Hoezo pensioen?

Na een lange loopbaan als radioloog en hoogleraar-directeur radiologie ging Kees Klinkhamer op late leeftijd aan de slag als zelfstandig adviseur. Achter de geraniums zitten is niets voor hem. Naast langer doorwerken pleit hij ook voor meer financiële verantwoordelijkheid voor de oude dag.

Tekst: Roel Notten | Beeld: Marcel Bakker/HiRez Images

Voormalig radioloog Kees Klinkhamer (81) wil van ‘passief pensioneren’ niets weten. Na een lange carrière als radioloog en hoogleraar-directeur radiologie, is hij als consultant aan een tweede werkend leven begonnen. In die hoedanigheid adviseert hij Philips Medical Systems, Siemens en mkb-bedrijven. Terwijl hij ook privé genoeg te doen heeft; zijn twee huwelijken brachten hem drie kinderen en dertien kleinkinderen. “Geen een is er in de medische wereld terechtgekomen”, lacht hij. Hij kijkt tevreden terug op zijn loopbaan en de keuzes die hij hierin heeft gemaakt. “Als ik achttien was, zou ik weer voor geneeskunde en radiologie kiezen.”

De behoefte aan een tweede leven ontstond aan het einde van zijn loopbaan. Het bureaucratische geneuzel op de universiteit ging hem tegenstaan: “Op een gegeven moment kwam er een leuke dame mijn kantoor binnen. Ze had een rapport van mij gelezen en gaf mij op mijn mieter, omdat ik het had gewaagd over manuren te schrijven in plaats van over mensuren. Voor mij was dat de druppel die de emmer deed overlopen. Ik besloot te gaan adviseren, ik had toch genoeg relaties met het bedrijfsleven. Ik pakte alles aan en rolde zo van het een in het ander.”

En zo werkt Klinkhamer vrolijk verder. Hij publiceerde de afgelopen jaren veel in kranten, waarbij hij steevast het belang benadrukte van blijven doorwerken. Stoppen met werken vergroot, volgens door Klinkhamer aangehaalde cijfers, de kans op Alzheimer en leidt tevens tot een grotere kans op vroegtijdig sterven. Toch speelde dit gegeven geen rol in zijn keuze om lang door te werken: “Ik vond het gewoon leuk. Ik heb een vrouw die nog zeer actief is, dat scheelt ook. Zij schildert. En als ik kijk naar oud-collega’s, dan word ik niet vrolijk. Velen zijn al overleden. Te vroeg gestopt met werken, denk ik in sommige gevallen.”

Lees verder (pdf).

07-2013p026-028

Delen