Huisarts in een nieuw jasje

ondernemen / “Online waar het kan, fysiek waar het moet”

In Berkel-Enschot starten huisartsen Fleur Prinsenberg en Lex Oversier een nulpraktijk, volgens hun eigen hybride concept.

Fleur Prinsenberg (39) en Lex Oversier (31) kennen elkaar van de huisartsopleiding in Eindhoven. Zij was er docent, hij was in opleiding. Ze bleken twee dingen gemeen te hebben: de ambitie om praktijkhouder te worden én een visie op ondernemen in de huisartsenzorg. “De traditionele werkwijze is niet houdbaar”, zegt Oversier, inmiddels drie jaar waarnemer. “Dat zie ik met eigen ogen in sommige praktijken. Overvolle spreekuren, een non-stop rinkelende telefoon, huisartsen die geen grip meer hebben op hun dag. Dat is mijn schrikbeeld. Als ik op die manier zou moeten werken, weet ik niet of ik over tien jaar nog huisarts ben. Fleur en ik willen regie over onze werkdag en regie over hoe wij zorgvragen benaderen. We willen werkplezier voor onszelf en comfort voor de patiënt – die moet dus bijvoorbeeld niet een half uur in de wacht hangen. En we geloven dat dit kan met een hybride praktijk en flexibele zorg op maat; online waar het kan, fysiek waar het moet.”

‘Online waar het kan, fysiek waar het moet’

Dat is het ook het credo van ketens die in de huisartsenzorg opkomen én onder vuur liggen. “Op het eerste oog lijkt ons model daar wellicht op, maar een belangrijk verschil is dat wij zelf praktijk voeren en zelf het gezicht zijn van onze praktijk”, zegt Oversier. “Een vaste huisarts die de patiënten, de omgeving en de context kent, is immers de kern van ons vak.” Prinsenberg: “Als je bepaalde zorgvragen digitaal en telefonisch wilt afhandelen, dan móet je een vertrouwensband hebben.” Oversier: “Wij zijn de vertrouwde huisarts in een nieuw jasje.”

Nulpraktijk

Om hun hybride concept volledig zelf vorm te kunnen geven, nemen de twee geen praktijk over, maar starten ze een nulpraktijk in Berkel-Enschot, een Brabants dorp dat kampt met een huisartsentekort. Prinsenberg: “Veel jonge huisartsen zijn bevreesd om praktijkhouder te worden, want je bent zo veel tijd kwijt aan administratie, het is moeilijk om personeel te vinden, er is geen ruimte om uit te bouwen. Maar als je nou op een blanco vel papier schrijft hoe je ideale werkdag eruitziet, dan kom je er misschien achter dat sommige ballast helemaal niet nodig is.”

Zo starten Oversier en Prinsenberbijvoorbeeld bewust zonder personeel. Prinsenberg: “We hebben een eenvoudige, toegankelijke website; patiënten benaderen ons zoveel mogelijk digitaal. Daarnaast werken we met teleQ: patiënten die bellen staan niet in de wacht, maar maken een terugbelafspraak waarna de dokter zelf terugbelt. Als we uiteindelijk een assistent aannemen, dan willen we die ook inzetten voor direct patiëntcontact en niet om de hele dag aan de telefoon te zitten.”

Bakfiets voor visites

Verder schreef het duo op hun ‘blanco vel papier’ onder meer: een bakfiets voor visites. “Dat is duurzamer dan een auto, maar op de fiets kunnen we ook even afschakelen”, zegt Oversier. “Bovendien past het bij een dorpsdokter. Mensen zien ons fietsen, je kunt even contact hebben.”

Ook op dat papier: een kleine praktijkruimte. Maar die bleek niet zo makkelijk te vinden. “Huisvesting is de grootste horde gebleken”, zegt Prinsenberg. “Elke keer diende zich weer een nieuwe kans aan, en dan spatte die toch weer uiteen.” Oversier zat er af en toe wel even doorheen. “Dan baal je een dag, dan foeter je een keer, maar het hoort wel bij ondernemen.”

En de aanhouder wint: na ruim een half jaar zoeken kunnen de huisartsen vanaf mei een ruimte huren bij een apotheek in het dorp en dan kan DKTRS echt van start.

Delen