Huisarts Isabel van Hövell-Ullman: ‘Niet wachten op een reddingsboei’

interview / wars van klagen en cynisme

Huisarts in loondienst Isabel van Hövell-Ullmann is wars van klagen en cynisme. De medeoprichtster van het initiatief ‘Help, de huisarts verzuipt’ noemt zich weliswaar strijdbaar, maar wil vooral verbinden. Tegelijkertijd spreekt ze zorgprofessionals aan op hun verantwoordelijkheid. “Ik wil dat we zorg gaan leveren met een kop en een staart, zodat kwetsbare mensen niet meer in de ruimte ertussen vallen.”

In de woning van huisarts Isabel van Hövell-Ullmann (39) zit haar gezin aan de lunch. Zelf staat en loopt ze vooral. Bijna lijkt ze op een filmregisseur, die deze tafelscène voortdurend in goede banen probeert te leiden. Tussendoor voert ze een gesprek over iets wat haar hoog zit: kappers en fitgirls die hun klanten of volgers zonder enige terughoudendheid advies geven over vitamines. De kakofonie aan geluiden is oorverdovend, want Cecile (4) en haar broer Philip (7) mengen zich graag luidkeels in de conversatie. Als het neurotoxische effect van een overmatige inname van vitamine B6 ter sprake komt, roept de zoon des huizes opeens uit volle borst: “Net als slangengif!” Zijn vader glimlacht: “Hij kijkt de laatste tijd vaak naar Freek Vonk.”

Ondanks de drukte van het gezinsleven is Van Hövell-Ullmann juist in rustiger vaarwater gekomen, vertelt ze als de andere gezinsleden vertrokken zijn voor een familiebezoek. In de zes jaar dat ze huisarts is, werkte ze tot voor kort als waarnemer. Dat was een bewuste keuze. “Ik kreeg twee kinderen, we verhuisden van Amsterdam naar Oosterbeek en ik brak vier keer mijn enkel. Al met al vond ik dat ik te weinig stabiliteit kon bieden aan een praktijk om die ook terug te mogen ontvangen.”

Nu is die stabiliteit er wel: ze woont weer in het dorp waar ze als kind opgroeide, in een twee-onder-een-kapwoning uit de vroegtwintigste eeuw. En ze is net begonnen als huisarts in dienst van een huisarts (hidha) in een huisartsenpraktijk in Huissen.

‘Eindelijk commitment!’, schreef ze juichend op LinkedIn. ‘Het ziet er gaaf uit in eerste instantie, een zzp-inkomen, maar daar moet vanaf: de belasting, de verzekeringen, je scholing, je vakantie, je accountant, je risico’s. Dames en heren, laat je niet verleiden door gekke cijfertjes, reken het uit onderaan de streep. En dan zul je zien: die Ullmann is zo gek nog niet.’

Toch was de beslissing om in loondienst te gaan zeker niet alleen een kwestie van inkomenszekerheid, vertelt ze nu. “Als je zo vrij bent dat je je aan niemand bindt, bindt ook niemand zich aan jou.” Ze glimlacht. “Ik ervaar nu een nieuw soort vrijheid. Als zzp’er zorgde ik weliswaar voor zoveel mogelijk vaste opdrachtgevers, maar ik groeide niet mee met gezinnen, met ouderen, met kleintjes, met mensen door dik en dun. Als hidha kan ik nu continuïteit van zorg bieden aan een vaste patiëntenpopulatie. In dat stukje stabiliteit en zekerheid schuilt óók vrijheid.”

Knikkebollen

Van Hövell-Ullman is een dochter van twee zorgprofessionals: haar vader was longarts en is op zijn 77e nog altijd actief als euthanasie- en SCEN-arts. Haar moeder was logopedist. Voor beiden heeft ze veel bewondering, vertelt ze. “Ik heb een warme en slimme moeder. Na mijn geboorte heeft ze zich voltijds op het gezin gericht. Mijn vader is een lieve en bevlogen dokter. Als longarts werkte hij in ziekenhuis Rijnstate in Arnhem, maar hij ging ook bij patiënten thuis op bezoek. Hij wilde dan gewoon even weten hoe het ging. Hij had het druk, maar hij probeerde er wel te zijn. Ik speelde als jong meisje viool en hij was mijn grootste fan. Hij kwam steevast naar mijn optredens.” Ze schiet in de lach. “En dan zat hij soms echt knikkebollend in de zaal omdat hij net dienst had gehad. Heel aandoenlijk.”

