaccineerd te hebben. “Dan gaan alle Noren in juli op vakantie, dat is voor mijn werk dan ook een rustige tijd. Wij willen heel graag eindelijk weer naar Nederland, onze familie en vrienden zien.”