Digital Natives

Ze zitten nu nog in collegezalen (of volgen digitaal college), maar de nieuwe generatie dokters komt eraan. Waarin verschillen deze digital natives – generatie Z genoemd – van de huidige young professionals op de werkvloer, de millennials? Een nadere kennismaking. “De meiden leiden.” 

Tekst: Martijn Reinink Beeld: Tamar Smit

Ze pakt haar telefoon, op de automatisch piloot. Als ze wil scrollen, realiseert ze zich: het is die van haar moeder. Een oude Nokia, waarmee ze alleen kan bellen en sms’en. “De mijne is stuk”, zegt Kiki van Dijk (20), net gestart met de masterfase van haar opleiding geneeskunde in Leiden. “Ik ben al twee dagen afgekapt van de sociale wereld. Geen social media, geen mail, geen agenda. Als er in een WhatsApp-groep een afspraak wordt verplaatst, krijg ik dat niet mee. Dat voelt niet goed.”

Kiki heeft last van FOMO, de Fear Of Missing Out, inmiddels een ingeburgerd begrip én kenmerkend voor Generatie Z, ook wel de iGeneratie of digital natives genoemd. Volgens sommige onderzoekers zijn leden van deze generatie geboren tussen 1995 en 2010. Anderen nemen eind jaren ’90 of het jaar 2000 als scheiding tussen Generatie Y en Z. Hoe dan ook: het is de eerste generatie die zich geen wereld zonder internet kan herinneren.

Volgens onderzoek van Ipsos staan de digital natives tot wel dertien uur per dag bloot aan media. Dat is twee uur meer dan de generatie voor hen, de millennials. Micha Holla, orthopedisch chirurg in het Radboudumc en docent geneeskunde, schrikt niet van die cijfers. “Ze zitten veel op hun telefoon, maar dat stoort me niet. Er zijn docenten bij wie de telefoon uit moet tijdens college. Bij mij hoeft dat niet. Het hoort erbij. Als je een term niet kent, dan kijk je toch even twee tellen op Wiki. Bovendien is deze generatie eraan gewend om op meerdere schermen tegelijk bezig te zijn. Ze hebben YouTube aanstaan, terwijl ze aan het gamen zijn en ondertussen zitten ze te app’en. Er wordt weleens gezegd dat multitasken niet effectief is, maar wat ik zie, is dat het ze verdomd goed afgaat.”

‘Er wordt weleens gezegd dat multitasken niet effectief is, maar wat ik zie, is dat het ze verdomd goed afgaat’

Holla, die zowel in de bachelor- als masterfase onderwijs geeft, heeft zijn manier van lesgeven aan deze tijd aangepast. Iets wat studenten waarderen, getuige het feit dat hij al zeven keer is uitgeroepen tot docent van het jaar van de Radboud Universiteit. “In mijn begintijd als docent gaf ik op maandagochtend om 9.00 uur een hoorcollege van 1,5 uur. Een soort theatervoorstelling, met weinig interactie. Nu maak ik computermodules, neem ik presentaties op en mail ik studenten een linkje in het weekend. Zo volgen ze een college digitaal, eventueel op zondagavond al, als dat ze beter uitkomt. Als ik er een filmpje in doe, weet ik dat de kans groot is dat ze na een paar minuten afhaken.”

Generatie-expert Aart Bontekoning, gepromoveerd op de evolutionaire kracht van generatiediversiteit in organisaties, heeft onderzoek gedaan naar Generatie Z middels videoanalyse op zestien basisscholen. “Wat mij het meest opviel, is dat deze kinderen zich zo bewust zijn van alles om zich heen.” Bontekoning spreekt zelfs van ‘de bewuste generatie’. “Dat komt voor een groot deel door de opvoeding. De ouders van Generatie Z leggen hun kinderen alles uit. Leg je oor te luisteren in de Albert Heijn: 4-jarigen krijgen er minicolleges van hun ouders. Ze worden ook op jonge leeftijd al betrokken bij allerlei beslissingen, over vakanties, over verbouwingen in huis. Die opvoeding resulteert erin, dat niemand raar opkijkt als een kind van 6 tegen zijn vader zegt: pap, volgens mij ben je gestrest.”

Zelf nadenken

Het beeld dat Bontekoning schetst, is wel herkenbaar voor student Kiki, als ze terugdenkt aan haar opvoeding. “Ook al waren we nog jong: dingen werden niet versimpeld uitgelegd. Het ging thuis aan tafel over politiek en over juridische uitspraken van mijn vader. Mijn ouders gaven ons mee: denk zelf na. Vorm je eigen mening en geef je mening.” 

Wat ook heeft bijgedragen aan het bewustzijn van ‘Gen Z’ers’, aldus sociologen, is dat hun formatieve jaren gepaard gingen met de economische crisis, vluchtelingenstromen, aanslagen en klimaatverandering. Daardoor zouden zij meer dan hun voorgangers streven naar zekerheid, onder meer in werk. En, weer dat bewuste: ze maken duurzamere keuzes dan millennials. Kiki ziet het om zich heen: “In studentenhuizen wordt in toenemende mate vegetarisch gegeten en medestudenten spreken je erop aan als je water uit een plastic flesje drinkt.” Holla: “Ze willen een footprint achterlaten; iets belangrijks doen voor de samenleving.” 

