Handreiking aangepast

De herziene Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg die op 30 juni 2022 is gepubliceerd, benoemt en verduidelijkt de randvoorwaarden die van wezenlijk belang zijn voor een goede samenwerking tussen zorgverleners. In de herziening is de jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege over de regiebehandelaar opgenomen en is het begrip ‘hoofdbehandelaar’ vervangen door ‘regiebehandelaar’.

Tekst: Katrijn van Berkum en Timo van Oosterhout 

ls randvoorwaarden gelden onder meer een duidelijke taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de zorgverleners en goede communicatie over de werkzaamheden en de beschikbare informatie. De herziene handreiking vervangt de oude handreiking uit 2010. Relevant is dat de jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege over de regiebehandelaar erin is verwerkt. In 2021 heeft het Centraal Tuchtcollege een belangrijke uitspraak gedaan over de taken en verantwoordelijkheden van verschillende zorgverleners die zijn betrokken bij de behandeling van één cliënt. Voorheen werd op basis van een uitspraak uit 2008 van het Centraal Tuchtcollege uitgegaan van het begrip ‘hoofdbehandelaar’ en werd verduidelijkt welke taken het hoofdbehandelaarschap bevatte. In de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege van 2021 geeft het Centraal Tuchtcollege aan dat de toegenomen complexiteit van zorg, die soms door zorgverleners van verschillende instellingen wordt verleend, uitgangspunten vereist die flexibeler kunnen worden toegepast. In de tuchtrechtsrechtspraak wordt daarom voortaan gesproken over een ‘regiebehandelaar’ en wordt niet meer uitgegaan van het begrip ‘hoofdbehandelaar’.

De uitspraak benadrukt dat ook bij samenwerking als uitgangspunt blijft gelden dat elke bij de behandeling betrokken zorgverlener zijn eigen professionele verantwoordelijkheid heeft en houdt. In gevallen waarin de aard of complexiteit van de behandeling dat vraagt, wordt echter een van de zorgverleners als regiebehandelaar aangewezen. De regiebehandelaar draagt er zorg voor dat continuïteit en samenhang van de zorgverlening aan de patiënt worden bewaakt en dat zo nodig de gezamenlijke behandeling wordt aangepast. Daarnaast ziet hij er op toe dat dat er adequate informatie-uitwisseling is tussen betrokken zorgverleners en dat er een vast aanspreekpunt voor de patiënt wordt aangewezen. Inhoudelijke eindverantwoordelijkheid voor de totale behandeling is gezien de steeds complexere zorgsituaties niet langer in alle situaties uitgangspunt.

Van de handreiking is ook een korte checklist beschikbaar. De handreiking wordt onderschreven door de KNMG, de brancheverenigingen Actiz, De Nederlandse GGZ, InEen, GGD GHOR Nederland, NFU en NVZ en de beroepsverenigingen NVAVG, KNGF, KNMP, KNMt, KNOV, NAPA, NIP, NVGzP, NVvTG, V&VN en NVBMH en door Patiëntenfederatie Nederland. De herziene handreiking is te downloaden via de website van knmg.nl

Senior jurist Katrijn van Berkum en advocaat Timo van Oosterhout zijn werkzaam bij stichting VvAA Rechtsbijstand

Delen