Een onverwachte wending
Nick van Adrichem onderzocht als AIOS-chirurgie eens een ongeruste patiënte die niet veel later met groot nieuws de poli verliet.
Tekst: Nick van Adrichem | Illustratie: Marcel Leuning
Het zal waarschijnlijk 1984 zijn geweest. Ik was in opleiding tot uroloog en was AIOS-chirurgie in het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam-Zuid. Ik deed die ochtend poli. De patiënten werden in een onderzoekkamer gezet, de arts betrad de kamer voor anamnese en lichamelijk onderzoek. Ik kwam binnen bij een vrouw van ongeveer 40 jaar, die was ingestuurd met pijn in de rechter mamma. Anamnestisch meldde patiënt dat zij deze pijn sinds enkele weken voelde. Ze was ongerust. Ik onderzocht de rechter mamma en het viel mij op dat de hele mamma wat strak aanvoelde en pijnlijk was bij palpatie. De linker mamma voelde hetzelfde aan.
Ik vroeg haar naar de mogelijkheid van zwangerschap. Zij schrok van deze vraag en antwoordde ontkennend. Tot haar vijfendertigste jaar had ze zeer veel moeite gedaan om zwanger te worden, inclusief IVF met sperma van haar man. Zij was daarna opgehouden met anticonceptie en hield een zwangerschap voor onmogelijk.
Ik vroeg haar voorzichtig of ze bezwaar had tegen een zwangerschapstest. Dit had namelijk consequenties in verband met eventueel röntgenonderzoek. Na een licht protest stemde ze toe. Na het afgeven van een sample urine was het wachten op de uitslag. Ik had met het lab geregeld dat die met superspoed zou worden bepaald. De oplettende lezers weten nu natuurlijk al dat de test positief zou zijn en dat was hij ook.
‘Ik had gehoopt dat er ooit een meisje op mijn stoep zou staan’
De patiënte werd weer in een kamer gezet en ik ging naar binnen. Met een kleine aanloop vertelde ik de patiënte dat de zwangerschapstest positief was. Zij vroeg mij hoe dat nou toch mogelijk was. Ik heb haar gezegd dat ik daar ook geen antwoord op had. Ik heb mij wijselijk onthouden van bespiegelingen.
Zij wilde gaarne haar echtgenoot bellen. Ik heb haar een telefoon gewezen in het kantoortje, want een mobiele telefoon hadden we toen nog niet. Daarna heeft zij ‘zwevend’ het ziekenhuis verlaten en heb ik een en ander nog doorgegeven aan de huisarts.
Zeven maanden later werd een geboortekaartje voorgelezen op de avondbespreking; het was een dochter geworden. Ik had gehoopt dat er ooit een meisje op mijn stoep zou staan met de vraag of ik mij de patiënte nog kon herinneren met een pijnlijke borst. En dat zij daar dan de reden van was. Dit is helaas nooit gebeurd, maar ik zal de casus nooit vergeten.