Vertrouwen
In de discussie die op dit moment op Artsenauto.nl wordt gevoerd over artikel 13 (Exit vrije artsenkeuze en Tweede kamer aan zet) krijg ik onder meer te horen dat ik te veel vertrouwen in de zorgverzekeraars heb. Dat is niet het geval. Primair heb ik vertrouwen in de zorgprofessionals, die kwaliteitsstandaarden voor hun werk opstellen (waarbij de patiëntuitkomst een van de belangrijkste uitkomstmaten hoort te zijn) en vervolgens zeggen: hierop willen we worden afgerekend. Het is dan aan de zorgverzekeraars om dit inderdaad te doen, in de contractering.
Minder vertrouwen heb ik in mijzelf. Ziek word ik alleen. Ik kan steun krijgen van mensen die van mij houden en zorg van mensen die hierin gespecialiseerd zijn, maar ik bent zelf die zieke persoon. Bij hartproblemen weet ik dat ik naar een cardioloog moet, bij kanker moet ik naar een oncoloog. Weet ik dan wie de beste cardioloog is? Ken ik de beste oncoloog voor mijn type kanker? Ik geloof dat niet. En ik geloof ook niet dat het paternalistisch is om dit te stellen, zoals ik in een andere reactie las. Ik ken gewoon mijn grenzen.
5 reacties
Beste Frank,
Eerlijk gezegd, ik vertrouw iedereen grotendeels en wantrouw iedereen een beetje. Ik heb met vallen en opstaan geleerd: zonder onderscheid des persoons, want ik kan me enorm vergissen in mensen.
Er zijn zeker ook redenen om verzekeraars te wantrouwen. Maar waarom hen meer wantrouwen meer dan zorgverleners? Doen verzekeraars niet aan kwaliteit en werken die volkomen willekeurig? Is alle zorg nou echt zo zorgvuldig? Veel medische handelingen zijn nog steeds niet wetenschappelijk gevalideerd bijvoorbeeld. Zorg is vaak net zo’n hocus-pocus als bijvoorbeeld verzekeren. Zó ver staat de moderne arts nog niet af van de medicijnman. Maar ook daar geldt: daarom treed ik een arts niet bij voorbaat wantrouwend tegemoet.
Ik blijf het merkwaardig vinden, dat sentiment dat zorgverleners ‘betere mensen’ zijn. Natuurlijk, alle waardering, maar het zijn net mensen. Net als verzekeraars, bloggers, …
Wellicht geheel ten onrechte, maar ik denk van mezelf bijvoorbeeld ook dat ik met de beste bedoelingen werk. Ik vermoed dat de gemiddelde medewerker van een verzekeraar dat ook van zichzelf denkt.
Het helperssyndroom. Zodra je denkt ‘beter’ te zijn, sluit je je af voor impulsen van buiten, en word je dus juist minder goed. Datzelfde geldt als je (als zorg) de buitenwereld (verzekeraars) met een wantrouwender oog beschouwt dan de ‘binnenwereld’: je ziet wat je wilt zien, dat weten we allemaal, dus als je verzekeraars meer wilt wantrouwen dan je collega’s, zul je in die wens bevestigd worden door schijnbaar objectieve feiten.
Misschien is dat wel de kern van de problematiek van de in zichzelf gekeerde zorg.
Hmm, je inspireert me weer voor een eigen blog 🙂
Groet,
Otto
Otto Reuchlin
17 maart 2014 / 11:33Mooie nuancering Otto. En ik zie jouw blog graag tegemoet.
Frank van Wijck
17 maart 2014 / 11:38De heren hebben blijkbaar nog niet gehoord van het ‘Stockholm’ syndroom?
Verzekeraars verdelen de geïnde premies over de deelnemers naar gelang de zich ontwikkelende schadelast. Vooraf bepaalt echter in Nederland de maximale uit te keren schadelast, 50% te voldoen uit het inkomensafhankelijke, afgetopt, zorgverzekeringsfonds, en de andere helft uit de nominale premie, vooraf berekent door VWS, de Overheid; de theoretische rekenpremie. Dat moet na het overleg tussen ZN/ZN-leden en VWS de kosten dekken van de geraamde schadelast en het basispakket.
