Mijn passie – Lacrosse

Haar favoriete sport lacrosse omschrijft Harriët van Goor (24) als ‘een soort hockey door de lucht’.  De laatstejaars student geneeskunde uit Utrecht vertelt dat het een supersnelle teamsport is.

Tekst: Wout de Bruijne | Beeld: De Beeldredaktie/Herbert Wiggerman

“Spelers hebben een stick (crosse) met aan het uiteinde een netje (mesh). Daarmee gooi en vang je een kleine, harde rubberen bal en die probeer je uiteindelijk in het doel van de tegenstander te krijgen.” Het kan er daarbij volgens Harriët robuust aan toe gaan. “Lacrosse lijkt in dat opzicht op ijshockey, er zijn geregeld stevige bodychecks. Maar de mentaliteit is meer te vergelijken met rugby: hard maar eerlijk.”

In Nederland is lacrosse nog weinig bekend, weet ze. “De toppers in deze sport zijn Amerika, Canada, Engeland, Schotland en Wales. Maar het aantal lacrossespelers in Nederland groeit wel. We zijn inmiddels de duizend spelers gepasseerd en er komen ook steeds jongere beoefenaars.”

‘De mentaliteit is te vergelijken met die van rugby: hard maar eerlijk’

Zelf komt Harriët sinds vijf jaar uit voor het Nederlandse team, waarmee ze deelneemt aan EK’s en WK’s. Op het moment van schrijven van dit tekstje staat het wereldkampioenschap in Engeland voor de deur. “De VS, Canada en Engeland gaan daar strijden om de podiumplekken”, voorspelt Harriët. “Wij gaan ons best doen om medio juli in Engeland in de top-10 te eindigen en zo twintig andere landen achter ons te laten.”

In het Nederlands damestwaalftal – een herenteam telt tien spelers – zijn medisch studenten ruim vertegenwoordigd. “Ons team telt nog vier andere geneeskundestudenten, een student diergeneeskunde, twee fysiotherapeuten in opleiding, een neonatologieverpleegkundige en een tandarts. Eerste noodhulp bij ongelukken is dus gauw ter plaatse.”

Harriët bekent dat ze weleens een teamgenootje heeft geblesseerd. “Ik brak haar neus. Zelf rechtzetten durfde ik toen nog niet, dus heb ik haar maar meegenomen naar de eerste hulp.”