‘Ik ben een ziekenhuistijger’
interview / verpleegkundig specialist Anita de Vette is VSB-voorzitter in OLVG
Zonder management- of bestuurservaring maar mét hart voor de zorg én lef om zich uit te spreken, zit verpleegkundig specialist Anita de Vette sinds twee jaar aan de bestuurstafel van OLVG. Als voorzitter van het verpleegkundig stafbestuur vertegenwoordigt ze de verpleegkundige beroepsgroep in het Amsterdamse stadsziekenhuis. “Zeggenschap betekent niet dat je altijd je zin krijgt.”
Iets later dan afgesproken loopt Anita de Vette (50) de centrale hal van OLVG West binnen. De verpleegkundig specialist heeft net visite gelopen op de dialyseafdeling. Daar werkt ze al bijna dertig jaar, nadat ze tijdens de inservice-opleiding – in wat toen nog het Sint Lucas Ziekenhuis heette – twee polsoperaties moest ondergaan en de plastisch chirurg zei: ‘Ik denk niet dat werken als verpleegkundige voor jou is weggelegd’.
“Ik was zó verdrietig, ik wilde zó graag de zorg in”, vertelt De Vette als ze in een vergaderkamer heeft plaatsgenomen. “Bij personeelszaken moedigden ze me aan om eens te gaan kijken op afdelingen waar het werk fysiek wat minder zwaar is.” Zo belandde ze op de dialyseafdeling, om er nooit meer weg te gaan. “Ik vind het ziektebeeld interessant en je bouwt echt een band op met patiënten. Sommigen ken ik al jaren. Eén mevrouw dialyseert al sinds ik hier in 1997 begon.”
De Vette heeft moeten leren niet te close te worden met patiënten. “In het begin ging ik naar uitvaarten, zeker als ik de familie kende. Daarmee ben ik gestopt, omdat het me te veel raakte, het kwam te dichtbij. Al stuur ik nog wel regelmatig een kaartje naar de familie.”
Zoals bijna overal in de zorg is de werkdruk op de dialyseafdeling hoog. Toch is dat niet waaraan De Vette denkt, als ze straks twintig minuten naar huis fietst. “Ik ben een zorgpassionata”, zegt ze lachend. “Dat hoorde ik Evelyn Finnema (chief nursing officer bij VWS, red.) laatst zeggen in een podcast en daar herken ik me wel in. Natuurlijk, als verpleegkundigen krijgen we nog altijd te weinig betaald en ja, het is vaak vreselijk druk. Door het tekort aan personeel, door alle score- en vinklijstjes en doordat de patiëntencategorie steeds zwaarder wordt. Onze patiënten hebben overgewicht, vaatproblemen, oncologische aandoeningen. Als je vroeger kanker kreeg, ging je niet meer dialyseren. Er was zelfs een tijd dat je boven de 65 stopte met dialyse; nu heb ik vier patiënten van 90 jaar. Toch denk ik niet aan hoe druk het was en hoeveel patiënten ik heb gezien als ik op de fiets stap, maar altijd aan de leuke dingen. Zoals de patiënt die ik net rustig heb uitgelegd waarom zijn medicijnen goed voor hem zijn. Daardoor liep de visite uit, maar die meneer was dankbaar, gaat gerust naar huis en gaf aan nu wel z’n pillen te gaan nemen.”
Talent verspillen
Had het aan haar decaan op de middelbare school gelegen, dan was Anita de Vette nooit verpleegkundige geworden. Ze zat op het vwo en moest op het matje komen, omdat de decaan vond dat ze haar talent zou verspillen. ‘Jij kan veel beter dan po’s onder mensen zetten en bedden verschonen’, zei hij. “Ik hoor het hem nog zeggen. Echt zo denigrerend. Gelukkig had ik de steun van mijn ouders. Zij zeiden altijd: ‘Pak op de middelbare school wat je pakken kan, zodat je veel kanten op kunt en kies dan waar je gelukkig van wordt’.”
