Volkswagen Polo
Uiterlijk is de nieuwe Polo nauwelijks veranderd, maar binnenin zijn er wel wat verschillen met het vorige model. Vernieuwende technieken zijn alleen in de duurste versies toegepast.
Tekst: Bart van den Acker
Niemand zal durven beweren dat de Polo dringend aan vernieuwing toe is. De vormgeving kan nog jaren mee en daarom is het slim dat het uiterlijk van het nieuwe model slechts op details is veranderd. Wie rijdt in een eerdere Polo, ervaart deze dus niet als ‘een oud model’. Dat is positief voor de restwaarde en kenmerkend voor de werkwijze van het merk Volkswagen.
Prijs vanaf € 36.995,- VvAA Lease vanaf € 659,03 Bijtelling 20-25%
De modelvernieuwing betreft ook nu weer vooral onderhuidse aspecten. Zo fungeren de 1,0 liter driecilindermotoren uit de Up! nu ook als basismotoren in de Polo, en komt veel van de techniek overeen met de techniek van de Golf. Dat is vooral efficiënt in de productie, maar voor consumenten zijn het geen veranderingen van belang.
Belangrijker voor kopers is dat er veel vernieuwende techniek is toegepast. Althans, in de duurste versies. Dat geldt bijvoorbeeld voor een tabletachtig touchscreen dat via speciale apps is te verbinden met een smartphone.
Hetzelfde geldt voor de cruise control die de afstand tot de voorligger constant houdt, een systeem dat waarschuwt in geval van vermoeidheid van de bestuurder en een systeem dat in stadsverkeer remt als de bestuurder dat niet tijdig doet. Prachtig allemaal, maar helaas zoals gezegd alleen te vinden in de duurdere versies. Wél standaard in alle versies is een systeem dat na een aanrijding de remmen ‘vast’ zet en zo voorkomt dat de auto doorrolt en nog meer schade oploopt.
Met het interieur zit de Polo bijna op Golf-niveau
De Polo was in 2009 heel acceptabel qua ruimte, maar is intussen op dit vlak voorbijgestreefd door concurrenten als de Toyota Yaris en de Fiat 500L. De bagageruimte is redelijk, met als handig detail dat de opklapbare dubbele vloer overeind kan blijven staan. Het dashboard is vernieuwd en nu voor alle uitvoeringen netjes afgewerkt, dat was in het verleden wel anders. Al met al is het een keurig interieur, de Polo zit hiermee bijna op Golf-niveau. Ook de voorstoelen zitten lekker. Het veercomfort van de Polo is prima en binnen in de auto is het stil; alleen op ruw asfalt of op hogere snelheid hoor je het ‘afrolgeluid’ van de banden. Wel een minpuntje: de vijfbak schakelt soms wat stroef.
De genoemde 1,0 liter drie-cilinders lijken wat ondermaats voor de Polo, maar met de 1,2 liter viercilinder met 66 kW/90 pk kwam mijn testauto goed uit de verf. Veel details die eerder waren voorbehouden aan de zuinige ‘BlueMotion’-uitvoeringen, zitten nu op elke Polo. Dat is mooi, het helpt beslist in het verbruik, al was ik niet ondersteboven van het gescoorde gemiddelde van net geen 1 op 15.
Conclusie: de Volkswagen Polo, een uniseks-auto bij uitstek, blijft een sterke positie innemen in het zogenaamde B-segment. Dat wordt nog versterkt door het prijsniveau, dat gemiddeld lager ligt dan bij de vorige versie.