‘Menselijke’ kunst in Londen

Tot eind augustus is in Londen te zien hoe diverse Engelse schilders, onder wie Lucian Freud en Francis Bacon, kozen voor een eigenzinnig realisme. Tegen de artistieke stroom in bleven zij mensen consequent ‘ongepolijst’ schilderen.

tekst: Riki Simons

 

Robert Kitaj (1932-2007) was een Amerikaanse beeldend kunstenaar die een groot deel van zijn leven in Engeland woonde. In 1976 stelde hij in de Hayward Gallery in Londen een eigentijdse tentoonstelling van schilderijen en tekeningen samen, met als titel The Human Clay. In de catalogus introduceerde hij de naam ‘School of London’, omdat de kunstenaars in de expositie allemaal in Londen woonden en werkten.

R.B. Kitaj 1932-2007 The Wedding, 1989-93, Oil paint on canvas 1829 x 1829 mm Tate

In The Human Clay bracht Kitaj schilders bijeen die één ding met elkaar gemeen hadden. Allemaal lieten ze zich inspireren door de directe wereld om hen heen, die ze op traditionele manier bestudeerden en realistisch weergaven, dwars door alle 20ste-eeuwse vernieuwingen heen. Ze bleven hiermee in de sporen van eerdere Engelse realisten zoals Walter Sickert (1860-1942). Als reactie op de 19de-eeuwse gewoonte om modellen af te beelden als nimfen in klassieke gewaden in tempelachtige ruimtes, schilderde Sickert zijn modellen juist zo aards mogelijk, tegen de achtergrond van zijn eigen grauwe atelier.

Ook de wereld van de School of Londen was opzettelijk klein, beperkt tot de eigen stad, familie en vrienden. Sommigen van hen, zoals Frank Auerbach en Leon Kossoff, vonden al hun onderwerpen in de Londense buurt waarin ze zelf woonden. En hoe verschillend ze verder ook leken, ze hadden allemaal een intense belangstelling voor het menselijk lichaam, dat ze herkenbaar en ongepolijst in grove verf op doek zetten.

Van de School of London waren vooral Francis Bacon (1909-1992) en Lucian Freud (1922-2011) indertijd al bekend en berucht. Niet zozeer als belangrijke kunstenaars van hun tijd maar als representanten van een scandaleus soort Engelse excentriciteit met een artistiek alibi. In de decennia die volgden, groeide hun roem echter naar fabelachtige hoogten.

Jongere generaties

Dit voorjaar en deze zomer is in Tate Britain in Londen de tentoonstelling All Too Human: Bacon, Freud and a Century of Painting Life te zien. Met de expositie van 1976 als uitgangspunt waarin vrouwen deze keer ook als krachtige en eigenzinnige schilders de hoofdrol spelen, aangevuld met werk van jongere generaties. Zoals Jenny Saville (1970), die alleen zichzelf als model gebruikt. En zoals de Brits-Ghanese Lynette Yiadom-Boakye (1977), die nooit langer dan acht uur werkt aan haar schilderijen. Zij schildert bewonderenswaardig ‘echt’ lijkende fantasieportretten van Brits-Afrikaanse vrouwen of mannen, geïnspireerd door allerlei fotomateriaal, en ondanks de eenvoudige schilderstijl heel eigentijds. Maar de twee grootste namen in All Too Human zijn ook nu nog steeds Bacon en Freud.

Humor en spot

Francis Bacon, 1909-1992, Study for Portrait of Lucian Freud, 1964, Oil paint on canvas, 1980 x 1476 mm The Lewis Collection

Francis Bacon was in de jaren zeventig onder insiders al berucht om zijn messcherpe tong, zijn vaak agressieve humor en spot, zijn alcoholische uitspattingen en zijn gokverslaving. Als homoseksueel had hij, zeker tot de legalisering van zijn voorkeur in 1967, geleerd om inspiratie te vinden in gevaar en (dreigend) geweld in het dagelijks leven. Bacons afkeer van de media was legendarisch, net als zijn meedogenloze manier van omgaan met andere mensen. Pas na zijn dood in 1992 is dit ook voor een breder publiek allemaal beschreven.

