Pil

Toine van Benthem (Vlaardingen, 1953) is tandarts in Bodegraven. Zijn favoriete pil: de autobiografie Pil van cabaretier Mike Boddé.

Tekst: Frank van Kolfschooten | Beeld: De Beeldredaktie/Joost Hoving

“Depressieve patiënten krijgen vaak het advies alles van zich af te schrijven, wat voor buitenstaanders meestal onleesbaar proza oplevert”, zegt tandarts Toine van Benthem uit Bodegraven. “Maar het boek Pil van cabaretier Mike Boddé over zijn jarenlange strijd tegen een depressie is echt schitterend geschreven. Hij neemt je op ontroerende, maar ook humorvolle wijze mee in alle wanhoop en ellende die hij heeft doorstaan.” 

Boddé belandde begin jaren negentig in zo’n diep dal, dat hij de samenwerking met zijn cabaretpartner Thomas van Luyn moest staken. Zijn huisarts behandelde hem met een antidepressivum, waar Boddé mee stopte vanwege bijwerkingen. “Daarna zocht hij zijn heil bij allerlei alternatieve behandelaars, van een iriscopist tot een medium, bezoekjes die hem geen steek verder hielpen en die hij hilarisch beschrijft”, vertelt Van Benthem. “Hij keerde terug naar het reguliere circuit en kreeg uiteindelijk een antidepressivum voorgeschreven dat wel goed aansloeg.” 

Boddé schrijft in Pil ook met veel zelfspot over zijn manische kanten, een van de redenen waarom Van Benthem veel van zichzelf in hem herkent. “Gelukkig heb ik nooit zo’n gruwelijke depressie gehad als Boddé, maar ik heb wel een onbedwingbare neiging mij behoorlijk manisch in allerlei activiteiten naast mijn werk als tandarts te storten. Zo heb ik jarenlang aan cabaret gedaan, bijvoorbeeld als lid van cabaretgroep Purper en een kunsthandel en uitgeverij gehad.” Hij treedt al decennialang op, met bandjes en solo, als singer-songwriter. Vorig jaar verscheen zijn cd Extended Play met songs in americana- en jazzstijl, ook te beluisteren via Spotify, SoundCloud en YouTube.

​‘Boddé neemt je met humor mee in alle ellende die hij heeft doorstaan’

Van Benthem heeft ook al jaren een column in het Nederlands Tandartsenblad (nu NT-Dentz). Daarin schrijft hij over de eigenaardigheden van het vak, op een relativerende, vrolijke maar soms ook kritische manier. Bijvoorbeeld over het fenomeen dat tandartsen weinig feedback krijgen op hun omgang met patiënten. “Assistentes en patiënten lachen schaapachtig mee om elke slechte grap”, zegt Van Benthem. “Ik probeer mezelf vaak te relativeren en probeer patiënten op hun gemak te stellen met een ontregelende vraag, bijvoorbeeld hoe vaak ze hun auto wassen. Dat verstoort hun voorgeprogrammeerde houding en dat helpt.” Door zijn geheel eigen behandelstijl vinden patiënten het soms moeilijk om afscheid van hem te nemen na zijn vertrek naar een nieuwe waarneemlocatie. “Ik heb een aantal trouwe volgers die blijven komen, ook al moeten ze er een eind voor reizen.”

Delen