‘Ineens is er niets meer van je over’

Verpleegkundige Mike Masselink had COVID-19

Op 21 maart wordt verpleegkundige Mike Masselink (46) ineens ziek. Omdat COVID-19 in zijn regio én omgeving nog nauwelijks aanwezig is, denkt hij aan griep, maar een dikke week later belandt hij op de nood-ic van het plaatselijke ziekenhuis. “Gelukkig kan ik het navertellen.”

Tekst: Marjan Enzlin | Beeld: De Beeldredaktie/Marco Vellinga en privébeeld

Mike Masselink

Mike Masselink werkt als verpleegkundige op een gesloten afdeling voor psychogeriatrie in een verpleeghuis in het oosten van het land. In de aanloop naar 21 maart is er geen verdenking van COVID bij personeel en bewoners. Hetzelfde geldt voor het personeel en de patiënten van de chirurgische afdeling van het ziekenhuis waar zijn vrouw als verpleegkundige werkt. Bij Masselink wordt dan ook nog onbeschermd gewerkt. Natuurlijk kent men de situatie in Brabant en weet men van de maatregelen die de overheid een week eerder heeft afgekondigd, maar in het oosten van het land lijkt COVID nog ver weg.

“Ik dacht aan griep toen ik ineens heel hoge koorts kreeg”, zegt Masselink. “Maar toen de koorts na de eerste week niet wilde zakken, nam ik contact op met mijn huisarts. Die had op dat moment nog te maken met een test-richtlijn waar ik buiten viel, omdat ik niet benauwd was. Thuis uitzieken en bellen als het nog erger werd, was het advies.” 

‘Jij bent veel zieker dan de meeste patiënten op onze afdeling’, zei mijn vrouw

“Mijn echtgenote was ook ziek, maar zij knapte na een dag of vier op en ging weer werken. Omdat het virus zich inmiddels ook in onze regio begon te manifesteren, was er in haar ziekenhuis een Corona-afdeling ingericht. Op 29 maart, toen zij daar aan het werk was, werd ik ineens benauwd. Ze vroeg me per app hoe het ging en ik antwoordde dat het niet goed ging. Toen begon ze ernstig te vermoeden dat het tóch om COVID ging en op het moment dat ze thuis kwam, schrok ze enorm. ‘Jij bent veel zieker dan de meeste patiënten op onze afdeling’, zei ze en ze belde direct de huisartsenpost.

Kort daarna lag ik met een saturatie van 50 (!) in een ambulance. Van die rit herinner ik me niet veel, maar ik weet nog wel dat ik op de spoedeisende hulp zei dat ik niet gereanimeerd wilde worden. Na bijna drie weken werd ik wakker op de ic, aan de volledige beademing. Toen kwamen ze me vragen of ik inderdaad niet gereanimeerd wilde worden. Dat wilden ze wel even zeker weten, omdat het een aantal keren heel kritiek was geweest. Ik beaamde dat dat inderdaad mijn wens was. Je bent verpleegkundige, je kent de mogelijke uitkomst van een geslaagde reanimatie. Ik wilde per se niet leven als een kasplantje, maar ik had het nooit officieel vast laten leggen.”

De verpleegkundige lag vanaf dat moment wakker aan de beademing op de nood-ic. “Je bent er gewoon met je volle verstand bij”, vertelt Masselink over die periode. “Je ziet alleen maar toeters en bellen en onherkenbare mensen in beschermende pakken. Die beademing is beangstigend, maar dat geldt eigenlijk voor alles om je heen. Ik heb letterlijk diverse medepatiënten zien sterven. Moederziel alleen. Op een gegeven moment mocht ik na een negatieve COVID-test eindelijk naar de gewone ic. Daar zag ik voor het eerst mijn vrouw weer. Eerder hadden we contact via videobellen, maar dat was frustrerend, want je kunt niet praten, ik moest alles zeggen door op een letterkaart te wijzen.” 

