Huisarts en kunstenaar Vincent Jong Tjien Fa: “Werk is mijn redding”

interview / Vincent Jong Tjien Fa

Praktijkhoudend huisarts en kunstenaar Vincent Jong Tjien Fa (54) hield aan een preventieve operatie een beschadigde armzenuw over. Daardoor werken zijn rechterarm en -hand al maanden minder goed. “Desnoods leer ik mezelf met links schilderen.”

Nederland, Amsterdam, Vincent Jong Tjie Fa, huisarts en kunstenaar. Foto: Marcel Bakker

Drie weken. Zo lang denkt VincentJong Tjien Fa dat het herstel van de operatie aan zijn nek afgelopen december maximaal zal duren. Voor evenzoveel weken heeft hij dus een waarnemer geregeld voor zijn huisartsenpraktijk. En dan wordt hij in het ziekenhuis wakker met een rechterarm die hij nauwelijks nog kan bewegen. De C6-zenuw, die van de nek naar de buitenkant van de arm, duim en wijsvinger loopt, blijkt te zijn beschadigd. Daarmee kan de praktijkhouder zijn vak van het ene op het andere moment niet meer uitoefenen. Ook schilderen is ineens onmogelijk. “De grond viel onder mijn voeten vandaan.”

Een aantal maanden eerder heeft de rechtshandige Jong Tjien Fa uitvalsverschijnselen gekregen in zijn dominante hand. Spondylose in de nek, luidt de diagnose. Vanwege het risico op een dwarslaesie raadt de behandelend neurochirurg hem aan om zich preventief te laten opereren. De topfitte huisarts ziet de ingreep vol vertrouwen tegemoet. “Ik sportte, at gezond, deed yoga. Wat kan mij gebeuren, dacht ik.”

Alsof de uitval nog niet genoeg is, krijgt hij na de operatie te maken met ernstige positieduizeligheid. Maandenlang kan hij niets anders dan op bed liggen. Voor een duizendpoot als Jong Tjien Fa de grootst denkbare straf. “Met mijn hoofd in mijn handen kroop ik naar het toilet. De dagen duurden eindeloos. Op een gegeven moment was ik de wanhoop nabij.”

Tot zijn immense opluchting trekt de duizeligheid na een half jaar langzaam weg. En met veel trainen verbetert ook de functie van zijn arm en hand, al is die laatste nog niet de oude. “Ik heb nog steeds weinig kracht in mijn duim en wijsvinger”, vertelt hij in zijn spreekkamer in Amsterdam, waar hij sinds juni weer halve dagen werkt. “Sommige fysieke onderzoeken zijn dus lastig om te doen. Net als typen. Als ik langer dan twee uur achter mijn computer zit, krijg ik pijn en begint mijn hand te tintelen.”

Naar eigen zeggen gaat hij regelmatig over zijn eigen grenzen. Dat moet hij dan bezuren met ernstige nek- en hoofdpijn en intense vermoeidheid. Of een bedrijfsarts het met zijn re-integratieplan eens zou zijn, valt dus te bezien. “Maar van stilzitten word ik zeker niet beter. Mijn werk is mijn redding.”

Bloemen van pantykousen

Zolang hij zich kan herinneren, wilde de Amsterdammer met Chinese en Antilliaanse roots dokter worden. “Ik ben de jongste van drie zoons”, licht hij toe, terwijl hij thee en koekjes serveert. “Als kind speelden mijn broers en ik eindeloos met plastic soldaatjes en playmobil. Ik nam het dan op me om de gewonde mannetjes te verzorgen. Van jongs af aan liep ik ook rond met een medicijndoosje met pleisters en paracetamol.”

Behalve dat hij zich over gehavend speelgoed ontfermt, heeft de jonge Jong Tjin Fa nog een passie: mooie dingen maken. Tijdens zijn vroege jeugd volgt zijn moeder een kunstopleiding. Vaak neemt ze haar jongste zoon mee naar de lessen. Als zes-, zevenjarige zit hij in de hoek van het klaslokaal met papier en kleurpotloden. Heerlijk vindt hij dat.

“Ik was altijd creatief bezig. Tekenen, schilderen, kleien, handenarbeid; ik wilde alles proberen. Met Pasen maakte ik kunstwerkjes van eieren, met kerst fabriceerde ik uitbundige kerststerren. Op een geven moment had een vriendin van mijn moeder een cursus gedaan om van pantykousen bloemen te maken. Dat ben ik toen ook gaan doen. Later, als student, verdiende ik wat bij door die bloemen bijvoorbeeld als corsages te verkopen. Daar kwam de handelsgeest van mijn vader, een rasondernemer, bovendrijven.”

