Nieuw speelveld
Huisarts Niels Rossen maakte wat los met zijn pleidooi dat huisartspraktijken niet kleiner maar groter moeten worden. De huidige roep om verkleining van de huisartspraktijk kan met het tekort aan huisartsen nooit tot een werkbare oplossing leiden, stelt hij. Bovendien is het de vraag of de patiënt die de huisartspraktijk bezoekt altijd door een huisarts hoeft te worden gezien. Bij de discussie hierover merkte Rossen op Twitter op: “Wat mijns inziens leidend moet zijn in de vraag wie de patiënt ziet, is wie de kwaliteit van zorg kan bieden die dán nodig is. Dat is dan vaak niet de huisarts zelf meer…”.
Helemaal raak. Ik zou zelfs nog een stap verder willen gaan door te stellen dat het niet altijd meer de huisarts generalist hoeft te zijn. Naarmate meer zorg verschuift naar de eerste lijn, zal de huisarts meer en meer moeten concluderen dat hij keuzes moet maken. De ene huisarts vindt diabeteszorg interessant, een tweede cardiovasculaire zorg. Een derde heeft zich gespecialiseerd in kleine chirurgische verrichtingen. Een volgende huisarts wil zich sterk maken voor preventie. Weer een andere richt zich op ouderenzorg en werkt samen met de specialist ouderengeneeskunde.
Dit maakt het aannemelijk dat we in de toekomst twee groepen huisartsen hebben: de huisarts generalist en de huisarts specialist. De huisarts generalist verwijst de patiënt dan naar een gespecialiseerde collega op het moment dat het antwoord op een zorgvraag zijn competentieniveau overstijgt. En dan is het handig als die in dezelfde praktijk werkt, samen met de andere eerstelijns zorgaanbieders die ook een rol spelen in het bieden van de zorg “die dán nodig is”. En daarmee is het ook logisch dat die praktijk veel groter zal zijn dan nu.
19 reacties
Ha Frank,
Nóg een stapje verder! We hebben het niet meer over ’n huisartsenpraktijk. Eerder een coöperatieve vereniging van inhoudelijk specialisten en generalisten (waaronder ook huisartsen) die ‘wijk/omgeving/regio’ gericht werken. Laagdrempelig, gericht op gezond maken en houden. Met breed palet aan diagnostische tools (substitutie 2e lijn) en wérkelijk geïntegreerd werkend ook op deze wijze worden gefinancierd. Wil ik graag aan werken dat dat er komt. Lijkt me geweldig.
Joshua van Rooij
23 mei 2018 / 11:36O ja, graag. Helemaal met je eens.
Frank van Wijck
23 mei 2018 / 11:38Ik weet het niet, Frank. Huisarts-specialist klinkt me een beetje als inefficiënt gebruik van de primaire deskundigheid van huisartsen: Triage en risico-beoordeling. Er is natuurlijk een bepaald body aan door huisartsen goed diagnostiseerbare en behandelbare pathologie. Maar naarmate pathologie minder prevalent is in de eerste lijn moet een huisarts-specialist ten opzichte van een medisch specialist onevenredig meer effort gaan steken in zijn “specialisme”. Ik denk dat daarmee relatief méér van de primaire HA-deskundigheid verloren gaat dan er aan specialistische deskundigheid in de wijk gewonnen wordt.
Ik denk dat Rossen in de basis gelijk heeft met zijn pleidooi voor schaalvergroting en taakdifferentiatie in de eerste lijn. Dat is: ik denk dat de noodzakelijke sterke vergroting van het aantal huisartsen door terug te keren naar kleinschaligheid en het vak zo weer aantrekkelijk te maken, teveel tegen de maatschappelijke stroom inzwemmen is. Maar wat we dan aan pathologie in die “taakgedifferentieerde” eerste lijn van Rossen onderbrengen, moet m.i. worden beperkt tot hetgeen past in het min of meer traditionele huisarts-domein. Om te voorkomen dat huisartsen worden overvraagd op kennis waarvoor ze in de basis niet zijn opgeleid, en om te voorkomen dat de rol van brede risico-beoordelaar (en, zo je wil, de rol van “zorg-vertrouwenspersoon”) in de wijk te dun bezet raakt.
Wat m.i. wèl een heel belangrijke toevoeging aan het team in de wijk actieve zorgprofessionals zou zijn: Medisch specialisten. Haal die mensen voor een deel van hun tijd naar de brede wijkklinieken van Rossen (en van Rooij, zie de reactie hierboven) en je kunt er véél gespecialiseerd (maar nog steeds laagcomplex) werk aan kwijt. Ze kunnen dan bovendien een rol spelen in de vakinhoudelijke supervisie op bepaalde categorieën POH’s. Dat lijkt me nu ook vaak een stressfactor voor huisartsen.
Ivo Knotnerus
23 mei 2018 / 12:45Als huisarts-waarnemer werk ik 2 dagen / week als generalist en 2 tot 3 dagen als gespecialiseerd (huis)arts en steriliseer ik mannen. Deze combinatie bevalt me prima, ‘werkt ook’ en ik voel me er prettiger bij dan toen ik praktijkhouder was. Het kan dus!
Jurriën Wind
23 mei 2018 / 18:58Juist Jurriën, het kan dus. En het zou me niets verbazen als veel jonge en aankomende huisartsen voor die variant kiezen. Het vak verandert, daar past ook een verschuiving in werkopvatting bij.
Frank van Wijck
23 mei 2018 / 19:43Goh.. in Schotland werkte in in een groepspraktijk met 6 huisartsen en 15000+ met ieder naast een generalistisch stuk inclusief het jeugdzorg/consultatiebureau deel, ook een specialistisch deel; zowel in de huisartsenpraktijk als in het naast gelegen ziekenhuis. De één met extra aandacht voor de longziekten, ander de ggz zaken etc.
