‘Een nieuwe wereld creëren is een fantastisch gevoel’

interview / Erik Rozing

Amsterdammer Erik Rozing (47) is psychiater én schrijver. In zijn nieuwe verhalenbundel Waanbeelden stelt hij zijn personages in psychologische zin danig op de proef.

Hij las in zijn jeugd al veel, ook over natuurwetenschappelijke onderwerpen, vertelt psychiater en schrijver Erik Rozing in zijn bovenwoning in Amsterdam-Oost, waar hij woont met zijn vriendin, een zoon van bijna tweeënhalf jaar en een dochter van acht maanden. “Ik wilde graag weten hoe het DNA of de kosmos in elkaar zat.”

Rozing was aanvankelijk vooral in natuurkunde geïnteresseerd, in de hoop antwoord te krijgen op veel van zijn vragen. “Maar toen ik me eenmaal een voorstelling had gemaakt van hoe mijn werk er later concreet uit zou zien, wist ik dat ik vooral achter een computer zou zitten. Contact met mensen zou ik dan missen. Dan kon ik beter geneeskunde gaan studeren. Ik had nog niet meteen het idee om later psychiater te worden. Ik dacht eerder aan huisarts of tropenarts. Dat kwam door de invloed van een inspirerende leraar Nederlands die het werk van scheepsarts en dichter Slauerhoff behandelde.”

Uiteindelijk werd het psychiatrie, omdat het hem vervelend leek een carrière lang gesprekken over het hart, de longen of de lever te moeten voeren. “Dan stortte ik me toch liever op de psychische kant.”

Onvergelijkbare grootheden

Psychiatrie én fictie schrijven, voor Rozing is het de ideale combinatie. “Het zijn misschien wel onvergelijkbare groot­heden, want tijdens het schrijven ben je op jezelf gericht, het komt uit je eigen innerlijk. Je creëert een nieuwe wereld en dat is een fantastisch gevoel. Daarentegen ben je in de gezondheidszorg juist gericht op anderen. En met andere mensen samenwerken is op zijn tijd ook fijn.”

Hij noemt Tsjechov als inspiratiebron (“in diens werk zit niet alleen een plot, hij zoomt tegelijkertijd ook prachtig in op zijn personages”) en vertelt in zijn verhalen te streven naar een ‘dramatische onderlaag’. “Als je iets zwaars op een luchtige manier beschrijft, dan komt de humor vanzelf.”

‘Als je iets zwaars luchtig beschrijft, komt de humor vanzelf’


Grote maatschappelijke thema’s gaat de psychiater niet uit de weg. Zijn boek Staat van ontkenning gaat over de klimaat­crisis en speelt in het toekomstige Nederland waar de zeespiegel in hoog tempo stijgt. “Ik maak me zorgen over het klimaat. Door erover te schrijven, kan ik er meer afstand van nemen.”

Kitesurfen

Het schrijfproces laat zich maar tot op zekere hoogte sturen, weet Rozing. “Geregeld valt me bij het hardlopen opeens iets in.” En, heeft hij ervaren, het helpt ook om af en toe een periode weg te plannen om in afzondering te werken. “Via het Letterenfonds heb ik eens een maand in het Roland Holsthuis in Bergen gezeten, een geweldige plek om te schrij­ven. Ik ben in Alkmaar opgegroeid. Als gezin gingen we vaak naar Bergen aan Zee, een heel mooi gebied waar ik nog steeds geregeld kom. Zo’n schrijf­retraite combineer ik vaak met hard­lopen en kitesurfen.” Hij vertelt dat die laatste sport hem een enorm vrij gevoel geeft. “Je kunt het zo extreem en risicovol maken als je wilt. Als Hemingway nu leefde, zou hij nog steeds naar Afrika gaan, maar dan om te kitesurfen en niet om op leeuwen te jagen.”

Depressief

Voor zijn eerste roman De psychiater en het meisje putte hij uit zijn opleidingstijd. Het gaat over een depressieve psychiater in opleiding die een aantrekkelijke patiënte met borderline in behandeling krijgt die steeds verder zijn leven binnen­dringt. Rozing kende een collega die zoiets overkwam en werkte het gegeven uit tot een roman, waarvan meer dan vijftienduizend exemplaren werden verkocht. Echte roem bracht het hem niet. Daar zit hij ook niet op te wachten. “Het is mooi dat een boek goed verkocht wordt, maar ik zou niet graag overal herkend willen worden.”

‘Als Hemingway nu leefde, zou hij nog steeds naar Afrika gaan, maar dan om te kitesurfen’


In Waanbeelden, zijn nieuwste verhalen­bundel, onderzoekt de Amsterdamse psychiater wie we zijn als we ons op het grensvlak begeven van realiteit en waanzin. Zo gaat het verhaal Een slechte vader over een man die terechtstaat voor doodslag op zijn huisbaas omdat deze hem dat etiket gaf vanwege zijn huil­baby. Rozing: “Het tweede kind van een vriend van me was een huilbaby. Het was zo heftig dat het kind zelfs werd opgenomen op de afdeling kindergeneeskunde. En daar huilde het niet meer. Een oorzaak werd niet gevonden en eenmaal thuis huilde het kind weer als tevoren.

Dat onverklaarbare maakte dat ik me afvroeg: kan er iets met een ouder zijn waar een kind zo heftig op reageert? Iets ogenschijnlijk irrationeels wat jou, ondanks al je goede bedoelingen, toch een slechte vader of een slechte moeder maakt? Dat kan angst oproepen. In mijn verhaal onderzoek ik hoe ver iemand bereid is te gaan zodat hij zichzelf niet als een slechte vader hoeft te zien.”

Delen