Europa’s artsen
Op zijn zoektocht naar overeenkomsten en verschillen tussen Europeanen, bezocht schrijver Mark Schalekamp alle EU-hoofdsteden. In elke stad sprak hij ook een arts. Lijken de artsen op elkaar? Of verschillen ze als dag en nacht? “Een automonteur verdient hier stukken beter.”
Tekst en beeld: Mark Schalekamp
In Riga belandde ik kort in een ziekenhuis. Ineens had ik die middag een rare allergische reactie op mijn arm waarvoor de hoteldokter me doorstuurde. Ik verwachtte een EHBO-afdeling in een steriel gebouw, met een ongezellige wachtkamer waar wat beduimelde tijdschriften en de Metro van gisteren zouden liggen: zo ken ik Nederlandse ziekenhuizen. Maar het was anders. Het Universitair Ziekenhuis van Riga had al decennia geen verf meer gedronken, een duidelijke wachtkamer met een overzichtelijk nummertjessysteem ontbrak. Patiënten hingen her en der op gammele stoeltjes, sommigen kermend, terwijl bedden met iets ziekere patiënten door de gangen ratelden.
Youropeans is een sociaal journalistiek project van schrijver Mark Schalekamp, bedoeld om het Europese gevoel te versterken. Tussen juni 2013 en januari 2015 bezocht Schalekamp elke EU-hoofdstad en interviewde telkens een kapper, een politieagent, een sekswerker, een lokale beroemdheid, een kunstenaar, een immigrant, een ondernemer en een arts. Hij bevroeg ze over hun werk en over Europa. Deze interviews zijn te lezen op youropeans.eu. De portretten van de geïnterviewden hangen tijdens het EU-voorzitterschap in het bezoekerscentrum in Amsterdam. Al die data leiden ook tot een boek, Dit is Europa, dat in maart 2016 verschijnt, waarin de mooie verschillen, overeenkomsten en eigenaardigheden van al die Europeanen te lezen zijn. Dit is Europa, € 22,50. mavenpublishing.nl
Na een halfuur wachten zag ik een dokter, werd ook ik op een bed gelegd, een kamer in gerold en kreeg ik uit een infuus een medicijn toegediend. Anderhalf uur later mocht ik gaan, maar eerst nog betalen. De mevrouw in het loketje zei: “427.” Ik verstond haar Letse Engels niet zo goed en begreep 427 euro. Niet goedkoop, maar ach, dat was (hopelijk) een zorg voor mijn verzekeraar. Ze schreef het op een briefje, en pas toen zag ik de komma: ik moest 4,27 euro afrekenen.
Anders dus. Maar met de arts was niks mis en ook het medicijn dat me was toegediend, was goed. Dat zei mijn huisarts die ik een dag later een tikje bezorgd belde. Dat is dan ook meteen mijn conclusie: de ziekenhuizen zien er verschillend uit, de omstandigheden verschillen, maar de artsen zijn eigenlijk overal hetzelfde. Neem de Litouwse orthopeed Mantas Gagilas uit Vilnius, zelf zo ziek als een hond, maar afspraak is afspraak, dus hij was er voor het interview om halfnegen ’s ochtends, ergens in een koffietent in de buurt van zijn huis. Hij vroeg een glaasje water bij zijn espresso en mikte een paar pillen in zijn keel, straks in het ziekenhuis wat sterkers. Daar zou hij beginnen aan een dienst, niet een van acht uur, maar van zeker twaalf. Eerst liet hij me nog wat foto’s zien op zijn telefoon, een hele rits had hij er van allerlei bijzondere gevallen, niet eens alleen van zijn eigen patiënten. “Hier, op deze kun je het bot goed zien uitsteken.”
Lees verder (pdf).