Boek – Naar buiten
Vanaf het einde van de zestiende eeuw begonnen welgestelde stedelingen hun geld in landbezit te investeren. Even weg uit de stinkende stad. Om een kavel rendabel te maken werd er een boerderij op gezet die werd verpacht. De rijken werden nog rijker en naast de boerderij werd een buitenhuis gebouwd. Vanaf eind 17de eeuw waren dat luxueuze buitenplaatsen met barokke, symmetrische siertuinen.
René Dessing, directeur sKBL (Stichting Kastelen, historische Buitenplaatsen en Landgoederen) brengt in zijn boek Haagse en Leidse buitenplaatsen een aantal lustoorden van weleer tot leven.
De verhalen gaan over rijkdom, macht, architectuur- en tuingeschiedenis, maar ook over ziekte en dood, faillissementen en oorlogsgeweld. Dessing schenkt aandacht aan koninklijke paleizen en daarnaast aan eigenaren als Huygens, Cats en Van Wassenaers. Verder verhaalt hij over artsen en medische instellingen op de buitenplaatsen. Ook informeert het boek over wat daar nu te doen is. Dat varieert van museumbezoek en natuur- en tuinexcursies tot concerten en cursussen voor kinderen.
