Favoriete Pil – De Welwillenden

Michiel Blans (Leiderdorp, 1966) is internist-intensivist in ziekenhuis Rijnstate in Arnhem. Zijn favoriete pil: De Welwillenden van de Amerikaanse romanschrijver Jonathan Littell.

Tekst: Frank van Kolfschooten | Beeld: Marco Vellinga/DB

 

De Welwillenden is verpletterend en verschrikkelijk tegelijkertijd”, zegt de Arnhemse internist-intensivist Michiel Blans. “Het boek fascineerde me en stootte me ook af. Sommige passages waren zo gruwelijk dat ik het moest wegleggen, maar na een kwartier las ik dan toch door.”

AA01-2016p075b

In de 962 pagina’s dikke roman van de Amerikaanse schrijver Jonathan Littell vertelt de Duitse SS-officier Maximilien Aue in de ik-vorm over zijn belevenissen aan het oostfront. “Littell heeft het perspectief van de dader gekozen en laat hem in detail de gruwelijke gebeurtenissen beschrijven waarvan hij getuige was of waaraan hij zelf heeft deelgenomen. Aue voelt zich daar niet schuldig over en zegt dat iedereen het in die situatie zou hebben gedaan en dat het gewoon zijn werk was. Sympathie ga je als lezer niet voor Aue voelen, al ontwikkel je soms wel enig begrip.”

Maar veel van de inhoud van De Welwillenden blijft alle begrip te boven gaan, zegt Blans. “Het gaat bijvoorbeeld ook over wetenschappers die zijn opgeleid om te onderscheiden wie wel of niet Joods is. Als een van de uitkomsten is dat een heel bergvolk in de Oeral Joods is, wordt iedereen daar gedood. Littell beschrijft dat zo knap dat het voelt alsof je er middenin staat.”

Dit was het eerste boek dat Blans las met een leesclubje dat inmiddels negen jaar
bestaat en sindsdien ‘De welwillenden’ heet. “We lezen eens in de twee maanden een boek; moderne literatuur en klassiekers door elkaar. In het clubje zitten verder een piloot, twee uitgevers van vakbladen en een jurist. Het is een verrijking om over de boeken te praten met mensen die er elk vanuit hun eigen invalshoek hun visie op geven.”

Blans zegt dat de leesclub belangrijk voor hem is. “Ik heb een breder perspectief gekregen op de grote zaken in het leven en dat helpt me ook bij mijn functioneren op de intensive care, waar ik in heftige situaties beland. Ik heb te maken met heel zieke patiënten en moet veel praten met familie en naasten. Samen met hen doorloop ik in korte tijd een proces van hoop en vrees. Soms loopt het goed af en dat is prachtig; als het tragisch afloopt, probeer ik ze zo goed mogelijk te steunen. Het is zwaar werk en de leesclub is een welkome ontspanning. Ik kan het iedereen aanraden.”

Delen