Het is diezelfde vader die Jong Tjien Fa stimuleert om, na een jeugd in Suriname en op Sint Maarten en Curaçao, in Nederland technische bedrijfskunde te gaan studeren. In zijn kale studentenkamer in Enschede begint hij serieus te schilderen. Mede als afleiding van zijn studie, die hij verschrikkelijk vindt. “Na een jaar besloot ik alsnog mijn hart te volgen en geneeskunde te gaan doen.”

Met zijn artsenbul op zak keert hij terug naar Curaçao, waar hij twee jaar in een van de lokale ziekenhuizen werkt. “Ik werd daar volledig in het diepe gegooid. Op de interne kreeg ik binnen twee weken de reanimatiepieper, terwijl ik nog nooit een reanimatie had gedaan. De belangrijkste les die ik er leerde? Dat verpleegkundigen ongelofelijk veel respect verdienen. Zij deden de bulk van het werk en sleepten me er doorheen.”

Beeld Marcel Bakker

Na twee jaar in het ziekenhuis weet de jonge arts het zeker: hij is in hart en nieren een generalist. Daarom besluit hij voor de huisartsenopleiding te kiezen.

Patronen en symbolen

Eenmaal huisarts blijft Jong Tjien Fa nog een paar jaar op Curaçao werken. Het is daar dat zijn carrière als kunstenaar in 2002 een vlucht neemt. “Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en ben met een paar schilderijen een galerie binnengestapt met de vraag of ze mijn werk wilden exposeren. ‘Laten we het met twee doeken proberen’, zei de eigenaar. Precies op dat moment kwam de directeur van de grootste bank van Curaçao binnen. Hij zag mijn schilderijen op de grond liggen en kocht ze ter plekke.” Het blijkt een keerpunt voor VINCE, zoals Jong Tjien Fa’s kunstenaarsnaam luidt.

De bankdirecteur, een bekende Curaçaoënaar en kunstverzamelaar, opent de eerste expositie van de schilderende dokter. In een mum van tijd zijn al zijn doeken verkocht. De schilderstijl van Jong Tjien Fa is in die periode nog overwegend abstract. Het veelkleurige werk toont overlappende cirkels met priemende witte ogen op een ondergrond van geometrische vormen. Later, vanaf 2010, gaat hij steeds meer expressionistische portretten schilderen. Van bekende mensen, zoals Martin Luther King, of in opdracht, van personen uit zijn omgeving.

‘Ik ben geschrokken van het gebrek aan empathie in het ziekenhuis’

“Als dokter ben ik gewend mensen vragen te stellen en ze zo te leren kennen”, verklaart hij. “Als kunstenaar doe ik dat juist niet. Voor een portret laat ik me inspireren door beelden en symbolen. Het liefst snuffel ik uitgebreid rond bij iemand thuis. Patronen die mijn aandacht trekken – op kleding, op objecten, in een tatoeage – verwerk ik in het schilderij. Dat wordt op die manier een reflectie van de
persoonlijkheid.”

De laatste jaren beweegt hij zich terug richting meer abstract werk. Ook nu spelen cirkels op veel van zijn doeken een hoofdrol. “Geen idee waarom. Ik ben niet iemand die conceptueel werkt en alles vooraf uitdenkt. Integendeel, ik begin te schilderen als ik er behoefte aan heb en laat de compositie zich associatief vormen.”

Althans, dat deed hij tot zijn disfunctionerende arm dat onmogelijk maakte. Wat doet die gedwongen rust met iemand voor wie creëren zo’n essentieel deel van zijn leven is? “Het maakt me rusteloos”, zegt hij. “Ik heb die creatieve uitlaatklep echt nodig. Als dokter kan ik niet zonder kunstenaarschap en vice versa; de twee houden elkaar in balans. Nu ik niet kan schilderen, heb ik me op het koken gestort. Maar ik ga straks zeker weer dingen maken. Desnoods leer ik mezelf met links schilderen.”

Houvast

Dat kunst en zorg voor Jong Tjien Fa ‘onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn’, blijkt ook wel in zijn praktijk in de Amsterdamse wijk Overtoomse Veld. In de hal, in de spreekkamers, ja zelfs in de keuken hangen zijn schilderijen. Die praktijk heeft hij trouwens pas anderhalf jaar. “Ik heb meer dan twintig jaar als waarnemer gewerkt. In deeltijd, zodat ik genoeg tijd overhield om te schilderen.” Dat hij er op zijn 52e alsnog voor kiest om praktijkhouder te worden, is mede het gevolg van de covid-pandemie.

