Apothekersruzie
Moeten gevestigde apothekers een nieuwe toetreder toelaten tot het regionale epd? Zelfs de rechter komt eraan te pas.
Tekst: Daan Marselis | Beeld Shutterstock
Op nog geen 100 meter lopen van de apotheek van Siavash Pezeshki, opende begin mei een concurrent de deuren. Sindsdien is het hommeles in Culemborg. De reden: de nieuwkomer eist inzage in de patiëntendossiers van de twee gevestigde apotheken, maar die weigeren. “De vraag is of je verplicht bent om met iemand samen te werken. Dat gaat om vertrouwen en om werkafspraken”, zegt Pezeshki. “Deze patiëntendossiers bevatten privacygevoelige informatie.”
Het gaat ook om vrees voor het verlies van klanten, zegt nieuwkomer Wail Shabaan. Volgens hem is er een gesprek geweest met de zittende apothekers. “Dat ging over van alles, behalve over bescherming van patiëntgegevens. Hoe wij het toch in ons hoofd haalden om ons in Culemborg te vestigen? Dit is echt een ordinaire concurrentiestrijd geworden.”
De zittende apotheker ontkent dat dit het geval is en de enige mogelijke getuige van de bijeenkomst, een huisarts, is onbereikbaar voor commentaar. Pezeshki laat wel doorschemeren dat Culemborg met zijn zevenentwintigduizend inwoners aan de kleine kant is voor drie apotheken. “Apothekers hebben het moeilijk. We moeten het in toenemende mate hebben van onze grootte.”
Welnu, nieuwkomer Shabaan werkt hard aan de grootte van zijn bedrijf. Blijkens een artikel in de Culemborgse Courant beheert hij ook apotheken in Zaandam, Ede en Capelle aan den IJssel. Om in Culemborg goed te kunnen starten, achtte hij het van belang om via de waarneemfunctie inzage te krijgen in bestaande patiëntendossiers. Ook de twee gevestigde apothekers hebben via een waarneemrelatie inzage in elkaars dossiers.
Shabaan stuurde in maart een verzoek om te worden toegelaten tot het regionale epd. Dat verzoek was gericht aan de stichting die het netwerk beheert. Een procedure voor toelating van nieuwe leden ontbrak echter. En dus werd aan de voorzitters van het huisartsencluster en het apothekerscluster afzonderlijk de beslissing overgelaten. De huisartsen hadden geen bezwaar, maar de apothekers honoreerden het verzoek niet. Aanleiding voor Shabaan om naar de rechter te stappen.
Concrete voorwaarden
De kantonrechter tikte de zittende apothekers op de vingers. Van hen had verwacht mogen worden dat zij binnen acceptabele tijd concrete voorwaarden hadden gesteld voor toelating tot het netwerk, maar dat hebben zij nagelaten. Daarmee handelen de apothekers volgens de rechter in strijd met de NZa-regeling (CI/NR-100.099), die voorwaarden stelt aan elektronische netwerken. Gevestigde zorgaanbieders mogen geen drempels opwerpen om nieuwkomers te weren.
Shabaan ziet daarin zijn gelijk bevestigd: hij moet worden toegelaten tot het netwerk. Maar daar is de rechter het ook weer niet mee eens: van onvoorwaardelijke toegang tot het netwerk kan geen sprake zijn. Pezeshki is daar blij mee. Hij benadrukt dat de gevestigde zorgverleners die dossiers de afgelopen dertig jaar hebben opgebouwd. Dat heeft veel tijd en geld gekost en er zijn duidelijke werkafspraken gemaakt: over ict, logistiek en over wie welke mutaties doorvoert. “Dan kan het niet zo zijn dat iemand anders daar toegang toe krijgt en zonder dat hij op de hoogte is van de werkafspraken gegevens kan gaan toevoegen, wijzigen of verwijderen”, zegt Pezeshki.
Afspraken hierover zijn tot nog toe niet gemaakt. Pezeshki zegt dat er wel degelijk voorstellen zijn gedaan, maar Shabaan spreekt dit tegen. Inzage in de dossiers biedt overigens geen enkel concurrentieel voordeel, zegt Pezeshki. “Hij moet patiënten gewoon vragen of ze zich bij hem willen inschrijven. Als ze dat doen, sturen wij direct het hele dossier. Dus waar hebben we het over?”
Maar Shabaan ervaart obstructie. Het zou makkelijker gaan als hij toegang krijgt tot de patiëntendossiers. Dan hoeft hij de gegevens die hij via de fax krijgt niet steeds over te kloppen in zijn eigen dossiers. “Dat kost veel tijd. Ik zet er extra mensen voor in”, zegt hij. Het wachten is nu op het oordeel van de NZa. Dat komt binnen enkele weken, zegt de woordvoerder.