Recht op digitaal consult? 

Vraag

Tijdens een multidisciplinair overleg vraagt een huisarts of de andere zorgverleners ook steeds meer te maken krijgen met aanvragen voor een digitaal consult en hoe zij daarmee omgaan. De anderen beamen de toename en geven aan dat de patiënten verschillende rede­nen aandragen. Bijvoorbeeld dat de patiënt slecht ter been is en het lastig is om naar de praktijk te komen, dat de patiënt niet zelf over een vervoermiddel beschikt en het te kostbaar is om een taxi te regelen, dat het in verband met werk minder tijd kost en dat er dan geen oppas voor de kinderen hoeft te worden geregeld.

Tijdens het overleg blijkt dat de psycholoog nooit een dergelijk verzoek honoreert omdat zij van mening is dat de non-verbale communicatie bij digitale consulten verloren gaat. De diëtiste geeft daarentegen aan dat zij elk verzoek honoreert. De aanwezigen vragen zich af of patiënten recht hebben op een digitaal consult.

Antwoord

Zorgverlener mag nog zelf beslissen

Op dit moment hebben zorgverleners de vrijheid om al dan niet in te stemmen met een verzoek om een digitaal consult. Dit wordt anders als een wetsvoorstel in werking treedt dat wel een verplichting oplegt. Wanneer die inwerkingtreding plaats zal vinden, is nog niet duidelijk.

In het wetsvoorstel wordt onder een digitaal consult begrepen: een consult met behulp van een app of website waarbij sprake is van visueel contact. De verplichting houdt in dat als een patiënt om een digitaal consult verzoekt, de zorg ook digitaal moet worden gegeven, tenzij dan geen goede zorg kan worden verleend.

Richtlijnen benoemen de situaties die minder geschikt zijn voor een digitaal consult

De zorgverlener mag beslissen wanneer een digitaal consult niet verenigbaar is met het uitgangspunt van goede zorg, maar moet daarbij wel de toepasselijke richtlijnen in acht nemen. Bijvoorbeeld voor artsen de Handreiking videoconsulten (KNMG). Hierin worden situaties genoemd die minder geschikt zijn voor een digitaal consult. Het betreft onder meer spoedeisende situaties, situaties waarin lichamelijk onderzoek noodzakelijk is en het geval dat de patiënt niet in staat is om het consult digitaal uit te voeren (bijvoorbeeld door onvoldoende technische vaardigheden). De zorgverlener moet kunnen motiveren waarom in een concreet geval digitaal geen goede zorg geleverd kan worden.

Shirin Slabbers is advocaat gezondheidsrecht en klachtenmanager VvAA Stichting Rechtsbijstand en Legal. Lees al haar artikelen

De toezichthouder IGJ zal erop toe zien dat de weigeringsbevoegdheid niet wordt misbruikt om de toegang tot digitale consulten feitelijk te blokkeren. Daarnaast kan een patiënt een klacht over de weigering indienen bij bijvoorbeeld een tucht­college of geschillencommissie.

Voor zorgaanbieders en zorgverleners is het van belang om in de gaten te houden of en wanneer de verplichting tot het houden van een digitaal consult in werking treedt, en tijdig zorg te dragen voor de mogelijkheid om aan die plicht te voldoen. Ook zal dan moeten worden nagegaan welke regels van toepassing zijn op het toe- dan wel afwijzen van een verzoek. In het kader van het IGJ-toezicht en eventuele klachten is het goed om de motivering van een afwijzing in het dossier te noteren.

Delen