‘Revalideren is net zo goed topsport’
olympische spelen / oud-zwemmer en fysiotherapeut Maarten Brzoskowski
Van topsporter naar sportfysiotherapeut: dat was het plan van oud-zwemmer Maarten Brzoskowski (28). Maar tijdens zijn studie ontdekte hij dat hij liever patiënten dan sporters behandelt. “Ik krijg ongelofelijk veel energie van mijn werk in het ziekenhuis.”
Op zaterdag 6 augustus 2016 stond ik op het blok van het 50 meterbad in Rio om de acht belangrijkste baantjes van mijn leven te zwemmen. Het is een wedstrijd als elke andere, hield ik mezelf voor. Maar dat was het natuurlijk niet.
Voor deze Olympische race had ik ruim vier jaar keihard getraind. Mijn doel was een persoonlijk record te zwemmen. Dat lukte helaas niet, maar met mijn 18e plaats op de 400 meter vrije slag eindigde ik wel als beste Nederlander. Drie dagen later wisten we met de estafetteploeg op de 4 x 200 meter zelfs de finale te halen. Daarin werden we uiteindelijk zevende. Een fantastische prestatie, waar ik nog altijd trots op ben.
Stapje terug
Als topsporter heb je van nature interesse in het menselijk lichaam en hoe je dat fit houdt. Misschien dat het werk van de fysiotherapeuten bij onze zwemclub me daarom zo boeide. De keus voor de studie fysiotherapie was dus snel gemaakt. Door mijn intensieve trainingsschema – ik trainde dertig uur per week – zou ik daar wel acht jaar over doen. Vooral het plannen van mijn eindstage bleek lastig.
Uiteindelijk moest ik in 2021 in de sport een stapje terugdoen om mijn opleiding te kunnen afronden. Dat vond ik trouwens helemaal niet erg; na zo veel jaren alles aan de kant te hebben gezet, was ik er echt aan toe om van het gewone leven te gaan genieten.
Kwetsbare gezondheid
Mijn oorspronkelijke plan was om als fysiotherapeut bij een sportploeg te gaan werken. Maar gaandeweg kwam ik erachter dat ik liever zelf sport dan dat ik andere sporters help. De plek waar ik nu werk, het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, is zo ongeveer het andere uiterste. Hier begeleid ik
klinische patiënten met vaak een heel kwetsbare gezondheid. Bijvoorbeeld een vrouw met een hersenvliesontsteking, een longontsteking en hartfalen.
Toen ik haar ontmoette, kon ze vanuit bed nauwelijks haar arm optillen om me een hand te geven. Inmiddels doen mijn collega’s en ik krachttraining met haar. Echt geweldig, daar krijg ik zo veel energie van. Revalideren is net zo goed topsport.
Crossfit
Als sporter was ik gewend alles te geven. In mijn werk doe ik dat ook. Lukt het niet op één manier om een patiënt te helpen, probeer ik wel een andere. Want opgeven is geen optie. Mijn kennis over gezonde voeding en trainingsschema’s komt in mijn werk ook goed van pas. Bijvoorbeeld bij het begeleiden van obesitaspatiënten die een maagverkleining of -omlegging krijgen.
Zelf leef ik trouwens nog steeds een beetje als topsporter. Ik plan en kook twee keer per week al mijn – gezonde – maaltijden. Verder zorg ik dat ik voldoende slaap en sport ik iedere dag. Nee, zwemmen doe ik niet meer, mijn nieuwe passie is crossfit. Dat is een intensieve workout waarbij je verschillende sporten – gewichtheffen, atletiek en gymnastiek – combineert. Of ik daarin ook zo competitief ben? Zeker weten. Bij crossfit doe je met een vaste groep tegelijk je oefeningen. De scores verschijnen op een groot bord. Als ik binnenkom, heb ik maar één doel: winnen.
Maarten Brzoskowski (1995) nam in 2016 deel aan de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. In datzelfde jaar won hij goud op het EK met de estafetteploeg op de 4 x 200 meter vrije slag. Sinds november werkt Brzoskowski – nog steeds Nederlands recordhouder op de 400 meter vrije slag – als fysiotherapeut in het Catharina Ziekenhuis.
Lees ook de verhalen van andere zorgprofessionals én oud-topsporters