‘Ik voel me doorgaans in vertrouwde handen’

Anita Witzier over gezondheidszorg in Nederland

Ze heeft geregeld te maken met zorgprofessionals. Als het niet over haar eigen gezondheid of die van haar dierbaren gaat, dan ontmoet ze uw collega’s wel vanwege haar televisiewerk. Presentator Anita Witzier – die door Frénk van der Linden over ‘persoonlijke grenzen’ geïnterviewd wordt tijdens Arts en Auto LIVE – voelt zich als patiënt doorgaans in zeer vertrouwde handen. “Maar ik heb ook ervaren dat het naïef is te denken dat de dokter het altijd het beste weet.”

Tekst: Marjan Enzlin

 

Hoewel de artsen in het programma Dokters vs Internet, dat Anita Witzier (55) afgelopen zomer presenteerde, soms nipt de zeges behaalden op de leken-met-internet, wonnen ze het uiteindelijk wél van Dr. Google. “Gelukkig maar”, zegt Witzier. “Het zou niet goed zijn voor het vertrouwen als het andersom was geweest. Het internet kan de arts, die ook alle lichaamstaal meekrijgt en doorvraagt, niet vervangen. Maar het internet is wel een goede bron om extra informatie te vinden en dat leidt in het geval van zeldzaam voorkomende aandoeningen soms sneller tot de juiste diagnose. Bij dergelijke ziekten is het door medici te bewandelen pad, via alle mogelijke protocollen, vaak veel langer. Soms wordt in die gevallen de juiste diagnose pas na vele jaren gesteld, hoor ik van patiënten, en vaak pas nadat de patiënt zelf, na onderzoek op internet, met een suggestie komt. Ik weet dat de vergelijking mank gaat; artsen moeten natuurlijk stapsgewijs eerst alle meer voor de hand liggende oorzaken van klachten uitsluiten. Dat is de meest logische route, met het beste resultaat voor de grootste groep patiënten, maar daar heb je weinig aan als je net die ene met die zeldzame aandoening bent.”

Verschillende ervaringen

Witzier, die verdacht veel op een gewoon mens lijkt, heeft behoorlijk wat ervaring met zorgprofessionals. Zelf kampt ze al jaren met reuma en ook voor haar ouders en andere dierbaren had ze te maken met de verschillende (para)medische disciplines.

Tijdens Arts en Auto LIVE zal Anita Witzier in de Hooge Schuur worden geïnterviewd door meesterinterviewer en dagvoorzitter Frénk van der Linden.

Wilt u erbij zijn? Bestel dan nu alvast uw kaarten.

 

 

Gevraagd naar haar ervaringen met de sector zegt ze dat die heel divers zijn. “Ik heb op verschillende momenten in het leven te maken gehad met zorgprofessionals”, legt ze uit. “Mijn vader werd bijvoorbeeld opgenomen in een verpleeghuis. Daar was de zorg ontzettend goed. Het volstrekt tegenovergestelde van wat je vaak hoort. Iedereen die er werkte, was even zorgzaam en liefdevol. Heel goed en vertrouwd. Ook toen ik mijn eerste reumaklachten kreeg, ging het prima. De huisarts verwees me adequaat door naar de juiste specialist en die stelde de diagnose. Ik kreeg een uitgebreide uitleg en het contact met zowel de huisarts als de specialist was prettig.”

“Minder goede ervaringen heb ik ook. Het meest sprekende voorbeeld is dat ik me niet serieus genomen voelde door mijn huisartsen toen ik ernstige overgangsklachten kreeg. Voor de duidelijkheid; we hebben het over twee vrouwelijke artsen. Een collega attendeerde me uiteindelijk op de overgangskliniek in het OLVG West in Amsterdam. Dat werd een buitengewoon goede ervaring. Behalve dat er een heel uur naar me geluisterd werd, liet de gynaecoloog daar ook onderzoeken doen en schreef ze me uiteindelijk hormoon- therapie voor. Veel van mijn klachten en vooral de al langer durende uitzichtloze somberheid, die me zonder aanwijsbare reden had overvallen, verdwenen als sneeuw voor de zon. Heel snel al voelde ik me veel beter.”