Bacon was als schilder autodidact. Ook hij schilderde portretten van vrienden en bekenden, maar alleen naar aanleiding van zwart-wit foto’s. Zijn grote formaten kaal doek doen denken aan een plotseling achtergelaten worsteling met verf en met zijn onderwerpen, bijna altijd mannen. We zien figuren in vreemd en vaak luguber verwrongen houdingen, met een maar net herkenbare grimas ergens in de chaotisch aangebrachte verfmassa. Het gevoel van onwerkelijkheid wordt nog eens versterkt door het contrast met omringende kleurvlakken, meubilair en andere objecten, die veel conventioneler zijn geschilderd.

Vervangende huid

Lucian Freud, die volgens geruchten bij zijn vriendinnen veertig kinderen verwekte, was een kleinzoon van Sigmund Freud. In de jaren dertig vluchtte hij met zijn (joodse) ouders uit Berlijn naar Engeland, waar hij in kleine kring eerst naam maakte met portretten in een glad geschilderd magisch-realistische stijl.

Lucian Freud, 1922-2011 Girl with a White Dog 1950-1, Oil paint on canvas, 762 x 1016 mm

In de jaren zestig werden zijn penseelstreken losser en vrijer, en uiteindelijk werd hij wereldberoemd als dé schilder van realistische naakten, uitgewerkt tot in de meest confronterende details, met verf in dikke lagen als een soort vervangende huid op doek. Freud werkte met een eigen kring van favoriete modellen, die in Engeland ook zelf celebrities werden.

Expressief-verhalend realisme

Ook Lucian Freuds manier van werken werd legendarisch. Wie voor hem poseerde, verplichtte zich om voor maanden – en soms zelfs voor jaren – een paar keer per week uren stil te zitten, terwijl de schilder minutenlang naar een plek van lichaam of hoofd staarde en dan één verfstreek zette. Toch heeft Freuds 60-jarige loopbaan een groot oeuvre aan indrukwekkende doeken opgeleverd.

Paula Rego, The Family, 1988, Acrylic paint on canvas backed paper, 2134 x 2134 mm Marlborough International Fine Art

De derde grote ster in All Too Human is Paula Rego. In 1935 geboren in Portugal is zij van de generatie direct na die van de School of London. Ze studeerde aan de Londense Slade School of Fine Art, een belangrijk bolwerk van realistische schilderkunst waar ook Sickert ooit doceerde. Ze kreeg les van Lucian Freud, en trouwde met een medestudent, de schilder Victor Willing.

Pas nadat Willing in 1988 aan multiple sclerose overleed, ging Rego zelf serieus schilderen, in een kleurig, expressief-verhalend realisme. In haar taferelen zien we figuren gebaseerd op mensen in haar eigen omgeving, verwikkeld in alledaagse huiselijke complicaties. Wat nou precies ‘mannelijk’ is en wat ‘vrouwelijk’, is van meet af een van haar belangrijkste onderwerpen, waarvoor ze een heel arsenaal aan kleding en accessoires gebruikt. Ook de ster van Paula Rego is tot internationaal grote hoogten gerezen; voor latere generaties Britse schilders werd zij een belangrijk rolmodel.

All Too Human: Bacon, Freud and a Century of Painting Life – Tate Britain in Londen, t/m 27 augustus, tate.org.uk

Ook in Londen

Andreas Gursky, Redefining Photography – HaywardGallery (onlangs geopend na een opknapbeurt van 24 miljoen pond), t/m 22 april, southbankcentre.co.uk

Azzedine Alaïa: The Couturier – Design Museum (sinds vorig jaar in een nieuw gebouw gehuisvest), van 10 mei t/m 7 oktober, designmuseum.org

Tacita Dean, Landscape – Royal Academy of Art (onlangs gerenoveerd voor 54 miljoen pond, 70 procent meer expositieruimte), t/m 12 augustus, royalacademy.org.uk

Picasso 1932 – Love, Fame, Tragedy – Tate Modern,t/m 9 september, tate.org.uk

 

Delen