Voor De Vette was dat zonneklaar: de inservice-opleiding in het Sint Lucas. “Direct de praktijk in, bovendien kon ik er meteen gaan wonen, dat was wat ik wilde.” Toen ze na een half jaar een terugkomdag op de middelbare school had, nam ze haar anatomieboek mee. “Dat heb ik bij die decaan onder de neus geschoven. Ik zei: ‘Dít is nou wat ik de hele dag doe.’ Het is een vak. Het heet niet voor niets verpleegkúnde.” Een vak, gaat De Vette verder, waar je wel ‘een bepaalde mentaliteit voor nodig hebt’. “Het is nogal wat om heel intieme dingen te bespreken met wildvreemde mensen, of om er in een cruciaal moment in iemands leven te staan.”
Over de vraag of de mentaliteit van haar generatie anders is dan die van de nieuwe generatie verpleegkundigen denkt De Vette even na. “Ook deze generatie kiest met het hart voor de zorg”, besluit ze. “Dat kan niet anders. Maar over het algemeen zorgen verpleegkundigen nu wel wat beter voor zichzelf. Dat bedoel ik niet negatief, maar vroeger werkte ik zeven nachten achter elkaar en als het nodig was, deed ik er tien. Toen bestonden die regeltjes dat je zoveel rust moet hebben ook niet. Nog steeds zijn er genoeg verpleegkundigen die wat extra’s doen, maar het is nu wel meer: als het tijd is om naar huis te gaan, dan gaan we naar huis. Ander verschil met dertig jaar geleden is dat verpleegkundigen nu meer bezig zijn met hun carrière, met ontwikkeling, met stappen willen maken.”
Dat juicht De Vette toe, zelf heeft ze dat immers ook gedaan. Tien jaar geleden was ze een van de eerste verpleegkundig specialisten op deze locatie. “Ik weet nog dat ik voor het eerst een doktersjas aantrok, een aparte jas voor VS’en bestaat niet, en dat mensen me ineens met u gingen aanspreken. Ik dacht: krijg ik nou zo’n oude kop? Maar nee, het kwam door die witte jas. Er wordt weleens gezegd dat artsen zichzelf op een voetstuk plaatsen, maar vaak doet de omgeving dat.”
Twee jaar terug zette De Vette nog een stap, toen ze voorzitter van het eerste verpleegkundig stafbestuur (VSB) in OLVG werd. “Ik ben nooit teamleider of manager geweest, ik ben er niet in geschoold en dan zit je ineens om de tafel met de raad van bestuur en het bestuur medische staf. Dat was even wennen. Hoe gaat het eraan toe? Hoe lopen de lijnen? Wat kun je wel en niet zeggen? Ik ben geen kantoortijger, ik ben een ziekenhuistijger. Maar gelukkig kan ik aan die bestuurstafel gewoon mezelf zijn.”
Aan de voorkant
OLVG heeft een VSB in het leven geroepen om de circa 1.700 verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten in het ziekenhuis een stem te geven aan de bestuurstafel. Daarvoor was er een verpleegkundige stafconvent (VSC). “Dat was een meer informeel orgaan”, duidt De Vette het verschil. “De RvB vroeg het VSC alleen advies als men dacht dat verpleegkundigen ergens iets van zouden moeten vinden. Het VSB is een formeel orgaan; wij krijgen alles te zien en bepalen zelf of we ergens iets van vinden of niet.” Een positieve verandering, vindt de voorzitter. “Er is nu een lateralisatie gaande: bepaalde zorg wordt van OLVG Oost naar West verplaatst en andersom. Daar zijn goede argumenten voor, maar verpleegkundigen zitten ín het zorgproces, die weten, beter dan managers, waarom bepaalde zorgonderdelen niet zonder elkaar kunnen. Als VSB hebben we de ruimte om dat in te brengen. Maurice (van den Bosch, CEO, red.) luistert altijd. Al moet je natuurlijk met goede onderbouwingen komen. En dan nog kan het zijn dat hij niet in onze voorstellen meegaat of mee kan gaan. Zeggenschap betekent niet dat je altijd je zin krijgt.”
