Nissan Pulsar
De Pulsar mag het opnemen tegen gevestigde concurrenten in een deel van de markt dat niet groeit. Nissan begint daarbij vanaf ‘nul’. Heeft de Pulsar kans van slagen?
Tekst: Bart van den Acker
Onderhuids heeft de Pulsar de nodige overeenkomsten met de nieuwe Qashqai, die vorig jaar verscheen. De Pulsar is wel zo’n 100 kg lichter en veel lager dan de Qashqai. Dat heeft directe gevolgen voor bijvoorbeeld het brandstofverbruik. Wat heet, de Pulsar scoort op dat vlak zelfs heel goed. Met de enige leverbare benzinemotor, een 1,2 met turbo (85 kW/115 pk), reed ik gemiddeld een keurige 1 op 15,5. Volgens de boordcomputer was dat op een bepaalde rit (snelweg in de mist) zelfs 1 op 18. Daarbij lijkt zo’n 1,2 wat klein in een auto van dit formaat, maar hij is ook lekker soepel en stil, ofwel, hij lijkt groter dan die inhoud doet vermoeden. De enige andere motor die in de Pulsar wordt geleverd is een 1,5 liter diesel.
Prijs vanaf € 19.290,- VvAA Lease vanaf € 448,28 Bijtelling 25%
Er is nog een eigenschap waarmee de Pulsar me weet te verbazen: ruimte! Vooral achterin overtreft de Pulsar echt elke andere vijfdeurs middenklasser. Lange passagiers, en dan bedoel ik écht lang, richting de 2 meter, kunnen prima achterin zitten. Deze Nissan is zo de ideale auto voor een gezin met lange pubers. Dat interieurvolume is overigens niet ten koste gegaan van de bagageruimte, want met 385 liter inhoud is die ook groter dan gemiddeld.
Ideaal voor een gezin met lange pubers
Uiterlijk is de Pulsar een moderne, tamelijk onopvallende auto. Hij is netjes en ingetogen, en houdt zijn kwaliteiten verborgen voor de buitenwereld. Kwalitatief maakt Nissan consequent zeer sterke auto’s met een probleemloze en lange levensduur; van de Pulsar verwacht ik niet anders. Dat is een eigenschap die pas op langere termijn zijn waarde bewijst. Bij alle lof die ik deze Nissan al toewuif, hoort ook nog dat de Pulsar bijzonder prettig schakelt en koppelt en mooi nauwkeurig en niet te doods stuurt. Vering en schokdemping zijn best comfortabel.
Ik heb maar een paar ‘minpuntjes’. Zo vind ik de voorstoelen te vlak; zowel zitting als rugleuning bieden vrij weinig steun. Door de leren bekleding in de testauto zijn ze ook nog erg glad.
De test-Pulsar heeft een zeer uitgebreide uitrusting, waaronder het nodige op veiligheidsgebied. Denk daarbij aan waarschuwingen voor een auto in de dode hoek, voor het verlaten van de rijstrook en voor het te dicht op de voorganger rijden, enzovoort. Ik word alleen wel tureluurs van de ‘piepshow’ die daarmee gepaard gaat. Na een dag kijk ik niet eens meer waarom er nóu weer wordt gepiept en heb ik de neiging al die systemen uit te schakelen. En dat is natuurlijk ook weer niet de bedoeling.
Conclusie: aan de Pulsar zelf zal het niet liggen. Nissan moet z’n plek in dit deel van de markt heroveren en heeft daarvoor een prima product in huis. Nu is het de kunst potentiële kopers te interesseren en over de streep te trekken. Maak een proefrit, dat zegt bijna alles.