Harde lijn

In de blog ‘Prioriteit en autoriteit’ schreef ik eerder hoe een werkdag in de praktijk verloopt. Dat een dag altijd anders gaat dan gedacht en er van bijwerken niets terechtkomt, is waarschijnlijk herkenbaar. Er zijn nieuwe verslagen te schrijven, mensen te bellen en zaken te regelen. Het vervelende in ons beroep is dat veel van die taken niet bekostigd worden.

Ik benoemde in de titel ook autoriteit. De hoop was toen dat de NZa snelheid zou tonen bij het uitwerken van onze gegevens in een monitor. Maar de harde datum die gesteld was, bleek erg uitrekbaar. Er kwam een vertraging van enkele maanden.

Er lijkt met twee maten te worden gemeten als het gaat om het voldoen van een taak binnen een bepaalde termijn. Bedrijven, zorgverzekeraars, NZa, ministeries en anderen die werken áán de zorg tonen veelal geen haast bij het regelen van zaken. Voor ons werkzaam ín de zorg worden echter termijnen gesteld met een harde lijn. Denk aan aanleveren van gegevens, inplannen van patiënten, openingstijden en bereikbaarheid: zaken met een zeer strak protocol. Wie daarvan afwijkt, voelt meteen de consequenties.

‘Wie afwijkt van de termijnen, voelt meteen de consequenties’

De laatste jaren kwamen er veel verplichtingen bij. Veelal gebaseerd op wantrouwen. Transparantie van ons werk is van belang, maar we worden overvraagd. Zoals professor Pauline Meurs ook aangaf, hebben de zorgverzekeraars veel administratie bij ons neergelegd. En dus ook de tijd hiervoor en de kosten. We moeten patiënten-enquêtes uitzetten en aan vele normen voldoen, zoals aan behandelindexen.

Dat zou allemaal geen probleem zijn, wanneer daarbij ook met ons rekening werd gehouden. Maar wanneer een behandeling goed is afgerond moet een eindverslag en enquête binnen een bepaalde termijn verzonden zijn. Nu mijn softwareprogramma tegensputtert bij het verzenden van vragenlijsten voel ik die einddatum alweer in mijn nek hijgen. Ook van het minimum aantal mag niet worden afgeweken. Terwijl je bij ziekte van werknemers wel een andere prioriteit hebt. Ook de eisen van beroepsverenigingen, kwaliteitsregisters en -kringen en deelname aan ParkinsonNet kennen een harde lijn.

Automatiseren lost veel op, hoor je vaak. Gewoon instellen dat die vragenlijsten worden verzonden. Maar wat als iemand overlijdt? Of je mag maar één keer iets verzenden naar hetzelfde e-mailadres? Daar wordt geen rekening mee gehouden. Dat de beoordeling van je praktijk hoog is, telt dan niet. Wel dat het aantal lijsten niet klopte. En de consequenties zijn groot.

Al die eisen voor transparantie en zaken náást onze hoofdtaak – het leveren van goede zorg – zijn soms de druppel die onze emmer doet overlopen. Eisen die soms zelfs de bedoeling van de regel overheersen.

Net zoals wij oog hebben voor de situatie van onze patiënten vragen wij omzien naar onze omstandigheden. Zeker wanneer we net niet aan de opgelegde eisen kunnen voldoen, is coulance op zijn plaats.

Delen