Zelf wilde ze vroeger de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie in, als tiener zelfs al. Aan dat toekomstbeeld hield ze vast toen ze geneeskunde ging studeren, ook al zagen haar man en haar schoonouders eerder een huisarts dan een psychiater in haar. Tot het coschap huisartsgeneeskunde alles veranderde. “Na de eerste dag reed ik naar huis en belde ik mijn man op. Ik zei: ‘Je hebt gelijk. Dit is het.’”

De liefde voor het huisartsenvak is nog altijd niet bekoeld. Als Van Hövell-Ullmann over haar werk praat, lichten haar ogen op en verschijnt er om de haverklap een grote glimlach op haar gezicht. Maar de weg ernaartoe was niet gemakkelijk, erkent ze. “De medische opleiding is er wel eentje, hoor. Het is niet de meest veilige of lieve opleiding op de wereld.” In het artikel Wie wil er nog een eigen praktijk?, dat in mei 2022 verscheen in De Groene, vertelde ze dat ze tijdens haar opleiding tot huisarts, zonder compensatie, dagen van vijftien uur draaide: een dagdienst vanaf acht uur ’s ochtends en daarna een avonddienst op de huisartsenpost tot elf uur ’s avonds. En de volgende dag om acht uur zag ze weer de eerste patiënt van die dag. Op een avond, toen ze om half twaalf naar huis reed, veroorzaakte ze een auto-ongeluk nadat ze achter het stuur in slaap was gevallen. In het artikel zegt ze daarover: ‘Toen wist ik: dit kan niet, zo kun je geen patiëntenzorg leveren.’

Nog altijd ligt het incident zwaar op haar maag. “Inmiddels weet ik dat ik niet de enige ben die dit is overkomen. Ik werk nu drie dagen in de praktijk en één dag besteed ik aan belangenbehartiging (zie cv, red.), zodat diensten, scholingen en gezin erbij passen.” Een dag minder gaan werken was voor haar een moeilijke beslissing, zegt ze. “Aan de andere kant: we leven niet meer in de tijd van mijn vader: het huishouden en de kinderopvang zijn niet meer 24 uur per dag gewaarborgd. Waar twee ouders werken, moeten twee ouders ook nog steeds thuis samen een bedrijf runnen. Begrijp me goed, ik vind dat te gek. Mijn man en ik hebben hier een heel evenwichtige situatie gecreëerd. Dat is echt heerlijk, maar het verlangt ook een andere indeling van je tijd.”

Onzinnige zorg

Daardoor is er automatisch minder ruimte voor haar ambities om de zorg te verbeteren, hoewel daar voor de buitenwereld weinig van te merken is. Ze staat regelmatig in de krant, en op sociale media – vooral LinkedIn – neemt ze uitgebreid de pijnpunten in de zorg onder de loep. Daarnaast is ze LHV-ambassadeur en medeoprichtster van het initiatief ‘Help, de huisarts verzuipt!’, inmiddels omgedoopt tot ‘Help de huisarts vooruit’. “Het is niet alleen positiever, maar ook pro-actiever. We moeten niet gaan zitten wachten op een reddingsboei, en dat staat ons ook niet.”

De naamswijziging karakteriseert haar: het laatste wat ze wil is klagerig overkomen, zegt ze meerdere malen tijdens het gesprek. Vaak zoekt ze verbinding. In een Facebook-groep deed ‘Help, de huisarts verzuipt!’ een oproep aan huisartsen om de problemen waar zij tegenaanlopen in hun werk in te sturen. De verzameling reacties resulteerde vorig jaar in de Verscheurkalender, met bizarre en soms ook hilarische voorbeelden van ‘onzinnige zorg’. Zo staat er bij week 14: ‘Het gaat niet goed met een patiënt: ze heeft een angststoornis en drinkt veel alcohol om haar klachten te dempen. Verwijzing ggz: afgewezen. “Mevrouw heeft een alcoholprobleem. Dat moet eerst worden behandeld.” Verwijzing verslavingszorg: afgewezen. “Mevrouw heeft een ggz-aandoening. Die moet eerst worden behandeld.”’

