Hoe overleef ik de kaakchirurg?

spiegel / "Ik krabbel uit De Stoel. Wegwezen!"

Beeld Gerlinde de Geus

Francine Oomen (1960) verwierf grote bekendheid met de Hoe overleef ik-serie, diverse malen bekroond door de Nederlandse Kinderjury. Gek van liefde was haar eerste boek voor volwassenen. Afgelopen najaar verscheen Hoe overleef ik alles wat ik niemand vertel, het eerste deel voor de volwassen geworden lezers van destijds.

Beste heer X,

Ik zit in de wachtkamer van de tandheelkundige kliniek en kijk om me heen. Alles is van glas. Ik kan zo naar binnenkijken in de behandelkamers. Dat geeft geen prettig gevoel.

Ik vraag de assistente wat ik qua nazorg moet doen. Ze antwoordt kortaf: “Dat zeg ik wel na afloop, want als ik het u nu vertel, dan vergeet u het.” Ik beheers me en zeg beleefd: “Dan kan ik vermoedelijk niet meer praten en dus ook niks meer vragen.” Ze haalt haar schouders op en verdwijnt.

In de behandelkamer zit ik op De Stoel. U komt binnen, kijkt me niet aan, geen enkele blijk van empathie. Om contact te maken (want dat hebben angstige mensen nodig), vraag ik, terwijl de stoel achterover kantelt: “Wat heeft u ertoe gebracht kaakchirurg te worden?” Waarop u ontvlamt: “Daar geef ik geen antwoord op. Dat vind ik een ontzéttend beledigende vraag. En weet u (op beschuldigende toon): mensen vragen dat vaker, vooral als ze zenuwachtig zijn.” Ik stotter: “Sorry, sorry, ik wilde u niet beledigen, ik ben gewoon geïnteresseerd.” U: “Dat kan me niks schelen. Het is een onbeschofte vraag, maar ik zal proberen u toch goed te behandelen.”

U jast de verdoving erin. Zegt: “Het moet inwerken” en verdwijnt door een glazen deur naar de belendende behandelkamer. Na een paar minuten begint er iemand hard te gillen. Uw stem, boos en luid: “Nou mevrouw, u kunt nu wel schreeuwen, maar dat heeft helemaal geen zin. En bovendien, u bent verdoofd, dus u kúnt helemaal niks voelen.” Daarna wordt het doodstil.

Duik niet bij binnenkomst van de patiënt in de computer

Na wat een eeuwigheid lijkt, beent u binnen en begint u zonder verdere tekst en uitleg aan de operatie. Krak, boor, wrik, snij en trek. Ik gil niet, ik geef geen kik. Ik ben er gewoon niet. De kies is eruit. U hecht, gehaast en ruw. Klaar, God zij geprezen.

Ik krabbel uit De Stoel. Wegwezen! De assistente duwt mij een plastic zakje met een folder, een paar gaasjes en een waterspuit in de hand. Ik kan inderdaad niet meer praten, niks meer vragen en sta buiten. Verdwaasd en duizelig.

Een paar dagen later is het zondag en de wond voelt als de Vesuvius die op uitbarsten staat. Ik kan naar de mondpoli in een Amsterdams ziekenhuis. Dit blijkt ook al een vreselijke plek; een soort gevangenis met flikkerend kunstlicht, beduimelde tijdschriften en kapotte kunstplanten. Hier tref ik een tandarts die nauwelijks Nederlands spreekt, mij ook al niet aankijkt en alleen maar oog heeft voor zijn beeldscherm en toetsenbord. Uiteindelijk kijkt hij ook in mijn mond en ziet niks abnormaals. De Vesuvius kalmeert en sluit zich uiteindelijk.

Survivaltips voor zorgverleners:

1. Behandel uw patiënten als mensen, niet als medische gevallen.

2. Het is bewezen dat mensen beter herstellen als ze zich veilig, gehoord en gezien voelen.

3. Duik niet bij binnenkomst van de patiënt in de computer. Het is ronduit onbeschoft en draagt bij aan het gevoel van de patiënt dat hij/zij/hen slechts een mankement is dat gefixt moet worden.

Vriendelijke groet, Francine Oomen

Op deze plek verhalen schrijvers, journalisten en publicisten over een persoonlijke ervaring met de gezondheidszorg en houden ze (para)medici een spiegel voor.

Delen