Hartstilstand

spiegel / "Er waren natuurlijk rode rozen voor Ien, de vrouw die mijn leven had gered"

Bert Voskuil (1944) was misdaad- en onderzoeksjournalist. Recent verscheen bij Just Publishers zijn boek Rare Kwasten, met anekdotes over kunstschilders.

Doezelig werd ik wakker. Waar was ik? Ik zag veel wit. Een ziekenhuisbed? Ik deed mijn ogen weer dicht en sliep verder. Later keek ik in het vriendelijke gezicht van een verpleegkundige. Zij zei: “Schrik niet mijnheer Voskuil, maar u heeft een hartstilstand gehad.” Ze vertelde nog iets, maar toen sliep ik alweer. In mijn geheugen heb ik een zwart gat van twee, drie dagen, dat nooit is opgevuld.

Op het bezoekuur vertelde mijn vrouw Ineke dat ik enthousiast vanuit mijn werkkamer tweehoog naar de keuken was gelopen. Ik vertelde haar dat ik een goed en goedkoop restaurant had gevonden voor het jaarlijkse uitje van de Haarlemse daklozen en verkopers van Het Straatjournaal dat ik organiseerde. Midden in mijn verhaal zei ik opeens ‘Oh’ en viel langzaam op de harde keukenvloer. Mijn lieve vrouw zag meteen dat het goed fout was, belde 112 en begon me te reanimeren. Ze had jaren daarvoor een cursus gevolgd. Ze hield het vol, gecoacht door de telefoniste van 112, al begon ze wel heel moe te worden.

Gelukkig arriveerde na zeven minuten en zestien seconden de ambulance en werd ik, nadat mijn hart met behulp van een AED en een Lucas weer op gang geholpen was, met gillende sirene naar het ziekenhuis in Haarlem vervoerd. Ze heeft me het verhaal acht keer moeten vertellen. Steeds was ik het vergeten. En elke keer zei ik: “Dus je hebt mijn leven gered, wat aardig van je.”

Ineke vertelde ook dat een aardige dienstdoende arts op een leeg bed naast me ging zitten en alle tijd nam om helder uit te leggen wat er gebeurd was. Hij stelde mijn vrouw gerust: ”Uw man wordt voortdurend in de gaten gehouden op de hartbewaking en hij gaat niet naar huis voordat er een ICD geplaatst is.”

Hij nam alle tijd om uit te leggen wat er gebeurd was

Die ICD werd een week later, precies op mijn 49e trouwdag, geplaatst. De chirurg vertelde al op de operatietafel dat het apparaat 10.000 euro kostte. “Dat wordt het duurste cadeautje voor je trouwdag”, vertelde hij grijnzend.

Na de lichte ingreep werd er bij wijze van uitzondering toestemming gegeven een fles champagne open te trekken. Mijn dochter Martine had lekkere hapjes meegenomen en speciaal gemaakte choco­ladehartjes voor ons en de lieve mensen van de verpleging. Het was een prachtig moment. Ineke, Martine, zoon Koen en ik proostten op het leven.

En er waren natuurlijk rode rozen voor Ien, de vrouw die mijn leven had gered.

Na mijn wonderlijke ontsnapping aan de dood heb ik samen met Koen een reanimatiecursus gevolgd. Ik was bij de cursusleidster de eerste persoon die na een hartstilstand dat deed. Veel familieleden, vrienden en bekenden hebben ook zo’n cursus gevolgd.

Het is nu vijf jaar na mijn hartstilstand, waar ik geen schade aan heb overgehouden. Vijf prachtige jaren, waarin ik misschien nog wel meer genoten heb van het leven dan daarvoor. Van de kinderen, van onze vijf kleinkinderen, van de vakanties, van onze vijftigste bruiloft en van de drie boeken over kunst die ik nog geschreven heb.

Veel mensen vroegen me of ik bang ben dat het me nog eens overkomt. Mijn vaste antwoord is: “Nee, ik ben niet bezig met de dood, ik ben bezig met volop te leven”.

Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor.

Delen