Wel hebben ze moeite, zo stelt de docent vast, met kritiek. “Dat geldt voor zowel de millennials als Generatie Z. Van jongs af aan krijgen ze te horen dat ze uniek zijn. Alles is geweldig. Zelfs de nummer laatst krijgt een medaille. Met als gevolg dat ze verbolgen zijn als ze in de opleiding of in het werk een keer te horen krijgen dat iets niet goed is. Een 8 is de nieuwe norm. Met een 7 zijn ze niet blij. Een 6 voelt als een onvoldoende. Als je een 5 geeft, dan krenk je iemand. Geef je een 3 of 4, dan ben je een onmens. Dan is de kans groot dat ik een brief krijg en me moet verantwoorden.”

‘Met hiërarchie, autoriteit en status heeft Generatie Z niet zo veel’

Deze generatie spreekt een docent hier ook gewoon op aan, bij de voornaam. Met hiërarchie, autoriteit en status heeft Generatie Z niet zo veel. “Ik vind het goed dat de drempel laag is en dat je als docent heel benaderbaar bent”, zegt Holla. “Het zorgt ervoor dat ook eerstejaars gewoon een kritische vraag durven stellen. Als ik in België of Duitsland onderwijs geef, dan gebeurt dat niet.” Al verbaast de orthopedisch chirurg zich op de werkvloer ook weleens, moet hij bekennen. “Ik hoorde laatst een anios tegen de hoogleraar traumatologie zeggen: ‘hey, wil jij dit nog ff doen?’” 

Kiki is wel op haar hoede, vertelt ze, tijdens haar bijbaan op de afdeling radiologie in het LUMC. “Tegen de radiologen die ik ken en die weten dat ik daadwerkelijk iets bijdraag, durf ik alles te zeggen en ook een grapje te maken. Maar als ik assisteer op de SEH, dan ga ik in de safe-modus, want er zijn ook artsen die ontstemd zijn als je ze niet met ‘prof. dr.’ aanspreekt.”

Dat zou zijzelf later nooit willen. “Hiërarchie helpt niet om jezelf te kunnen zijn. Volgens mij denken de meesten van mijn generatie er zo over. Als ik leeftijdsgenoten vertel dat ik geneeskunde studeer, zeggen ze: ‘wat leuk!’ Mijn oude tantes zijn apetrots: ‘We krijgen een arts in de familie’. Bij die generatie staat de arts nog hoger in aanzien. Ik word daar heel ongemakkelijk van.”

In slaap sukkelen 

Welke richting Kiki precies op wil, weet ze nog niet. “Ik vind persoonlijk dat je dat nog niet kunt zeggen na je bachelor, maar wat ik wel weet, is dat ik later meer dan alleen arts wil zijn.” Daar sorteert ze al op voor, door naast haast studie nevenactiviteiten te doen. Zo was ze al jaarvertegenwoordiger en zit ze nu in de studentenraad.

“Het werk is niet heilig voor Y en Z”, noemt Bontekoning een overeenkomst tussen beide generaties. “Ze willen niet dat hen overkomt wat ze om zich heen zien: mensen die twintig jaar hetzelfde doen en in slaap sukkelen.” 

Een verschil tussen Y en Z dat Bontekoning opmerkte tijdens eerder genoemde videoanalyses, is dat de meiden van de jongste generatie energieker zijn. “Energieker dan hun voorgangers en energieker dan de jongens van Generatie Z. De meiden leiden. Ze zijn opgevoed in gezinnen waar voor het eerst de moeders hoger opgeleid zijn dan de vaders. Bovendien hakt de moeder thuis vaak de knopen door. Daar krijgen die dochters zelfvertrouwen van. In elke nieuwe generatie krijgen vrouwen meer invloed op mannen. Generatie Z gaat voor de doorbraak zorgen: er komen veel meer vrouwen in de top, ook in de zorg. Dat zal zijn uitwerking hebben, want vrouwelijk leiderschap is anders, zachter, dan mannelijk leiderschap.” 

In elke nieuwe generatie krijgen vrouwen meer invloed op mannen

Zou kunnen, zegt Holla, geconfronteerd met die uitspraken. “Ik zie wel dat meiden de afspraken maken en meer regelen, maar ik zie vooral dat er een generatie aankomt die bestaat uit superslimme, snel denkende, gedreven mensen. Generatie Z heeft een enorm potentieel.” 

De vraag is of de leden van deze generatie dit potentieel volledig kunnen benutten als ze straks in vergrijzende zorgorganisaties terechtkomen. “Het is een uitdaging voor organisaties om 50+-ervaring te mixen met de natuurlijke vernieuwingsdrang van jonge mensen”, zegt Bontekoning. “Bij de millennials zie je dat ze vaak ongewild meegaan in verouderde processen, die onbewust worden herhaald door oudere collega’s. Dat dit werkenergie wegneemt bij jong en oud en slecht is voor de organisatie, is vaak een blinde vlek. Iedereen is gebaat bij vernieuwing. Ik verwacht dat Generatie Z’ers, met hun sterke bewustzijn, daar veel alerter op zullen reageren en zich niet snel zullen aanpassen aan verouderde organisaties.”

Delen