Uit de oude doos XVI
In 1961 schrijft Arts en Auto dat melk nachtblindheid tegengaat en daarmee ongelukken voorkomt. Dat zou blijken uit een Duits wetenschappelijk onderzoek. Op basis van die uitkomst plaatsten de overheden van Duitsland, Engeland, Oostenrijk en Zwitserland melkautomaten langs hun snelwegen. Nederland deed dat ‘uit veiligheidsoverwegingen’ niet (welke gevaren ons allemaal bedreigden, meldt het artikel niet).
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw werd het drinken van melk sterk gepropageerd. Schoolmelk werd standaard, melk was goed voor elk, hoe meer hoe beter, liefst minimaal drie bekers per dag. Joris Driepinter liet vanaf 1968 keer op keer de spectaculaire resultaten zien. Een olifant optillen? Joris Driepinter draaide er zijn hand niet voor om.
Vandaag de dag wordt betwijfeld of melk wel zo gezond is; een waarheid als een koe, zoals in 1961, is het al lang niet meer. Er zijn tegenstanders die menen dat het zelfs ongezond is en zure vragen stellen. Werd de toenmalige heiligverklaring van de zuiveldrank niet vooral ingegeven door melkplassen en boterbergen? En hoe onafhankelijk en betrouwbaar waren die wetenschappelijke onderzoeken waarin de zegeningen van melk werden ‘bewezen’? Het in Arts en Auto aangehaalde onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de bedrijfssector Landwirtschaft und Viehzucht: landbouw en, juist ja, veeteelt.