Mijn eerste keer: euthanasie bij een hond
mijn eerste keer / Doke Willemse over de eerste keer dat ze zelfstandig een dier moest euthanaseren
De eerste ingewikkelde casus, de eerste nachtdienst of de eerste keer eindverantwoordelijk zijn. Het zijn momenten die bijblijven en bepalend kunnen zijn voor de rest van een loopbaan. Drie collega’s blikken terug.
Het was zaterdag, een maand nadat ze was begonnen als dierenarts. Voor het eerst zou Doke Willemse (28) alleen werken. Onderweg kreeg ze een telefoontje. Of ze er al bijna was? Want er was een spoedpatiënt. Het ging heel slecht met een oud hondje. Het kon al weken niet meer zelfstandig eten en drinken, en het poepte en plaste inmiddels ook alles onder. Ook leek het alsof het hondje heel veel pijn had.
“Het was de eerste keer dat ik zelfstandig een dier moest euthanaseren. Ik vond het heel spannend. Kwam met trillende handen en hartkloppingen aan en hoopte maar dat alles goed zou gaan. Ik ben tijdens de COVID-pandemie afgestudeerd, daardoor wist ik maar weinig over euthanaseren. Het was ook nauwelijks aan bod gekomen tijdens mijn coschappen en eindstages. Ik had wel gezien dat iemand een keer een hamstertje had geëuthanaseerd, maar dat was binnen vijf tellen gebeurd. De dierenarts gaf het beestje een druppel van het euthanasiemiddel en het was dood. De eigenaar was niet verdrietig.
Dít was anders. De hele familie was er die zaterdag bij: vader, moeder, zoon, dochter én aanhang. Het hondje was zestien jaar. Ze werd écht gezien als een familielid. De handeling zelf was niet zo moeilijk, maar wat zeg je op zo’n moment tegen de familie? Ik wist het echt niet.
‘Terugkijkend heb ik alles op de automatische piloot gedaan’
Terugkijkend heb ik alles op de automatische piloot gedaan, gewoon zoals ik het uit de boeken had geleerd: infuus, slaapmiddel, euthanasiemiddel. Ze sliep rustig in. Daar was ik opgelucht over. Op dat moment was ik alleen maar bezig met het idee dat ik het goed moest doen. Ik had weinig oog voor de mensen en het dier. De familie wist niet dat het voor mij de eerste keer was dat ik dit deed. Dat heb ik ze ook niet verteld, daar zou ik zelf alleen maar nerveuzer van zijn geworden en zij waarschijnlijk ook.
Juist omdat ik niet precies wist wat ik moest doen, probeerde ik het zo overtuigend mogelijk te doen. En de familie vond gelukkig dat het goed ging. Toch zou ik het nu heel anders doen. Achteraf had ik het beestje alleen een slaapprik in de bilspier moeten geven, dan had ze minder gefrunnik aan haar lijf voor het infuus gehad. Ik had een gesprekje met de familie aangeknoopt. Ik zou ze meer gerust hebben gesteld en ik zou herinneringen met ze hebben opgehaald. Ik zou gevraagd hebben hoe het beestje was als puppy; of ze altijd zo ondeugend of eigenzinnig was geweest. Inmiddels weet ik: als je dat doet, krijg je hele verhalen en maak je het voor mensen een stuk gemakkelijker om afscheid te nemen van hun huisdier.”