Optreden als deskundige

Vraag

Een psychiater heeft, met instemming van de ouders, van een gezinsvoogd het verzoek gekregen om onderzoek te doen naar een minderjarige om te beoordelen welke behandeling geïndiceerd is. De psychiater vraagt zich af of hij het conceptrapport eerst aan de ouders moet voorleggen. En of zij een blokkeringsrecht hebben.

Dezelfde psychiater heeft daarnaast de opdracht van een advocaat geaccepteerd om retro­spectief de behandeling door een psychoanalyticus te beoordelen. Dat deskundigenrapport zal worden gebruikt in een civielrechtelijke aansprakelijkheidsprocedure van de patiënt tegen diens voormalige behandelaar. De psychoanalyticus krijgt lucht van het onderzoek en eist ook te worden gehoord.

De psychiater bespreekt een en ander tijdens een intervisiebijeenkomst. Een collega vertelt dat hij bezig is met een onderzoek in opdracht van het UWV en dat hij tot een opvallend ander oordeel komt dan de behandelaren van de patiënt. Hij vraagt zich af of hij dan nog iets extra’s moet doen.

Antwoord

Let op de juridische regels

Het antwoord op de vraag of de ouders een blokkeringsrecht hebben luidt – volgens een recente tuchtrechtelijke uitspraak – ontkennend, omdat het rapport niet in opdracht van een derde is opgesteld. Dat neemt niet weg dat zij wel het recht hebben om als eerste kennis te nemen van een concept als duidelijk is dat de gezinsvoogd het rapport gaat gebruiken in een gerechtelijke procedure. De ouders moeten dan de gelegenheid krijgen tot correctie van feitelijke onjuistheden en aanvulling van feiten. Omdat de psychiater in die tuchtzaak het rapport direct aan de gezinsvoogd heeft verzonden, is hem een berisping opgelegd.

Het antwoord op de vraag of de psychiater hoor en wederhoor moet plegen bij een partijrapportage luidt ook ontkennend. Dat moet wél als een rechter opdracht tot het onderzoek geeft. In de Leidraad Deskundigen in Civiele Zaken staat hoe aan dat hoor en wederhoor vorm moet worden gegeven.

‘Ouders moeten de gelegenheid krijgen tot correctie van feitelijke onjuistheden en aanvulling van feiten’

Shirin Slabbers is advocaat gezondheidsrecht en klachtenmanager VvAA Stichting Rechtsbijstand en Legal. Lees al haar artikelen

Voor wat betreft de derde vraag: het kan zijn dat een afwijkend oordeel vraagt om het verrichten van een extra inspanning. Dit volgt uit vijf criteria waaraan elk deskundigenoordeel moet voldoen. Eén daarvan is dat in het rapport op inzichtelijke en consistente wijze uiteen gezet moet worden op welke gronden de conclusies van het rapport steunen. Als de (voorlopige) conclusies van een deskundige sterk afwijken van de bevindingen en diag­noses die de behandelaren van een patiënt hebben gesteld, dan ligt het voor de hand om nadere informatie bij de behandelaren in te winnen om die conclusies te kunnen toetsen. Als dat wordt nagelaten, kan een tuchtcollege oordelen dat niet inzichtelijk is geworden waarom de deskundige tot een afwijkende conclusie is gekomen. Recent werd een psychiater hierom een waarschuwing opgelegd.

De vragen die de psychiaters stellen, zijn goed. Voor elk deskundigenonderzoek geldt dat het onmisbaar is kennis te hebben van de regels die van toepassing zijn in de gegeven context. Ingewikkelde materie, maar raadpleeg zo nodig een jurist. Dat kan een gegronde klacht en dus een maatregel voorkomen.

Delen