Help! Ik moet hospiteren
De meeste studenten krijgen er vroeg of laat bij hun zoektocht naar een kamer mee te maken: hospiteren. Reden tot paniek? Niet echt, mits je wel een paar do’s en don’ts in je oren knoopt.
Tekst: Monique Bowman
Googel het woord ‘hospiteren’ en binnen een paar seconden krijg je duizenden hits op je scherm. Aan horrorstory’s geen gebrek, getuige de verhalen over bizarre black-outs op het verkeerde moment, niet meer recht te breien blunders en gênante, onverhulde vleeskeuringen. Daarnaast zijn er gelukkig óók links te vinden (o.a. blog.kamernet.nl, studenten.net en utrechtstudentenstad.nl)
naar studentenorganisaties en -instellingen die bemoedigende suggesties bieden voor wie moet ‘solliciteren op een kamer’.
Met stip op nummer één bij alle sites als het gaat om de belangrijkste do’s: ‘Blijf jezelf’. Anne Peeters, zesdejaars geneeskunde in Leiden en sinds eind 2008 woonachtig in een huis met vijf andere studenten waar tot voor kort geregeld gehospiteerd werd voor kamers, kan zich helemaal vinden in die aanbeveling. “Je moet jezelf afvragen of je een huis zó leuk vindt dat je er graag wilt wonen. Als de sfeer of bewoners je niet aanspreken, heeft het weinig zin om een toneelstukje op te voeren.”
Ook Jeroen van Suylichem, zesdejaars geneeskunde in Leiden en al bijna zes jaar woonachtig in een gemengd huis met vijftien studenten van de verenigingen Augustinus en Quintus waar zo’n drie keer per jaar hospiteeravonden worden gehouden, heeft de ervaring dat oprechtheid en authenticiteit het belangrijkste zijn. “Er moet een klik zijn tussen hospitant en huisgenoten, het werkt twee kanten op.”
- Blijf vooral jezelf
- Probeer met alle bewoners een praatje te maken, zodat iedereen zich je nog herinnert
- Stel zelf ook wat vragen, toon interesse in huis en bewoners
- Kom op tijd, maar niet te vroeg
Don’t
- Neem NOOIT je ouders mee
Een andere tip die terug te vinden is op de meeste hospiteersites, betreft het belang van het stellen van vragen. Een advies dat Jeroen van Suylichem onderschrijft. “Als je zelf ook vragen stelt, laat je zien dat je geïnteresseerd bent. En zo kun je meteen voor jezelf een goed beeld vormen van het type huis en of het bij je past. Is het bijvoorbeeld een hecht studentenhuis, worden er veel dingen samen gedaan? Verwacht men dat je lid bent of wordt
van een vereniging?”
Anne Peeters adviseert aspirant-hospitanten om niet alleen vragen te stellen, maar om ook iets aardigs te zeggen. “Bijvoorbeeld over de kamers van de
bewoners. Want iedereen vindt het leuk om een complimentje te krijgen.”
De suggestie om iets mee te nemen naar een hospiteerborrel, die sommige sites doen, deelt Jeroen niet. “Wij doen niet aan omkoping. En we gaan iemand écht niet kiezen alleen vanwege een meegebrachte taart.”
Rest de absolute ‘don’t’ waar elke site voor waarschuwt: “Neem nooit je ouders mee naar een hospiteersessie.” Jeroen zegt dat hij dát gelukkig nog nooit heeft meegemaakt, en Anne weet alleen van horen zeggen dat het weleens gebeurt. Gruwend: “Dat is echt het áller-, aller-ergste wat je kunt doen.”