Poli geel

Het umc, waar ik moet zijn, is een gigantisch complex met verschillende ingangen. Maar gelukkig ken ik er redelijk de weg. Althans: ik weet welke ingang ik moet hebben. Maar al na een paar passen slaat – aangejaagd door de gebruikelijke spanning bij ziekenhuisbezoek – de twijfel toe: moet ik route 433 of 434 nemen? De routenummering blijkt door te lopen tot 999. Route 344 – een verwisseling van twee cijfers -brengt je naar het Student Information Point (STIP) en dat is natuurlijk niet de bedoeling!

Vroeger was het even simpel als duidelijk. De naam van de vier wachtruimtes in de polikliniek correspondeerde met de kleur van gigantische wandfoto’s: blauw, groen, rood en geel. Alleen kleurenblinden konden zich vergissen. Route 433, die ik moet hebben, brengt mij naar de gele wachtruimte. De gele bloemen op de muren zijn nu louter decoratief. Natuurlijk staat geel nog symbool voor vreugde, luchtigheid en lichtheid, maar een nare herinnering laat hier bij mij weinig meer van over.

Toen een oncologisch verpleegkundige ons kwam halen, wist ik dat het foute boel was

Ik weet nog precies waar wij zaten: moeder, een zus en ik. Toen niet de dokter maar een oncologisch verpleegkundige ons kwam halen, wist ik dat het – net als een vorige keer bij de oncologisch chirurg – foute boel was. Het gesprek draaide niet om moeder of de specialist maar om een groot scherm aan het hoofdeind van de tafel. Van boven naar beneden verschenen hierop door uitzaaiingen aangetaste longen. Voor de dokter de boosdoener. Maar besefte moeder dat het überhaupt om háár longen ging?

Het is opvallend rustig. Er lijkt meer personeel aanwezig dan dat er patiënten zijn. Ik mijd de plek vanwaar moeder toen voor de onheilstijding werd geroepen. Tegenover de gang waaruit de specialist zal komen om mij te halen zijn nog plaatsen vrij. Maar plots wordt van een andere kant mijn naam geroepen. Een assistente moet mijn bloeddruk en gewicht meten. Pal voor een doktersbezoek lijkt mij dat niet zo zinvol. Ze mijdt oogcontact. Ik durf niets te zeggen. Voor haar had mijn arm ook een stoelpoot kunnen zijn.

Vraag mij niet wie op het onzalige idee kwam de ‘groene wandelroute’ met een rode stippellijn te markeren

Gelukkig geen onheilstijding maar een goed gesprek. Voor de nefroloog die mij behandelt, zou de gemeten bloeddruk beslist te hoog zijn geweest. Maar inmiddels weet ik als ervaringsdeskundige dat je bij afwijkende bevindingen moet zoeken naar een specialist voor wie de betreffende waarde níet te hoog of te laag is. Om patiënten gerust te kunnen stellen – en wat is er belangrijker dan dat – is het geoorloofd om de grenzen tussen normaal en abnormaal zo nodig wat naar boven of beneden bij te stellen.

Het imposante ziekenhuiscomplex wordt omgeven door een terrein waar gelukkig nog niet alle natuur door beton is verdrongen. Voor wie na een gespannen polibezoek tot rust wil komen, kan overwegen om hier een wandeling te maken. Op een kaartje is een route aangegeven die gelukkig geen nummer maar een naam draagt: de ‘groene wandelroute’. Vraag mij echter niet, wie op het onzalige idee kwam om de ‘groene wandelroute’ met een rode stippellijn te markeren.

Delen