Second opinion onder vuur

De discussie over kostenbeheersing in de gezondheidszorg via het basispakket, vlamt geregeld op. Deze keer ligt – als gevolg van een enquête onder VvAA leden – de vergoeding voor second opinion onder vuur. Een analyse.  

Tekst: Marjan Enzlin

 

Dat tweederde van de zorgprofessionals vindt dat de second opinion geheel of gedeeltelijk uit het basispakket kan – zoals begin mei bleek uit een enquête van Arts en Auto en het NCRV opinieprogramma Altijd Wat – houdt de gemoederen sindsdien bezig. Dat de Orde van Medisch Specialisten (OMS) bij monde van voorzitter Frank de Grave de uitkomsten ook nog eens herkende én bevestigde dat de vergoeding van second opinion wat de OMS betreft gedeeltelijk ter discussie mag komen te staan, zorgde helemaal voor veel commotie. Overal in de pers kwamen patiënten aan het woord voor wie de second opinion van levensbelang was geweest en partijen als Best Doctors (die handelen in second opinions in het buitenland) lieten geen kans ongemoeid om de importantie van de ‘tweede mening’ voor het voetlicht te brengen. Niettemin bleek uit de enquête dat onder zorgprofessionals – en daarmee worden dus niet alleen artsen bedoeld – een brede consensus bestaat: de tweede mening leidt niet vaak (volgens de meesten in minder dan 10 procent van de gevallen) tot een andere diagnose en de vergoeding zou geheel of gedeeltelijk voor rekening van de patiënt mogen komen.

Lees verder (pdf).

 

Delen