Openbaringen

Cometh the hour, cometh the woman. Deze week markeerde het voorlopige einde van vrijblijvendheid. Wat Nederland, de Tweede Kamer, en de minister-president de komende tijd doen, het zal allemaal de geschiedenisboeken ingaan als koersbepalend vanwege het extremisme dat nu zetelt in het Witte Huis. Ieder zal zich door zijn of haar daden tonen. Tegenover het onheil uit Washington stonden lichtpuntjes van verzet en actie. Chapeau voor mevrouw Ploumen.

Het was ook een week van openbaringen: de premier toonde zich in al zijn amoreel opportunisme, zijn partij in haar machtshonger, en president Trump, die toonde zich precies zoals hij zich het afgelopen jaar heeft getoond. Het enige dat zich daarin openbaarde, was de wishful thinking van mensen die eerder meenden of hoopten dat het mee zou vallen. De vloed aan leugens en misinformatie heeft ons weer eens met de neus op de feiten gedrukt, in elk geval: op de waarde ervan.

Lange tijd was dat niet zo belangrijk hier. Politieke verslaggeving ging vooral over het spel, zelden over de inhoud. Politicus van het jaar werd je, als je het goed deed op tv, een vlotte babbel had, of slim het spelletje had gespeeld. Noem het de van Mingelenisering van het publieke debat. Wie weleens gezapt heeft van Pauw en Witteman naar Newsnight weet waar ik het over heb.

Met al die focus op de spelers zijn we te vaak de bal uit het oog verloren

Oké, ik snap dat Nederland een coalitieland is, en dat daarom dat gepingel op de vierkante meter heus belangrijk is, maar met al die focus op de spelers zijn we te vaak de bal uit het oog verloren. Waarmee we afhankelijk zijn van doorzetters als Bas Haan.

Maar inmiddels is zelfs de discussie over feiten politiek gekaapt: je tegenstander beschuldigen van ‘feitenvrijheid’ of ‘alternatieve feiten’ is alweer een retorische wapen geworden, onafhankelijk van de vraag of de beschuldiging klopt. De burger denkt: wie checkt de factchecker? Voeg daaraan toe dat juist in een coalitieland de verkiezingsbeloften een kwetsbare relatie hebben met het latere beleid, dan blijft er uiteindelijk een waas over waarin men bijna niet anders kan dan stemmen op degene die het meest overtuigend overkomt. Bijna.

Want als er één voordeel is bij alle verschrikkingen die op ons afkomen onder Trump, dan is dat het feit dat als de zaken op scherp staan, je je niet meer kunt verschuilen met retoriek of woordenbrij. Dan gaat het om daden. Wat dat betreft heeft de premier precies de verkeerde afslag genomen door op dit moment met zijn smoezelig briefje te komen en te gokken op vreemdelingenhaat. In een week waarin we zien dat woorden inderdaad vergezeld gaan van daden. Dat het gaat uitmaken, wat voor stelling je neemt. Of je de daad bij het woord voegt. Of je morele ruggengraat hebt.

Als de zaken op scherp staan, kun je je niet meer verschuilen achter retoriek of woordenbrij

Wat heeft dit allemaal met de zorg te maken? Nou, behalve een oproep om initiatieven te steunen die het vrije woord van de wetenschap borgen, wel een beetje. Laat dit nou net de week zijn waarin een zorgverzekeraar haar belangen toonde. Voor de behandeling van het wetsvoorstel om winstuitkering in de zorg te verbieden, stuurde Achmea een brief waarin ze duidelijk maakte dat ze daar sinds de invoering van het zorgstelsel wel op gerekend hadden. Waarmee één van de beweringen die jarenlang als stoplap diende voor kritiek op marktwerking: ‘Ja maar zorgverzekeraars hebben geen winstoogmerk,’ ontmaskerd werd als een onwaarheid.

Toen het erom ging, toonde Achmea haar ware gezicht. En dat is niet primair gericht op het publieke belang. Betekent dit iets? Moet u daar iets van vinden? Moet de beroepsgroep daar iets van vinden? Of zeggen we weer: ‘Business as usual’?

Dan onze bijna afzwaaiende minister van VWS. Zij heeft, mede in overleg met de minister van Veiligheid en Justitie, aan de nieuwe Wet Verplichte ggz de ‘observatiemaatregel’ toegevoegd, die inhoudt dat de huidige grenzen met betrekking tot stoornis en gevaar in de BOPZ fors opgerekt worden en mensen bij slechts een vermoeden van een psychische stoornis en een vermoeden van een gevaar, drie dagen vastgezet kunnen worden.

Beroepsgroepen, patiëntenverenigingen en werkgevers in de ggz verwerpen dit voorstel, maar de minister zet door. Dezelfde minister die keurig de Open MIND-dag opende, bij een mooie anti-stigmadag in de ggz was, en te gast was op het Depressiegala.

Teleurstellende afsluiting ministerschap Schippers als het om destigmatisering gaat

Politiek, we weten het, is de kunst om twee tegengestelde waarheden tegelijk te kunnen bevatten en met verve te verdedigen, maar dit gaat meen ik over je waarden, en die zouden toch meer vastigheid moeten hebben, dunkt me. In de relevante krantenartikelen ging het stigmatiserend los over ‘tikkende tijdbommen’, het genuanceerde betoog van Bauke Koekkoek werd niet in haar verhaal betrokken. Wat mij betreft een teleurstellend einde aan haar ministerschap als het om destigmatisering gaat.

Delen