Zekerheid voor nabestaanden

Fysisch antropoloog George Maat (69) identificeerde oorlogsdoden in Kosovo en slachtoffers van de tsunami en de MH17-ramp. Ondanks zijn pensionering en de ophef rond zijn ‘MH17-lezing’, helpt hij desgevraagd zo weer mee bij dit extreem zware werk. Wat hem drijft? “Nabestaanden moeten zekerheid  krijgen, pas dan kunnen ze rouwen.” 

Tekst: Wout de Bruijne | Beeld Piroschka van der Wouw/DB

Het was niet de bedoeling dat ik de anatomie in zou gaan. Een jaar na mijn studie geneeskunde in Leiden promoveerde ik in 1974 op de embryologie van de schildklier. Daarna zou ik mij specialiseren tot kno-arts. Maar eerst gingen een collega en ik twee jaar naar Suriname. Dat land stond destijds aan de vooravond van de onafhankelijkheid en had geen medische faculteit. Wij zetten in Paramaribo een anatomisch lab op en gingen doceren.

Op enig moment kreeg ik, als gevolg van wegenaanleg langs de Surinaamse kust, botresten uit de precolumbiaanse tijd onder ogen. Het intrigeerde me. De beenderen waren grotendeels incompleet, maar desondanks moest je er toch íets over kunnen zeggen, dacht ik. Ging het om een man of een vrouw, hoe oud en
hoe groot was die persoon, was er sprake van ziekte? Ik wilde de doden iets van hun identiteit teruggeven. In die periode sneuvelde mijn voorgenomen kno-carrière. Ik werd de anatomie ‘ingezogen’.

Lees verder (pdf).

AA112015p036-037

Delen