Vaag

Aafke Romeijn (1986) is muzikant, schrijfster en journaliste. Ze schreef opiniestukken voor o.a. de Volkskrant, Trouw, LINDA. en Vrij Nederland. Vorig jaar verscheen bij haar boek Concept M  (2018) en de bijbehorende ‘soundtrack’ die zij maakte.

Tekst: Aafke Romeijn | Beeld: Bibian Bingen 

Al jaren liep ik met ‘vage buikklachten’ en als patiënt was me al snel duidelijk geworden dat vage klachten de onhandigste diagnose is die je kunt krijgen. Een gebroken been dat in een hoek van 90 graden geknakt ligt, is eenvoudig: je zet het recht en laat het genezen. Vage buikklachten zijn daarentegen het perfecte recept voor het spreekwoordelijke kastje en de muur.

Zelf had ik wel een idee waar het zat, het voelde alsof mijn baarmoeder was opgezwollen tot monsterlijke proporties. Dat vertelde ik de huisarts die me doorverwees.

De eerste gynaecoloog was een man van middelbare leeftijd die onder toeziend oog van een coassistent mijn binnenste bevoelde. Terwijl ik nog met mijn enkels in de beugels lag, mijn vagina in de open lucht, trok hij zijn latex handschoenen uit en begon hij tegen me te praten. “Volgens mij is er niks mis met je baarmoeder. Heb je een drukke baan soms? Vrouwen kunnen nu eenmaal slechter tegen stress dan mannen, vaak resulteert dat in lichamelijke klachten. Ik stel voor dat je minder gaat werken.”

Ik was verbijsterd. Ja, ik leidde een druk bestaan als zzp’er, maar dat was al sinds mijn achttiende zo, mijn klachten hadden daar niets mee te maken. Ik had ook buikpijn wanneer ik volkomen ontspannen was: op vakantie, in mijn slaap, ’s avonds op de bank. Daarnaast kon ik precies aanwijzen wanneer de klachten erger werden: vlak na seks, eens per maand als ik menstrueerde. Dan lag ik soms urenlang kronkelend te janken van de pijn, alsof iemand me met messen te lijf ging. Zat dat ook allemaal ‘tussen de oortjes’?

Het perfecte recept voor het spreekwoordelijke kastje en de muur

Terug naar de huisarts. Een mannelijke arts in opleiding stond me te woord. Toen ik binnenkwam, had hij mijn dossier al geopend, en begon al te praten nog voordat mijn man en ik waren gaan zitten. “Ik zie hier dat u psychiatrisch patiënt bent”, zei hij. Ik knikte. Dat klopt, ik word sinds mijn zeventiende behandeld voor terugkerende depressies. “Misschien is je dit nog niet verteld, maar psychiatrische patiënten hebben vaker last van psychosomatische klachten.”

Dat wist ik maar al te goed: de constante misselijkheid die ik voel tijdens een depressie, is daar een duidelijk geval van.

“We hebben je doorgestuurd naar een gynaecoloog, die heeft niets kunnen vinden. Ik stel voor dat je hier met je psychiater over gaat praten, om je voor te bereiden op het feit dat deze pijn niet fysiek is, en dus niet door artsen is op te lossen.”

Gelukkig zat mijn man naast me, die direct kalm een second opinion eiste. Die kregen we. Een gynaecoloog gespecialiseerd in vage klachten. Hij liet me mijn slipje aantrekken voordat hij na zijn onderzoek tegen me sprak. “Je hebt endometriose”, zei hij. “Niets dat tussen je oren zit.”

Ik huilde van opluchting. Het had me twee jaar gekost, maar nu wist ik dat ik niet gek was. Ik zou alle artsen willen oproepen te luisteren naar mensen met vage klachten. Ook, of misschien juist, wanneer het gestreste vrouwen zijn, of psychiatrisch patiënten. Zij verdienen ook genezing.

Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor. Eerdere afleveringen vindt u hier.

Delen