Geen onderlinge concurrentie maar samenwerking en daar kwam geen zorgverzekeraar aan te pas.
G K Mitrasing
23 mei 2018 / 22:00door snel typewerk wat weggelaten…
G K Mitrasing
23 mei 2018 / 22:07Mooi voorbeeld Glenn. Ik denk overigens niet dat de aan- of afwezigheid van de zorgverzekeraar er in dit verband iets toe doet. Het staat of valt met de bereidheid om samen te werken en de grenzen van je eigen kennis te erkennen.
Frank van Wijck
23 mei 2018 / 22:49Het laatste klopt Frank: mijn sterilisatiepraktijk heb ik opgezet zonder hulp / ondersteuning van de zorgverzekeraar. Het gaat om ‘het eigen geloof erin’ en het enthousiasme ervoor.
jurrien wind
24 mei 2018 / 08:28Wel degelijk alles met financiering te maken Frank. Gewoon loondienst en differentiatiemogelijkheden die door de NHS werden geboden. Hier is dat lastig met nep-zelfstandigheid en patatzaaktarieven van de NZa. Ook Jurrien weet dat de tarieven voor zijn behandelingen zo naar beneden geschroefd kunnen worden. Meerwerk voor minder..
G K Mitrasing
24 mei 2018 / 10:30Ja, ik weet inderdaad dat de tarieven naar beneden kunnen worden bijgesteld maar dat weerhoudt mij er niet van deze stappen te zetten. Heeft te maken met ‘vertrouwen in, geloof in eigen kunnen en enthousiast zijn voor…..’
jurrien wind
24 mei 2018 / 11:07Is het per se meerwerk of is het toch vooral een andere invulling van je werk? En leg eens uit alsjeblieft hoe het zit met dat naar beneden bijstellen van die tarieven? Dat de tarieven lager zullen zijn dan in het ziekenhuis lijkt mij in ieder geval logisch, een ziekenhuis is ook een duurdere setting.
Frank van Wijck
24 mei 2018 / 13:16Anderen dan ikzelf bepalen het tarief ‘vasectomie’. Wanneer die anderen vinden dat ik de ingreep ‘voor minder’ moet uitvoeren, dan heb ik me daar als behandelaar aan te houden. Want anders pleeg ik een economisch delict. Ik ben dan wel zelfstandig ondernemer maar anderen trekken aan de (financiële) teugels waardoor ik me dus in een afhankelijke positie bevind.
jurrien wind
24 mei 2018 / 13:43Iedereen verkeert in een afhankelijke positie. Ondernemers kunnen failliet gaan, werknemers kunnen worden ontslagen. En freelance journalisten kunnen te horen krijgen: “Het gaat slecht met het blad, we verlagen de woordprijs”. Je hebt gelijk dat je je daardoor niet laat tegenhouden.
Frank van Wijck
24 mei 2018 / 14:21Beste Jurrien, Dat is wel erg klassiek denken, ‘economisch delict.’ Ik denk dat jullie dit als collectief zouden kunnen oppakken. De kunst is om met goed doordachte voorstellen te komen richting overheid, NZA en verzekeraars. Je kunt er donder op zeggen dat verzekeraars voortdurend zullen afdingen. Dus laat dat niet gebeuren maar bepaal als collectief zelf een die minimaal kosten dekkend is en voor langere tijd houdt. Een vasectomie is door decennia heen wel steeds goedkoper geworden omdat het ooit ‘in den beginne’ van de verrichting in een klinische opname, al snel dagopname werd, toek snel even poliklinisch en straks in de eerste lijn…dit geldt voor alle behandelingen…
Henk Handlogten
25 mei 2018 / 22:22@Handlogten:
” Met de zgn. kleine bagatel wordt geregeld dat afspraken tussen ten hoogste acht
ondernemingen niet onder het kartelverbod vallen indien hun gezamenlijke omzet niet
hoger is dan EUR 1,1 miljoen.
Huisartsen kunnen hiermee niet uit de voeten. De grens wordt al met ongeveer drie
praktijken overschreden. Bovendien is de geoorloofde krachtenbundeling zo klein,
dat het geen gewicht in de schaal legt tegenover de zorgverzekeraar. De verzekeraar
trouwens, zal de zeer kleine groep huisartsen niet als onderhandelingspartner accepteren.”
E. van der Looij
27 mei 2018 / 14:37Beste Frank, een freelance journalist zit in een andere positie dan een praktijkhouder met personeel. Lonen omlaag van mensen die 20+ jaar al voor je werken? Mag niet eens.
G K Mitrasing
27 mei 2018 / 17:22Beste Henk (Handlogten): overleg als huisarts (solo) met de zorgverzekeraar was (is?) bepaald geen sinecure. Mails, telefoontjes werden niet beantwoord, op herhalingen werd niet gereageerd. Binnen mijn beroepsgroep bestaat daar frustratie over en ik heb mij ook lange tijd niet serieus genomen gevoeld. Derhalve in 1e instantie ‘alles’ zonder zorgverzekeraar geregeld die nu – na lang aanhouden – mij toch een contract heeft gegeven (voor vasectomie)dat prima is. Ben er niet door ontmoedigd geraakt, maar weet dat dat collega’s wel is overkomen.
Jurriën Wind
27 mei 2018 / 19:48@Glenn: Dat verschil begrijp ik heel goed. Het begrip “afhankelijke positie” heeft voor iemand in jouw situatie een andere betekenis dan voor mij.
Frank van Wijck
27 mei 2018 / 22:07