Favoriete pil – De mythe van normaal

Doortje Heemskerk (Naarden, 1975) is arts-microbioloog in het Gelderse Vallei Ziekenhuis in Ede. Haar favoriete pil: De mythe van normaal van de Hongaars-Canadese arts Gabor Maté.

Beeld De Beeldredaktie/Marco Okhuizen

“De mythe van normaal is een heel breed boek met verrassende inzichten over onze samenleving en de manier waarop zorgverleners daarbinnen moeten zien te functioneren”, zegt arts-microbioloog Doortje Heemskerk uit Amsterdam. “Het boek laat zich niet makkelijk samenvatten, maar de kern is dat mensen situaties normaal zijn gaan vinden die ingaan tegen hun natuur­lijke behoeften.

Zo stelt Gabor Maté de gerichtheid op economische groei en vermeerdering van bezit tegenover de behoefte aan verbinding, zingeving en authenticiteit. Daardoor heeft onze samenleving volgens hem, ondanks de hoog­ontwikkelde gezondheidszorg, te kampen gekregen met een epidemie van psychische en lichamelijke aandoeningen.”

‘Een van zijn thema’s is de verstoorde verhouding tussen lichaam en geest’

De Hongaars-Canadese voormalig huisarts en verslavingsarts betoogt dat blinde vlekken voor de gebreken van onze cultuur en leefstijl, van invloed kunnen zijn op de gezondheid. Een van zijn grote thema’s is de verstoorde verhouding tussen lichaam en geest. “Iedere arts weet dat lichaam en geest onlosmakelijk verbonden zijn, maar in het ziekenhuis regeert toch vooral de technische blik, sterk gericht op lichamelijke processen”, zegt Heemskerk. “Door die vernauwde blik en tijdgebrek hebben zorgverleners volgens Maté onvoldoende oog voor de oorza­ken van (chronische) ziektes. We moeten ook nadenken over de bredere kaders waarbinnen deze ziektes tot stand komen en onze maatschappelijke pijlen daarop richten.”

Maté beschrijft een reis naar Peru, waar hij met collega-medici in retraite ging bij sjamanen. Het verbaasde deze sjamanen dat hun gasten zo veel ‘negatieve energie’ met zich meedroegen. “Ze vroegen de medici of zij in hun werk wel ruimte kregen voor ‘ontlading’ vanwege het feit dat zij dagelijks werden geconfronteerd met de ziekte en ellende van hun patiënten”, zegt Heemskerk. “Sjamanen behoren tot de zogenaamde alternatieve genezers, maar ik denk dat ze een blinde vlek in ons werk aan­wezen. Wij zijn het als zorgprofessionals normaal gaan vinden om maar door te blijven gaan in een systeem met steeds meer patiënten met ernstige problematiek, die complexe zorg nodig hebben. Burn-outproblemen zijn in de zorg niet voor niets zo groot.”

In de opleiding leer je volgens Heemskerk al vroeg dat je de ellende die je meemaakt moet leren verdragen: “De bereidheid daartoe is groot, want dat is nu eenmaal het beroep van arts of verpleegkundige. Toch moet ook echt onderkend gaan worden dat de werkdruk voor zorgpersoneel een structureel probleem is dat om oplossingen vraagt.”

Delen