‘Ik heb letterlijk diverse medepatiënten zien sterven. Moederziel alleen’

Op beide ic’s ontving Masselink fysiotherapie om weer op de been te komen. Letterlijk, want hij kon niet meer lopen. Pas op de reguliere ic werd de beademing gestaakt en daarna de ondersteunende zuurstof afgebouwd. “Daar heb ik nog twee weken gelegen. Er was een plaats in een revalidatiekliniek, maar om daarheen te kunnen, mocht ik niet meer afhankelijk zijn van zuurstof. Dat afbouwen en ook het fysieke activeren verliepen moeizaam. Zodra ik ook maar enige activiteit ondernam, zakte mijn saturatie weer.”

“Tijdens mijn laatste week op de ic werd ik ineens extreem benauwd toen men mij op mijn zij legde. Direct werd een scan gemaakt en daaruit bleek dat ik in beide longen embolieën had. De bloedverdunners werden opgehoogd en vanaf dat moment ging het steeds iets beter. Vervolgens ben ik overgeplaatst naar de longafdeling, waar ik nog anderhalve week heb gelegen. Tegen de tijd dat ik naar de revalidatiekliniek ging, kon ik zo’n 30 meter lopen met een rollator. Het is echt onvoorstelbaar, dat je op het ene moment een gezonde man bent en op het andere moment niet meer kunt lopen. Ik sportte twee à drie keer in de week, rookte al negen jaar niet meer, dronk zeer bescheiden en leefde gezond. En ineens pakt zo’n virus je en is er niets meer van je over.”

Tijdens de drie weken in de revalidatiekliniek herstelde de verpleegkundige vrij snel. Of tenminste, dat leek zo te zijn, want eenmaal thuis, merkte hij dat hij nog lang niet de oude niet was. “Er is mij verteld dat ik minstens een jaar moet uittrekken voor mijn herstel en dat het nog onduidelijk is of dat herstel volledig zal zijn. Dat vind ik enorm lastig, normaal sta ik als verpleegkundige aan het bed en nu ben ik de patiënt. Het is moeilijk om de balans te vinden tussen inspanning en rust. Ik word dan ook geregeld teruggefloten door mijn lijf.”

Ook in psychische zin heeft de afgelopen periode sporen nagelaten. Masselink vertelt dat hij het nieuws rond COVID-19 zoveel mogelijk mijdt, omdat hij dat te confronterend vindt. “En ik ben echt heel huiverig voor wat ik nu in de maatschappij zie gebeuren”, zegt hij. “Ik weet wat COVID aan kan richten en wat zo’n ic-opname doet. Gelukkig kan ik het navertellen, maar als je ziet dat ik nu 13 weken verder ben en nog steeds zo ver van mijn oude niveau, dan denk ik echt dat veel mensen te onvoorzichtig zijn. Dat virus kan zo weer opvlammen.”

‘Ik ben echt heel huiverig voor wat ik nu in de maatschappij zie gebeuren’

Masselink en zijn vrouw weten niet hoe en waar zij besmet zijn geraakt en wie van hen het eerst besmet was. Er waren achteraf gezien wel ‘gewone’ zieken in de werk- en leefomgeving, maar er werd niet getest, dus het blijft onduidelijk. “In ieder geval werd niemand zo ziek als ik, niemand op onze afdelingen en niemand in onze omgeving”, zegt hij. “We zullen het nooit precies weten. Wat ik wel weet, is dat ik zonder bescherming werkte.”

Inmiddels leeft het gezin van dag tot dag. De ene dag is beter dan de andere en Masselink wil graag weer aan het werk, maar denkt er nog maar niet te veel over na. Alle energie gaat naar het werken aan lichamelijk herstel en dat werpt zijn vruchten af. “Deze week ga ik op bezoek op de ic waar ik lag”, zegt hij. “Ik neem mijn petje diep af voor wie daar werken. Toen ik met ontslag ging, heb ik ze beloofd dat ik de volgende keer zelfstandig lopend binnen zou komen. Dat gaat deze week dus gebeuren en ik denk dat ik daar heel blij mee mag zijn.”

ZWiC

Onlangs ontving Mike Masselink een uitkering van de stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWiC) die is opgericht om zorgprofessionals die COVID-19 hadden en op een ic zijn verpleegd (of hun nabestaanden) financieel te ondersteunen met een eenmalige bijdrage. Kent u of bent u zo’n zorgprofessional of nabestaande, meldt u zich dan aan via zwic.nl.

Delen