‘Als ik ooit tegen grenzen aan ben gelopen, was het wel in die periode’

“Toen dacht ik: ‘waarom moest ik dit van een collega horen en hebben mijn huisartsen me niet op dit spoor gezet?’ Ik had niet zomaar wat verwaarloosbare klachten, mijn hele leven werd erdoor beheerst. Uitzichtloze treurnis, periodes van verdriet zonder reden, slapeloze nachten en dan die aanvallen. Gek werd ik ervan. Als je met dergelijke klachten én diverse keren komt, dan heb je niets aan percentages. Fijn dat een groot deel van de vrouwen beheersbaar last heeft van dat soort klachten en redelijk vanzelf door deze vaak jarenlang durende periode rolt. Geniet ervan, zou ik zeggen, maar heb alsjeblieft wél een beetje mededogen met je fellow sisters. Als ik ooit tegen grenzen aan ben gelopen, was het wel in die periode. Huisartsen – niet alleen de mijne – zouden zich echt beter moeten realiseren hoe ontregelend die hormonen kunnen zijn en wat ze dientengevolge kunnen aanrichten. Zelfs zoiets ‘doodgewoons’ als opvliegers hebben, kan al heel ingrijpend zijn. Voordat ik de eerste kreeg, had ik me voorgenomen ze gewoon te gaan negeren. Ik kan je wel vertellen; dat werkt prima bij parkeerbonnen, maar volstrekt niet bij deze klachten.”

Liefde en passie

Wisselende persoonlijke ervaringen dus, maar Witzier heeft ook vanuit haar werk veel te maken met zorgprofessionals. Voor het tv-programma Anita wordt opgenomen draaide ze een aantal maanden mee in diverse ziekenhuizen en instellingen, waardoor ze zowel voor als achter de schermen kon kijken en zowel de wederwaardigheden van medewerkers als die van patiënten/cliënten van dichtbij meebeleefde.

‘Protocol-denken zorgt ervoor dat artsen het lastig vinden out of the box te denken’

Programma’s als deze hebben haar ervan overtuigd dat verreweg de meeste zorgprofessionals met liefde en passie hun vak beoefenen en dat zij hoogstaande kwaliteit leveren. Ze heeft ook opgemerkt dat de regeldruk in de gezondheidszorg enorm is en dat bureaucratie de professionals gevangenhoudt. Ze zag daarnaast de neiging, vooral bij artsen, om in kokerdenken te vervallen. “Waarschijnlijk gevoed door het protocol-denken dat in de gezondheidszorg gemeengoed is”, zegt ze.

“Ik begrijp dat het zo werkt, maar het zorgt ervoor dat artsen het lastig vinden om out of the box te denken. Daarin zie ik wel een verschil tussen de generaties. Jongere artsen doen dat gemakkelijker en zij vinden het over het algemeen ook vanzelfsprekender dat patiënten zelf meedenken en meebeslissen. Dat laatste zie ik steeds meer en dat is volgens mij niet alleen goed, maar ook echt nodig. Het betekent wel dat patiënten daarmee dus ook een grotere eigen verantwoordelijkheid hebben voor hun behandeling. Dat vind ik nog wel een punt van zorg, want hoe moet het met mensen die die verantwoordelijkheid niet kunnen nemen, die daarvoor de bagage niet hebben of niet assertief genoeg zijn? Gelukkig is de gezondheidszorg hier van hoog niveau, waardoor ik me doorgaans in zeer vertrouwde handen voel, maar ik heb zowel persoonlijk als in mijn werk ervaren dat het naïef is te denken dat de dokter het altijd het beste weet.”

Delen