Aandacht voor personeelsbeleid

Voor werkgevers in de zorg is personeelsbeleid vaak een ondergeschoven kindje. Dit kan grote financiële gevolgen hebben. Investeren in een stevige structuur verdient zich vaak terug.  

Tekst: Roel Notten

 

Het is een open deur, maar daarmee niet minder waar: praktijkhoudende zorgprofessionals willen vooral zorg verlenen en HR- of personeelsbeleid, ach, dat doen ze er gewoon een beetje bij. Maar dat is geen verstandige keuze. Volgens Jeroen Woertman, manager P&O advies en Werkgeverszaken bij VvAA, kan een gebrek aan aandacht voor HR-zaken ertoe leiden dat werkgevers vaker dan nodig met verminderde motivatie of zelfs arbeidsrechtelijke kwesties te maken krijgen.

In geval van conflicten of disfunctioneren moeten werkgevers rekening houden met de contractuele rechten van de werknemer. Met alle gevolgen van dien. “De speciale VvAA P&O-adviseurs krijgen veel vragen over verzuim”, stelt Woertman. Het gaat dan vaak om acute situaties, aangezien kleine zorgpraktijken door een langdurige afwezigheid van slechts één werknemer hard geraakt kunnen worden. Dat leidt algauw tot grote financiële en organisatorische problemen.”

In dergelijke gevallen helpt de VvAA P&O-adviseur de werkgever om de ergste brand te blussen, maar dat is volgens Woertman niet voldoende. Hij pleit er daarom voor om de structuur onder het gehele HR-beleid helemaal op orde te hebben. Dit verkleint de kans dat zich in de toekomst opnieuw incidenten voordoen waarbij de oplossing kostbaarder is dan het voorkomen. “De VvAA P&O-adviseurs kijken fundamenteel naar de organisatie van het HR-beleid. Zo inventariseren we arbeidscontracten, reglementen en bestaande afspraken rondom verzuim: zijn de procedures duidelijk omschreven? Houden mensen zich aan deze regels? Ook kunnen we sam[en een format bedenken voor het voeren van functioneringsgesprekken of het ontwikkelen van effectieve werkoverleggen.”

Besparing
Als verzuimbeleid, arbeidscontracten en huishoudelijk reglement eenmaal op de rails staan, wordt het volgende aspect aangepakt, de professionalisering van het werving- en selectiebeleid en van beoordelen en belonen. Woertman benadrukt dat de investering in de basis zich dubbel en dwars terugbetaalt: “Het komt geregeld voor dat de werkgever met een werknemer in de maag zit van wie de proeftijd is verstreken, maar die nog wel een jaarcontract heeft. Hoe moet de werkgever dan handelen als deze werknemer niet goed blijkt te functioneren? Wij gaan in dit soort gevallen naast de werkgever staan en helpen hem op weg naar de beste oplossing. Dat kan soms duizenden euro’s besparen.”

Werkgevers die hun HR-beleid aan de voorkant niet op orde hebben, krijgen aan de achterkant de rekening gepresenteerd, meent Woertman. Ook het aannemen van medewerkers verdient veel aandacht: “Te vaak komt het voor dat sollicitatiegesprekken te vrijblijvend worden gevoerd. Ook worden referenties onvoldoende nagetrokken.” VvAA helpt het sollicitatieproces zakelijker in te richten, bijvoorbeeld door het gebruik van eenvoudige maar doeltreffende tests. Woertman: “Dat is geen garantie, maar wel de basis voor succes. De succesvolle organisaties die ik ken, hebben allemaal hun HR-beleid, inclusief een professioneel sollicitatieproces, goed op orde.”

Groepsontwikkeling 
Een van de instrumenten die VvAA inzet bij het vormgeven van HR- of personeelsbeleid, is het model van Tuckman over groepsontwikkeling. Dit model beschrijft hoe teams vijf verschillende fasen doorlopen die stuk voor stuk een functie hebben in de ontwikkeling van het team. Naarmate de verschillende fases worden doorlopen, zal het HR-beleid van de organisatie steeds verder professionaliseren.

Fase 1 – forming: de fase van formatie en oriëntatie. De groepsleden zien zichzelf nog als individu, het team is niets meer dan een verzameling individuen. Het is eerder een groep dan een team.
Fase 2 – storming: de stormfase met onderlinge meting en strijd. In deze fase is sprake van ontevredenheid en conflicten, en de teamleden hebben behoefte aan erkenning. Men zoekt een eigen plek en streeft naar beïnvloeding en invloed. De motivatie is vaak minimaal.
Fase 3 – norming: de fase van normering. In deze fase worden gaandeweg wederzijds acceptabele werkpatronen en regels ontwikkeld. De teamleden krijgen een gevoel van thuisbasis, cohesie en vertrouwen. De motivatie stijgt sterk.
Fase 4 – performing: de fase met de maximale prestatie. In deze fase is sprake van een hechte samenwerking, er wordt synergie gecreëerd. Dit is tevens de fase van de grootste motivatie.
Fase 5 – adjourning: de fase van afscheid nemen, waarin het team wordt opgeheven.

 

VvAA adviseert
VvAA P&O-adviseurs adviseren praktijken en bieden begeleiding bij de dagelijkse managementtaken, zoals personeelsmanagement en preventie. Voor meer informatie belt u met VvAA Ledenservice via 030 247 47 89 of kijkt u op www.vvaa.nl/werkgeverszaken

Delen