De prikkel voor verzekeraars in Nederland is nu dat zij het verschil tussen geraamde schadelast en daadwerkelijk gerealiseerde schadelast mogen houden. Dat mogen zij uitkeren of oppotten als reserve voor slechte tijden. Het zijn immers ‘onafhankelijke’ private ondernemingen, werkend voor eigen risico en rekening, waarover de Minister naar eigen zeggen niets te zeggen heeft.
Over blinde vlekken gesproken.
Daarom hebben verzekeraars een hekel aan open einde regelingen, voor wat betreft uitkeringen aan zorgaanbieders, maar weten niet van ophouden hun verzekerden alles te beloven.
De hype van de uitkomst honorering is dan ook als manna uit de hemel voor verzekeraars. Ook de Overheid ziet het wel zitten. Geen lumpsum, geen open einde, afkeuringen wegens niet voldoen aan contractueel opgelegde afspraken, tot 5 jaar na aangaan van de verbintenis; de meest gunstige variabele die er voor ambtenaren en verzekeraars is te bedenken.
Is dan ook nergens in de wereld verder ontwikkeld, de problemen en onmogelijkheden, moreel en ethisch, zijn bekend. Maar Nederland gaat het toch doordrukken.
Even een belletje naar China om te leren dat het niet werkt wellicht? Waarom is dat oeroude experiment gestopt? Waarom is het ooit gestart? Welke motieven lagen er bij de toenmalige Keizer aan ten grondslag?
Waarom blijft de mythe van uitkomst honorering en beloning voor gezondheid juist in Nederland bestaan?
Geen geheugen, geen geweten en geen moraal.
Wie zijn hier nu in zichzelf gekeerd?
Lees het advies van de NZa tav bekostiging huisartsen; “betaal je huisartsen per verrichting dan blijven zij binnen in hun praktijk omdat zij dan omzet mislopen, betaal je huisartsen per lumpsum dan maakt het niet uit hoeveel zij doen, maar gaan zij rustig overleggen met andere Eerste, en mogelijk Tweede, lijners, omdat zij hun geld toch wel krijgen. Maar geen inschrijftarief. Dat maakt huisartsen tot ambtenaren”. “Mensen in loondienst produceren minder dan mensen die voor eigen rekening en risico werken; er moet een economische prikkel zijn en blijven voor zorgaanbieders….”
Wie houdt nu wie gevangen?
Wat is het ‘Stockholm’ syndroom nu?
Dat is voer voor een blog van wie?
anh jansen
17 maart 2014 / 12:07@ Frank van Wijk @ Otto Reuchlin: er is toch een erg groot verschil tussen de zorgverzekeraar en de zorgverlener. De eerste is doorgaans een bureaucratische moloch, met anonieme medewerkers die zich kunnen verschuilen achter een callcenter, en veel ronkende marketingtaal. Zorgverleners verlenen zorg. En hebben echte interactie, met echte mensen die hulp nodig hebben. Het is ridicuul om zorgverzekeraars met zorgverleners te vergelijken als het gaat om vertrouwen.
Edwin Brugman
17 maart 2014 / 13:21Lees het Financiele Dagblad en hoor het van een ander:
http://fd.nl/economie-politiek/445483-1403/ook-verzekeraar-hekelt-complex-zorgstelsel
“Oplossing
De complexiteit van het systeem stelt enorme controlemechanismen in het werk bij alle partijen, constateert Monissen. Zorgverzekeraars, de zorgautoriteit en het ministerie: iedereen investeert veel geld en menskracht in fraudebestrijding.”
En bedenk wel dat al in 2004 de Minister van VWS zich ervan bewust was dat juist de zorgverzekeraars het meeste baat zouden hebben met dit hybride complexe systeemmodel.
Lees de kamerstukken.
“Stockholm” syndroom. Daar lijden de zorgaanbieders in ieder geval niet onder.
Waar werkte overigens Diana Monissen voordat zij kwam te werken bij DFZ? En werkte zij daar mee aan de ontwikkeling van het hybride complexe systeemmodel? En Roger van Boxtel? Stemde hij voor of tegen het hybride complex systeemmodel? En waar kwam hij na zijn stem te hebben uitgebracht terecht?
De boter is niet aan te slepen.
Wat adviseerde de Raad van State ook alweer?
Recht of Schade? Robert Vonk heeft het allemaal netjes opgeschreven, ondanks het feit dat de archieven van veel (zorg) verzekeraars voor hem gesloten bleven.
Zorg is in Nederland een te verzekeren Schade en dat is de kern van het probleem.
anh jansen
17 maart 2014 / 13:50