Hyundai i20
Het uiterlijk en de techniek van de nieuwe i20 zijn aangepast. Maar het is meer evolutie dan revolutie.
Tekst: Bart van den Acker | Beeld: Hyundai
Het lijkt een soort spagaat, wel nieuw/niet nieuw, maar het Koreaanse Hyundai slaat zich er met de nieuwe i20 prima doorheen. De ‘oude’ was al een zeer doorwrochte en daarmee sterke aanbieding in het populaire B-segment. Dat ga je niet overboord kieperen voor iets heel anders.
De nieuwe i20 is iets lager, breder en langer dan de vorige generatie en staat op een fractioneel langere wielbasis. Hij heeft een scherper gelijnd en daardoor meer onderscheidend uiterlijk. De vorige i20 was al één van de ruimste in zijn klasse en dus is de nieuwe dat ook. Ik ben bijna verbaasd hoe goed vier volwassenen erin passen – bijna, want ik kende de vorige generatie al. De bagageruimte is in liters (352) weer één van de toppers tussen zijn concurrenten, mits wordt gekozen voor de basismotorisering.
Het interieur is qua bediening en afwerking heel goed opgezet en uitgevoerd, met een klassiek ingedeeld digitaal instrumentarium. Zoals vandaag de dag wel vaker gebeurt, bemoeit ook hier de elektronica zich met diverse zaken. De waarschuwing dat ik mijn stuur moet vasthouden – ik doe niet anders – ken ik van Duitse merken. Ook een opmerkelijke: ‘Botsing verwacht!’ als iemand voor me bruusk afremt. Die verwachting komt gelukkig niet uit, omdat ik zelf ook oplet. Het is jammer dat niet alle veiligheidssystemen in de i20 standaard zijn en adaptieve cruisecontrol is voorbehouden aan de topversie met automaat. In die topversies zit in het grote centrale display ook een niet altijd foutloos werkend en soms lastig te bedienen navigatiesysteem.
‘Met gemak reed ik 1 op 20’
Als basis is er een 1,2 liter viercilinder (61 kW/84 pk) die voor het gros van de i20-kopers al voldoende krachtig zal zijn. Daarnaast is er de 1,0 liter driecilinder benzinemotor met turbo (74 kW/100 pk), die nu is voorzien van een mild-hybridsysteem. Ik reed die mild-hybrid en die maakte serieus indruk. Je hoort of voelt de elektromotor niet, die helpt alleen, maar zorgt wel voor een heel fijne en soepele trekkracht ‘onderin’. Voeg daarbij de perfect schakelende zesbak en de prachtig soepele koppeling en zo is de i20 ook in drukte of stadsverkeer een heel fijne metgezel. In een mix van snelweg en stadsverkeer reed ik met gemak 1 op 20 en soms zelfs zuiniger. Dat is grofweg een derde zuiniger dan destijds met dezelfde motor zonder die elektrische hulplijn. Die hybride moet natuurlijk wel ergens een batterij hebben en dat kost dus een stuk van de genoemde bagageruimte. Ten slotte overtuigt de i20 met een prettig veercomfort, vooral niet ‘te hard’ en een prima weggedrag.
Conclusie: met de nieuwe i20 zet Hyundai opnieuw een zeer sterke aanbieding in de compacte klasse neer. Ook de prijsstelling is goed. De uitstekende kwaliteit wordt onderstreept door vijf jaar volledige garantie zonder kilometerbeperking.