Paddestoelenrisotto
Eke van der Ploeg, Bobby Pranger, Janneke Bolt, Nadine van Merode, Annemiek Prins, Karin Holm, Dwight Grondel zijn tweede- en derdejaars geneeskunde en wonen allemaal op kamers in Groningen (gefotografeerd in de keuken van Janneke).
Tekst: Monique Bowman | Beeld: Kees van der Veen
“We zitten met zijn achten in de Medische Carrièredag-commissie van medische faculteitsvereniging Panacea en eten één keer in de week samen voordat we met z’n allen gaan vergaderen. Waar we koken, wisselen we een beetje af. Meestal doen degenen die het vroegst klaar zijn alvast de boodschappen. Dit gerecht hebben we nu al een keer of drie gemaakt, want iedereen vindt het lekker.”
- 1,5 liter water
- 2 teentjes knoflook
- 4 sjalotjes
- 100 ml witte wijn
- 200 gr geraspte Parmezaanse kaas
- 500 gram spekjes
- 500-600 gram champignons en andere paddestoelen (bijvoorbeeld seizoensmelange AH)
- 750 gram risotto
- scheut olijfolie en klontje boter
- beetje oregano of peterselie
Snij de knoflook en sjalotjes in kleine stukjes. Snij de paddestoelen in plakjes. Zet een stevige pan op het vuur en doe er wat olijfolie in. Fruit de knoflook en sjalotjes. Doe daar de paddestoelen bij en bak ze tot het vocht er grotendeels uit is. Schep circa 2/3 van de paddestoelen uit de pan en hou ze apart, laat de rest in de pan. Doe de risottorijst erbij en de wijn. Blijf roeren tot de wijn volledig is opgenomen door de rijst. Bak ondertussen langzaam de spekjes in een andere pan. Als de wijn is opgenomen, voeg dan beetje bij beetje al roerend water bij de risotto, totdat het water is opgenomen en de rijst zacht is (let op dat het niet te zacht en zompig wordt!). Als de rijst gaar is, doe dan de apart gehouden paddestoelen en spekjes erbij. Blijf roeren, doe er een klontje boter en een handje geraspte Parmezaan bij. Dien op met de rest van de kaas en eventueel wat oregano of peterselie eroverheen gestrooid.