Het is een typisch voorbeeld van hoe patiënten tussen wal en schip vallen, zegt Van Hövell-Ullmann. “De huisartsen trekken met die Verscheurkalender aan de noodrem. Hier gebeurt iets wat niet hoort. Onze boodschap is: misschien kunnen we hier samen over nadenken en dit ook samen anders gaan organiseren. Juist kwetsbare mensen vallen door het systeem tussen wal en schip. Ik wil dat we zorg gaan leveren met een kop en een staart, zodat niemand in de ruimte ertussen valt. Dat is mijn grootste doel in dit leven.”

Ze noemt een ander voorbeeld: regelmatig wordt een patiënt op vrijdagmiddag uit het ziekenhuis ontslagen zonder medicatie. “De huisarts regelt het wel, is de gedachte, alsof wij een soort zesde zintuig hebben en de medicatie al van tevoren hebben geregeld. Ik bel dan wel eens met de specialist: ‘Hallo lieve collega, hoe gaan we dit oplossen?’ Ik denk dat ik toch al gauw twee uur van mijn dag kwijt ben aan dingen waarvan je zegt: dat is echt niet nodig. En het kan lang duren voordat je iemand te pakken hebt. Dat kan ontmoedigend werken. En als het ontmoedigend wordt, dan wordt het gevaarlijk, want dan krijg je minder samenwerking.”

Gootsteen niet verstopt

Het is een van de redenen waarom ze samen met internist Heleen de Wit voor het tijdschrift van de Nederlandse Internisten Vereniging een artikel schreef: ‘Help, de huisarts verzuipt! Hoe kunnen internisten helpen?’ “Zorgpartners moeten uitkijken dat ze geen zand bij elkaar in de motor gooien. Het is belangrijk ons af te vragen hoe we met elkaar willen omgaan en wat we willen voor de toekomst. Ik denk dat we problemen beter de baas kunnen door ieder verantwoordelijkheid te nemen voor ons eigen vakgebied, zodat de gootsteen bij de huisarts niet verstopt.” In het artikel staan adviezen over wanneer internisten bijvoorbeeld wel en niet om een nieuwe verwijzing van de huisarts mogen vragen, plus een aansporing om ‘ronde zorg’ te leveren: van diagnose tot behandelplan, inclusief een plan voor de follow-up. Een andere tip luidt: ‘Als de patiënt een afspraak heeft gekregen en de wachttijd te lang vindt, vraag dan niet aan de patiënt om de huisarts te bellen voor een spoed- indicatie. Dit zet de relatie tussen huisarts en patiënt nodeloos onder druk.’

‘Zorgpartners moeten uitkijken dat ze geen zand bij elkaar in de motor gooien’

De beroepsgroepen komen voor elkaar op, merkt Van Hövell-Ullman steeds vaker. Het zijn kleine succesjes die haar optimistisch stemmen over de toekomst, ook al ligt ze wel eens wakker over sommige ontwikkelingen in de zorg. Ze kijkt met argusogen naar de opkomst van private equity-ketens en zorginitiatieven, die, zo zegt ze, doen alsof de zorg een all-you-can-eat-buffet is. “Je kunt daar 24 uur per dag een huisarts appen met vragen over je gezondheid. Ik begrijp wel dat mensen dat willen, maar dat is geen huisartsenzorg en daar is onze zorg niet voor bedoeld. Vaak zeggen mensen: ik betaal ervoor, dus ik heb er recht op. Ze vergeten dat de zorgverzekering een pot is die we opbouwen en waarmee we later onze ziekte betalen.” Even valt ze stil. “En dan ben ik soms een beetje bang dat we de zorg als vangnet, zoals dat voor ons bedoeld is, kwijtraken. Dat we het allemaal gaan verliezen.” Opeens verschijnt die grote glimlach weer. “Maar dat gebeurt niet. Nee, echt niet. Dat laten we niet gebeuren.”

Curriculum vitae

Beeld Nout Steenkamp

Isabel van Hövell-Ullmann (1984) geboren in Arnhem

2011 Geneeskunde, VUmc
2012 – 2013 assistent neurologie, Flevoziekenhuis
2012 – heden medisch vrijwilliger, o.a. in Lourdes en Gambia
2013 assistent ouderengeneeskunde, Vivium zorggroep
2013 – 2017 huisarts in opleiding, Amsterdam UMC, locatie AMC
2017 – 2023 waarnemend huisarts
2021 mede-initiatiefnemer Help De Huisarts Verzuipt!
2023 – heden huisarts in dienst van een huisarts in Huissen
2023 – heden LHV-ambassadeur afdeling De Gelderse Rivieren
2023 – heden jonge gezant voor Passende Zorg, VWS

Delen