Favoriete pil: De ontdekking van de hemel

Jos Vollebergh (Nijmegen, 1962) is gynaecoloog in ziekenhuis Bernhoven in Uden. Zijn favoriete pil: De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch.

Tekst: Frank van Kolfschooten  Beeld: De Beeldredaktie/Marc Bolsius

 

“Ik was dit jaar op vakantie op Cuba en moest terugdenken aan De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch, dat zich daar deels afspeelt”, zegt gynaecoloog Jos Vollebergh uit Heesch. “De roman heeft veel indruk op mij gemaakt toen ik die las tijdens mijn opleiding. Een meesterwerk.”

Kort samengevat gaat het boek over God die het contract met de mensheid wil opzeggen omdat hij niet meer kan aanzien welke puinhopen de mens op aarde heeft aangericht. God wil daarom door een uitverkoren persoon de Tien Geboden laten terugbrengen, wat de engelen in de hemel zorgvuldig proberen te plannen door in te grijpen in mensenlevens, maar wat geregeld misgaat. “Het is een heel rijk boek, vol symboliek en verhaallijnen die Mulisch geniaal tot een geheel heeft weten te smeden”, zegt Vollebergh. “Zijn magisch realisme spreekt mij enorm aan. Ik geloof niet in een hemel, maar je voelt de paniek van de engelen daarboven als hun plannen weer eens worden doorkruist, wat soms ook hilarisch is.”

Een groot schrijver maakt hetongeloofwaardige geloofwaardig

Een belangrijk onderdeel van het boek is de verwekking van de uitverkoren Quinten Quist, die plaatsvindt op het strand van een baai waar ook Vollebergh deze zomer toevallig de nacht doorbracht in een bed and breakfast. Moeder Ada weet niet wie de vader is, omdat ze op Cuba behalve met haar vriend ook met haar ex seks heeft gehad, die dat van elkaar niet weten.

Voor een gynaecoloog wordt het interessant als de vijf maanden zwangere Ada na een auto-ongeluk in coma raakt. “Ik hoop zo’n situatie nooit mee te maken, maar het komt heel soms voor. Er zijn ook richtlijnen hoe artsen, verpleegkundigen en ambulancepersoneel moeten handelen bij trauma en eventuele reanimatie van een zwangere vrouw. Het gezondheidsbelang van de moeder telt altijd het zwaarst, maar de arts moet ook proberen om de vrucht te behouden en beoordelen of die kan worden voldragen.”

Ada’s toestand verslechtert in het boek dusdanig dat de artsen besluiten om het kind met een keizersnee te halen als het zeven maanden oud is en naar de couveuse kan. Na de bevalling overleeft Ada nog vele jaren, totdat zij kanker krijgt en door haar moeder uit haar lijden wordt verlost met een insulineinjectie.

“Mulisch heeft de medische details allemaal goed uitgezocht, wat bijdraagt aan de geloofwaardigheid van het boek. Maar een groot schrijver kan ook het ongeloofwaardige geloofwaardig maken.”

Delen