Onderzoek declaratiegedrag
De Nederlandse Zorgautoriteit onderzoekt of fysiotherapeuten zich wel aan de declaratieregels houden. KNGF vindt de regels te complex en niet in het belang van patiënten.
Tekst: Daan Marselis | Beeld: Shutterstock
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaat bij een aantal fysiotherapiepraktijken onderzoeken of er wel volgens de regels gedeclareerd wordt. Het platform voor fysiotherapeuten KNGF heeft er volgens woordvoerder Coen Sleddering bij de marktmeester op aangedrongen om in het onderzoek ook aandacht te hebben voor die regels. Volgens Sleddering zijn ze complex en verwarrend. “Van veel regels vragen wij ons af of ze zinvol zijn en of ze wel in het belang van de patiënt zijn.” Zo is het op grond van administratieregels niet toegestaan om ‘intake’ en ‘screening’, en de eerste behandeling op één dag te doen. “Voor de patiënt is dat onhandig, want die moet dan twee keer langskomen.” Veel fysiotherapeuten zouden beide verrichtingen daarom wel op één dag uitvoeren, maar ze verspreid over twee dagen declareren. Voor 2016 wordt dat overigens toegestaan. Nu kan dat bij de patiënt nog tot verwarring leiden.
Administratie
Het KNGF wil graag iets aan die complexe regelgeving doen en wijst in dat kader op ‘Het roer moet om’. Afgelopen jaar spraken verzekeraars, huisartsenverenigingen en de minister van VWS met elkaar af de regeldruk in de huisartsenpraktijk te verminderen. Hierover is de organisatie ook in gesprek met Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Sleddering: “In de zorg draait het om de behandeling van de patiënt. Een fysiotherapeut moet daarom zo min mogelijk tijd kwijt zijn aan administratie.”
Op verzoek van het KNGF kijkt de NZa in haar onderzoek nu dus ook naar de declaratieregels. NZa-woordvoerder Annelies van Dijk vertelt dat ze door middel van interviews willen achterhalen wat de achterliggende problematiek is als er dingen fout gaan. “Zodat wij de juiste maatregelen kunnen nemen. Als blijkt dat de regels te ingewikkeld zijn, zullen we ook daarnaar kijken.” Van Dijk wil verder niet te veel loslaten over het onderzoek. Dat zou het proces in de wielen kunnen rijden. “Bij de start van een onderzoek geven we dergelijke informatie niet.”
Aanleiding voor het onderzoek zijn signalen over het declaratiegedrag van fysiotherapeuten. Volgens de NZa meldden sommige verzekerden rechtstreeks bij hen, andere verzekerden hebben eerst hun behandelaar of hun verzekeraar ingelicht. Het onderzoek richt zich op de vijf meest voorkomende klachten. Meldingen werden onder meer gedaan over het onterecht declareren van toeslagen voor bijvoorbeeld thuisbehandeling, maar ook dat lange consulten als twee behandelingen op verschillende dagen werden gedeclareerd, dat groepstherapie als individuele zorg op de rekening stond, dat een duurdere behandeling in rekening werd gebracht dan was uitgevoerd en dat zorg ten onrechte bij de basisverzekering werd gedeclareerd. De fysiotherapeut declareerde bijvoorbeeld behandelingen voor chronische zorg, terwijl de patiënt geen chronische aandoening heeft.
Boetes
De NZa heeft de bevoegdheid om boetes op te leggen aan praktijkhouders die fouten maken bij het declareren. Dat geldt ook voor dit onderzoek, zegt Van Dijk. Maar ze vindt het prematuur om iets te zeggen over de hoogte van een eventuele boete. “Eerst moet blijken dat er iets aan de hand is.”