Voordeel van lager inkomen
Veel specialisten richtten afgelopen jaar een persoonlijke holding op. Feitelijk geldt die besloten vennootschap als werkgever. Dat kan tot verrassingen leiden in de inkomenssfeer.
Tekst: Daan Marselis | Beeld: Shutterstock
Veel vrijgevestigde specialisten kregen er dit jaar een titel en een aanstelling bij. Ze werden zowel directeur-grootaandeelhouder (DGA) als werknemer in hun persoonlijke holding bv. Vanuit die bv voeren ze hun werkzaamheden uit in het medisch specialistisch bedrijf. Dankzij deze constructie behouden ze hun vrije ondernemerschap. Op de werkvloer is er niets gewijzigd, maar financieel en fiscaal is het een wereld van verschil.
Om te beginnen ontvangen de specialisten die het betreft niet langer een maatschapsdeel, maar krijgen ze vanaf
1 januari 2015 een salaris. Dat betalen ze zichzelf vanuit de holding bv. Ze kunnen zelf bepalen hoe hoog dat salaris is, maar moeten daarbij wel aan de eisen voldoen die de Belastingdienst heeft gesteld. Dat betekent dat ze zichzelf een ‘gebruikelijk loon’ moeten betalen. Dit bedrag wordt door de Belastingdienst vastgesteld. Die kijkt daarbij naar de hoogte van het salaris van werknemers met een vergelijkbare functie. Voor fulltime werkende specialisten is het gebruikelijk loon vastgesteld op 160.000 euro per jaar.
Onverstandig
DGA’s waren dit jaar verplicht zichzelf ten minste 75 procent van het gebruike-lijk loon toe te kennen. Voor medisch specialisten is dat dus 120.000 euro. Dat komt neer op 10.000 euro per maand, fors lager dan het maatschapsdeel van 20.000 euro per maand dat ze tot en met 2014 nog ontvingen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat specialisten nog maar de helft verdienen. Het betekent alleen dat een fors deel van het inkomen vastzit in die persoonlijke bv. En dat heeft een goede reden. “Want jezelf meer dan die 120.000 euro salaris uitkeren is heel onverstandig”, zegt belastingadviseur Gertjan Portman van VvAA. “Dat komt doordat specialisten met een persoonlijke holding bv behalve inkomstenbelasting, ook vennootschapsbelasting en aanmerkelijk belangheffing moeten betalen.”
“Ik geef een rekenvoorbeeld”, zegt Portman. “Stel, ik heb met mijn bv na aftrek van kosten een netto-omzet van 100.000 euro. Daarover moet ik 20 procent vennootschapsbelasting betalen, zijnde 20.000 euro. De resterende 80.000 euro keer ik aan mezelf uit. Maar omdat ik als DGA meer dan 5 procent van de aandelen bezit, moet ik over dat bedrag de aanmerkelijk belangheffing betalen. Dat is 25 procent. In dit rekenvoorbeeld is dat dus nog eens 20.000 euro. Onder de streep is er dan nog 60.000 euro over. In totaal betaal ik over de winst dus 40 procent belasting.”
Daarmee wordt de winst van de onderneming minder belast dan het salaris van de DGA. Voor het salarisdeel boven de 57.000 euro geldt in Nederland immers het belastingtarief van 52 procent. “Het is daarom de kunst om het salaris zo laag mogelijk te houden, zodat je zo veel mogelijk winst uit je onderneming kunt halen”, zegt Portman. “De regeling voor het gebruikelijk loon is dan ook door de wetgever in het leven geroepen om te voorkomen dat ondernemers zichzelf helemaal geen salaris meer betalen.”
Portman merkt evenwel op dat veel specialisten nog niet aan de nieuwe situatie gewend zijn. Zij laten zichzelf nu bijvoorbeeld alleen het salaris uitbetalen, maar komen dan gaandeweg het jaar toch in de financiële problemen. Het salaris is immers fors lager dan het maatschapsdeel dat ze gewend waren te ontvangen, terwijl verplichtingen zoals de hypotheek ongewijzigd blijven. De oplossing is dan om bijvoorbeeld geld te lenen van de bv via een rekening-courant constructie. Op die manier mogen DGA’s jaarlijks 17.500 euro op-nemen door te pinnen met de pas van de bv.
Andere oplossing
Een andere oplossing is om een deel van de winst al voor het einde van het jaar uit de onderneming te halen. “Dit moet wel formeel en goed geregeld worden”, zegt Portman. “DGA’s die geld uit hun onderneming halen, moeten dit bij de Belastingdienst melden. Vervolgens betalen ze 15 procent dividendbelasting over het uitgekeerde bedrag.”
Het is daarbij niet zo dat dit leidt tot een hogere belastingafdracht. De dividendbelasting is een voorbelasting voor de aanmerkelijk belangheffing. Dat betekent dat specialisten die 10.000 euro uit de bv halen, daarover eerst 1500 euro aan dividendbelasting betalen en dan aan het einde van het jaar nog eens 1000 euro aanmerkelijk belangheffing afdragen. Zo komt die laatste heffing nooit boven de 25 procent uit.
Daarmee verschilt de constructie sterk van het maatschapsmodel dat veel specialisten kenden. “Toen betaalde je inkomstenbelasting over de omzet en de rest was gewoon van jezelf”, zegt Portman. “In de nieuwe regeling blijft er geld in de bv en je kunt het er niet zomaar uit halen. Het hele denken wordt dus anders.”
Voor meer informatie: medischspecialisten@vvaa.nl; 030 247 42 45.