“Als we als beroepsgroep meer zeggenschap willen, dan moeten we daar zelf ook iets voor doen”
Vaak begrijpt De Vette dat wel, omdat ze, nu ze aan de bestuurstafel zit, het bredere plaatje ziet. “Als VSB dringen we aan op meer betaalde tijd voor verpleegkundigen om zichzelf te scholen, onderzoek te doen of te werken aan kwaliteit van zorg. Dat betekent dat er een bed dicht moet. Voor verpleegkundigen maakt dat niet uit. Wij verdienen er niet minder om. Maar als er bedden dichtgaan, merkt het ziekenhuis dat in de productie en de arts in z’n portemonnee. Waarmee ik niet wil zeggen dat artsen alleen money-driven zijn, maar ze zijn zich wel bewust van de financiële consequenties van beleidskeuzes. Ik denk dat we verpleegkundigen daar meer bij moeten betrekken, zodat ook zij weten wat het inhoudt als het ziekenhuis de begroting niet haalt. Dat zorgt voor begrip én moedigt aan om mee te denken: hoe kunnen we dan op een andere manier kosten besparen of tijd creëren?”
Als het gaat om meedenken en meepraten, valt er nog wel wat te winnen, ziet De Vette. “Toen het VSB van start ging, organiseerden we een inloopspreekuur en een VSB-café, maar de opkomst was mager. Enerzijds te begrijpen: het is weer iets onbetaalds na werktijd. Anderzijds: als we als beroepsgroep meer zeggenschap willen, dan moeten we daar zelf ook iets voor doen.” Nu het VSB actief afdelingen benadert, krijgt het wel respons. “Onlangs hebben we bijvoorbeeld via een klankbordgroep verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten gevraagd waarin HRM zou moeten investeren voor behoud van personeel. Daar kwam onder meer uit: opvang faciliteren, vaste parkeerplekken, zelf roosteren. Daarom is er nu bijvoorbeeld een tool aangeschaft om met zelfroosteren aan de slag te gaan. Dat soort dingen moeten we als VSB teruggeven, zodat verpleegkundigen zien dat er iets met hun input wordt gedaan, dat het loont om onze stem te laten horen, in plaats van te mopperen in de koffiekamer.”
Jaarlijks inzicht
Om erachter te komen of verpleegkundigen dat ook daadwerkelijk zo ervaren, wordt op het moment van spreken een meting uitgevoerd. OLVG is een van de zorgorganisaties die zich heeft aangesloten bij de Monitor Zeggenschap, een initiatief van VWS, IGJ en ZN om jaarlijks inzicht te krijgen in de formele én ervaren zeggenschap van medewerkers. “Heel goed initiatief”, vindt De Vette. “Het is mooi dat er zoveel VSB’s uit de grond worden gestampt, maar hebben verpleegkundigen op de vloer het gevoel dat ze zeggenschap hebben? Dáár gaat het om. Het is goed om dat te toetsen, zodat je ook kunt interveniëren als en waar dat nodig is.”
Zelf is De Vette in elk geval blij met de komst en de invloed van het VSB. Al ziet ze nog wel een stip op de horizon: “Ik zou het prachtig vinden als er een verpleegkundige in de raad van bestuur komt.” En houdt zij zich dan aanbevolen voor die functie? “Ik geloof dat ik dat wel zou ambiëren, maar alleen in combinatie met patiëntenzorg.” Zou de decaan van de middelbare school dan wel trots op haar zijn? “Ha, geen idee. Maar ook als je alleen als verpleegkundige werkt, mag je daar trots op zijn. Voor mij is het nog steeds het meest geweldige beroep ter wereld.”
Curriculum vitae
Anita de Vette (1973) geboren in Monnikendam
1984 – 1992 vwo, Waterlant College Amsterdam
1992 – 1996 inservice A opleiding, Sint Lucas ziekenhuis, Amsterdam
1996 – 1997 verpleegkundige chirurgie, OLVG (voorheen Sint Lucas/Sint Lucas Andreas ziekenhuis)
1997 – 1998 dialyseverpleegkundige in opleiding, Albeda college
1998 – 2011 dialyseverpleegkundige, OLVG
2009 – 2011 instructieverpleegkundige IC-dialyse Gambro
2011 – 2013 master Advanced Nursing Practice, Hogeschool Inholland Amsterdam
2013 – heden verpleegkundig specialist AGZ, OLVG
2020 – 2022 bestuurslid Nederlandse Nefrologiedagen
2021 – heden voorzitter verpleegkundig stafbestuur (VSB), OLVG
2021 – heden bestuurslid verpleegkundige staf Santeon (VSS)
2022 – heden bestuurslid verpleegkundig specialisten nefrologie (VSN, netwerk V&VN)