Uit de oude doos XXXI
In 1997 werd Google op internet gelanceerd. Sindsdien kunnen wij daar metveel van onze vragen terecht. Vierenzestig jaar geleden moest men de antwoorden elders zoeken.
In november 1951 verhaalt een V.v.A.A. lid in Arts en Auto over iets dat hij’s avonds onderweg tijdens een oktoberstorm zag. “De rijksweg was vol kikvorsen, lustig Zuidwaarts springend. Voor zover ik kon nagaan – ik voelde geen lust bij regen uit mijn wagen te stappen voor het stellen ener juiste diagnose – waren het blaaskaakjes van de, eetbare, soort Rana esculenta. Zijn er lezers”, vraagt de medicus, “die mij deze mysterieuze herfsttrek kunnen verklaren?”
Kikkerkunde
Uit ingezonden reacties in de volgende Arts en Auto’s blijkt de kikkerinvasie ook elders in het land gesignaleerd. Maar de genoemde kikkersoort wordt betwijfeld. Betrof het hier niet, de minder eetbare, Rana viridis?
Er komt ook een verklaring voor het verschijnsel: “Moederkikkers gaan tijdens warme herfststormen met hun jongen op zoek naar nieuwe Jachtvelden. Wanneer ze daarna huiswaarts keren, springen ze soms, door gedraaide wind, hun woonoord voorbij. De vaders kwijnen dan soms weg van verdriet.’ Dit nogal fabelachtige verhaal zal wel kloppen, het komt van de Nederlandse Vereniging van Kikkerkunde.
Anno 2015 is op internet gemakkelijk uitleg te vinden over de najaarstrek van amfibieën. Informatie over de Vereniging van Kikkerkunde laat zich lastiger opsporen. Dat gezelschap lijkt, in ieder geval op Google, gone with the wind.