Citroën ë-C4
Na Opel en Peugeot komt concerngenoot Citroën nu ook met een elektrische personenauto, de ë-C4.
Tekst: Bart van den Acker | Beeld: Citroën
Het onderscheid in verschillende motortechnieken komt bij volledig elektrische aandrijving helemaal te vervallen. Zo heeft de ë-C4 dezelfde 100 kW/136 pk sterke elektromotor als de Peugeot e-2008 en de Opel Corsa-e. Met een trekkracht van 260 Nm is die sterk genoeg om vlot met het verkeer mee te komen. Sterk punt is bovendien dat hij heel netjes met energie omspringt. Ik verbruikte met de ë-C4 gemiddeld zo rond de 20 kWh/100 km. Dit gegeven is even belangrijk als de omvang van het accupakket. Dat is bij elk van de genoemde modellen 50 kWh. Een simpele rekensom: 50 gedeeld door 20 is 2,5 en dat maal 100 km betekent een praktische actieradius van 250 km (bij fris voorjaarsweer). Kortom, een heel verschil met de onrealistische 350 km volgens de WLTP-opgave.
De ë-C4, uiterlijk vrijwel identiek aan de eveneens nieuwe C4 met benzine- of dieselmotor, is een soort coupé-SUV. Hij oogt imposant en is wat groter dan eerdere C4-modellen. Typisch Citroën is de opmerkelijke vormgeving, met veel details in de vorm van randjes, lijntjes en hoekjes. Het uitzicht naar achteren is door een tweedelige achterruit niet ideaal, waarbij ook opvalt dat een ruitenwisser daar ontbreekt. De achteruitrijcamera (niet in de basisversie) is erg nuttig gezien de wat onoverzichtelijke carrosserie.
Het is jammer dat de prettig werkende adaptieve cruisecontrol alleen in de duurste versie zit. De hieraan gekoppelde rijbaanbegeleiding werkt helaas niet perfect; zo geeft hij bij een uitvoegstrook een rukje naar rechts, terwijl ik gewoon rechtdoor wil sturen. Het interieur daarentegen is lekker ruim en groot genoeg voor vier volwassenen, met vooral voorin prettige stoelen. Een bijzonder detail is een schuif- la boven het handschoenenkastje, met daarin een houder voor een iPad.
‘Hij is zo stabiel als een TGV’
De ë-C4 rijdt bijzonder fijn, verwerkt hobbels prima, is zo stabiel als een TGV en opmerkelijk stil, zelfs voor een elektrische auto. De lichte besturing voelt wel wat doods aan. Het is jammer dat er onder de motorkap geen opbergruimte zit, bijvoorbeeld voor de laadkabel. Onder de redelijk grote bagageruimte (380 liter) bevindt zich wel een vak daarvoor. De typografie van het volledig digitale instrumentarium is erg klein en soms slecht leesbaar. De indicatie van de actieradius is totaal onbetrouwbaar en het is lastig dat bij de acculading geen percentage wordt aangegeven. Dat betekent gokken en heel regelmatig naar de snellader. Oplaadpunten staan in het iets te omslachtige navigatiesysteem wel aangegeven, maar snelladers zijn daarin niet te onderscheiden.
Conclusie: afgezien van een paar schoonheidsfoutjes brengt deze ë-C4 het er best goed vanaf, dankzij zijn bescheiden energieverbruik en hoogwaardige rijcomfort.