Over de schreef

Iedereen in de zorg maakt het wel een keer mee: seksuele intimidatie door een patiënt. Hoe ga je daarmee om? “Zelfs de meest verlegen student kan leren om er iets van te zeggen.”

Tekst: Richard Hassink | Beeld: Het Wonderlab

 

Tijdens haar co-schap kindergeneeskunde onderzocht Anna Verhulst, vijfdejaarsstudent geneeskunde in Maastricht, een jongetje met groeiachterstand. De jonge patiënt gedroeg zich erg verlegen. Dat viel ook zijn vader op. ‘Niet gek hoor, jongen’, zei hij, ‘papa vindt het ook een heel knappe dokter.’ Anna Verhulst kan zich het voorval nog levendig herinneren. “Ik voelde me er heel ongemakkelijk bij en wist niet goed hoe ik moest reageren.”

Waar Verhulst in het dagelijkse leven assertief en gevat is, sloeg ze in deze specifieke situatie helemaal dicht. Dat had ze als co-assistent al een keer eerder meegemaakt, toen een arts-assistent in de assistentenkamer van het ziekenhuis een dubbelzinnige opmerking maakte over een X-box-controller die maar bleef trillen in haar hand. Verhulst: “Hij zei: ‘Dat vind jij natuurlijk wel lekker, hè.’ Zo’n opmerking maak je misschien in de kroeg tegen een goede vriendin, maar niet in het ziekenhuis tegen iemand die lager in hiërarchie staat.” Verhulst deed er op dat moment niets mee, maar reageerde scherp en brutaal toen hij wat later een flauwe grap maakte. “Dat gaf het gevoel dat ik van me af had gebeten, daardoor kon ik het makkelijker loslaten.”

Lees verder (pdf).
02s-2015p010-012

Delen