“Het klinkt vreemd, maar tijdens de lockdowns bloeide ik helemaal op. Ineens was er ruimte voor creativiteit, om dingen anders te doen. Ik vond het fantastisch om digitale oplossingen te creëren. Eerder, toen ik een zieke collega een jaar had vervangen, had ik al gemerkt hoe fijn ik het vind om zelf besluiten te nemen. Ik dacht: als ik nu geen eigen praktijk begin, doe ik nooit meer.”

Via Sophie Brühl van Buurtdokers komt hij in contact met huisarts Jeroen van der Linde, die na 32 jaar zijn praktijk wil overdoen. Op 1 januari 2023 is de overdracht een feit. Niet lang daarna krijgt de kunstenaar uitvalsverschijnselen in zijn rechterhand.

Empathie

Of hij achteraf spijt heeft van de zijn stap? “Absoluut niet. Ik kan het nu zo organiseren dat ik halve dagen werk. Als waarnemer was dat schier onmogelijk geweest.” Naar eigen zeggen heeft hij mazzel met een geweldige praktijkmanager en topassistenten. Verder werkt Van der Linde nog altijd twee dagen voor hem. Vanaf deze maand komt daar een extra waarnemer bij. Een vrouw, omdat daar in zijn multiculturele patiëntenpopulatie nadrukkelijk behoefte aan is.

“Waar mogelijk bel ik ingeplande patiënten ’s ochtends eerst, als een soort tweede triage. In de praktijk waar ik zeventien jaar als waarnemer werkte, heb ik gemerkt dat je daarmee ongeveer de helft van de zorgvragen kunt oplossen. Zo maak ik meer tijd vrij voor patiënten die dat nodig hebben. Voor hen trek ik per persoon gerust een half uur uit.”

Hebben zijn eigen ervaringen als patiënt hem als dokter veranderd? “Ik ben echt geschrokken van het gebrek aan empathie in het ziekenhuis. De neurochirurg die me opereerde had nog nooit gehoord van positieduizeligheid als complicatie. ‘Wacht maar tot het over gaat’, was zijn enige advies. Dat gaf me zo’n rotgevoel. Wat ik ervan heb geleerd, is om als dokter nóg beter te luisteren. Ik leun vaker achterover. Letterlijk. Patiënten de ruimte geven, niet meteen antwoorden; het maakt een wereld van verschil.”

Is hij boos op de chirurg die zijn zenuw beschadigde? “Ik heb maandenlang met woede geworsteld, maar dan vooral naar mezelf. Had ik maar langer met de operatie gewacht, had ik maar een second opinion gevraagd; dat soort gedachten spookten door mijn hoofd. Nu ik weer aan het werk ben, worden die gelukkig minder. Verder ben ik van nature een optimistisch mens. En ik geef nooit op. Linksom of rechtsom, ik vind een manier om mijn beide passies te kunnen blijven uitoefenen.”

CURRICULUM VITAE

Beeld Marcel Bakker

Vincent Jong Tjien Fa (1970), geboren in Paramaribo, Suriname

  • 1991-1998 – geneeskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam
  • 1997-1998 – arts-assistent chirurgie, Sint Franciscus Gasthuis
  • 1998-2000 – arts-assistent interne geneeskunde St. Elisabeth Hospital Curaçao
  • 2000-2002 – specialisatie huisartsengeneeskunde, Universiteit van Amsterdam
  • 2002 – expositie Rondo na Kolo galerie Alma Blou Curaçao
  • 2002-2024 – waarnemend huisarts Curaçao, Sint Maarten, Nederland
  • 2002-2006 – waarnemend assistent interne geneeskunde, Curaçao
  • 2002-2006 – grafische vormgeving voor Teatro Luna Blou, Curaçao
  • 2007-heden – vaste waarnemend huisarts, Huisartsenpraktijk Oei, Amsterdam
  • 2008 – expositie Cutis Ornato, Oisterwijk
  • 2009 – expositie Kara Dorna Galerie Alma Blou, Curaçao
  • 2010 – expositie Portretten die spreken, Galerie 23, Amsterdam
  • 2012 – expositie Mezas & Vince, Curaçaohuis, Den Haag
  • 2012 – expositie Antepasado di Futuro Curaçaosch Museum, Curaçao
  • 2023 – expositie Who’s afraid of colour, Galerie 23, Amsterdam
  • 2023 – heden praktijkhouder Huisartsenpraktijk Lely, Amsterdam

Delen