Op de barricade


In kranten, op televisie, op sociale media, soms zelfs in rechtszalen; steeds meer zorgprofessionals slaan op de grote trom voor de gezondheid van mens en planeet. Waar komt dat activisme vandaan én wat levert het op?

Tekst: Martijn Reinink Beeld: Tamar Smit

Zorgverleners luiden noodklok voor klimaat en gezondheid’. ‘Ook huis- en tandartsen klagen tabaksindustrie aan’. ‘Caring Doctors strijdt voor plantaardig’. Zomaar wat koppen uit diverse media. Harde cijfers zijn niet voorhanden, maar (para)medici lijken steeds vaker buiten de spreekkamer hun stem te laten horen als het gaat om thema’s als klimaatverandering, duurzaamheid en leefstijl.

“Het is vooral de jonge generatie die opstaat”, valt Pim Assendelft, hoogleraar Preventie in de zorg bij het Radboudumc, op. “Dat zij zich publiekelijk zo uitspreken, is wel redelijk nieuw. Als ik vroeger als jonge huisarts wat riep, dan was er altijd wel een hoogleraar die op de rem trapte. Laat staan dat het lukte om in Den Haag aan tafel te komen. Nu maak je rumoer op social media of schrijf je een scherp blog. Met een beetje geluk wordt het opgepikt en zit je ’s avonds aan een talkshowtafel. Een week later worden er Kamervragen gesteld.”

‘Artsen leren niet de skills voor succesvol activisme’

Dat is niet de weg die Assendelft zelf gauw zou kiezen. “Dat past niet bij mijn karakter en mijn werk. Activistische collega’s richten zich vaak op one issue: of roken of bewegen of overgewicht. Dat is ook de kracht van activisme, maar ik ben breder georiënteerd en meer op systeeminnovaties gericht.” Wat niet betekent dat de hoogleraar niet blij is met deze collega’s. “De politiek is gevoelig voor de publieke opinie; een activistische inslag helpt zeker om thema’s te agenderen.

Preventie heeft de laatste vijf jaar veel meer aandacht gekregen door zorgverleners die Kamerleden aanspreken, die missies voeren met hun ideeën. Ik denk graag met hen mee en probeer bruggen te slaan tussen deze activisten en de gevestigde orde. Hoe kunnen we dingen in richtlijnen krijgen, regelingen tot stand brengen, van activistische uitspraken tot systeemverandering komen? Jonge enthousiastelingen hebben soms de neiging te denken dat er vanzelf geluisterd wordt, als je maar vaak en hard genoeg zegt hoe het moet. Maar mensen kunnen zich, zeker in de geneeskunde, selectief afsluiten voor onwelgevallige informatie. De gevestigde orde heeft belang bij de status quo. Dat is vertrouwd, daar zijn het systeem en de financiering op ingericht.”

Vies woord

Met ferme taal alleen verander je geen systemen, richtlijnen en curricula, stelt Assendelft, daarvoor heb je ook evidence nodig: “Dat er nu in het regeerakkoord 100 miljoen is opgenomen voor verbetering van preventie is deels te danken aan activistische zorgverleners. Zij maken de geesten rijp. Maar wil je de mensen bij VWS en het Zorginstituut overtuigen, dan is er bijvoorbeeld ook behoefte aan een white paper zoals wij die onlangs met de wetenschappelijke NFU-commissie Preventie hebben geschreven.”

Efraïm Hart, arts-assistent in het OLVG, doet promotieonderzoek naar gezondheidsactivisme. Al heeft hij bij aanvang van zijn PhD-traject wel getwijfeld over die benaming. “Omdat activisme toch een beetje een vies woord is. Men associeert het vaak met verf over een bontjas of schilderij en met een geblokkeerde A12. Maar activisme zit ’m ook in kleine, niet-radicale acties.”

Er bestaan verschillende definities van activisme. Hart gebruikt in zijn onderzoek de definitie van de Amerikaanse socioloog Brian Martin: ‘activisme is directe en merkbare actie die verdergaat dan wat conventioneel of routine is’. “In de geneeskunde hebben we veel te danken aan activisme. Toen Edward Jenner met de ontwikkeling van de eerste vaccinaties kwam, kon je dat gerust onconventioneel noemen. Hij stuitte op veel tegenstand in de samenleving, met name vanuit de religieuze hoek. Er werden zelfs spotprenten van hem gemaakt.”

”Activisme is directe en merkbare actie die verdergaat dan wat conventioneel of routine is’

De promovendus maakt onderscheid tussen radicaal en constructief activisme. “De meeste mensen doen wat van ze verwacht wordt, dat zijn de brave burgers, de brave dokters, die zitten als het ware in het systeem. Een constructieve activist meandert op de randen van het systeem, stapt er soms buiten en maakt bijvoorbeeld harde statements, maar werkt nog wel samen met het systeem om verandering teweeg te brengen. Een radicale activist begeeft zich buiten die grenzen, raakt losgezongen van het systeem en mist daardoor connectie en samenwerking. Denk aan iemand die de coronacrisis met de Tweede Wereldoorlog vergelijkt.”

Voor zijn onderzoek heeft Hart verschillende activistische artsen geïnterviewd, onder wie longarts Wanda de Kanter. “Zij is een voorbeeld van iemand die meandert op de grenzen van het systeem. Ze neemt duidelijk een standpunt in, klaagt de tabaksindustrie aan, maar verliest het systeem niet uit het oog.”

Voordat zorgprofessionals à la De Kanter de grenzen van het systeem opzoeken, doorlopen ze een proces. In zijn onderzoek onderscheidt Hart vijf stadia (zie kader), die aansluiten bij en/of overlappen met theorieën en modellen van sociologen. Vooral het vierde stadium bepaalt of iemand wel of niet de barricade opgaat. “

Op het moment dat je stelling neemt of in actie komt, kunnen collega’s of leidinggevenden hun ongenoegen uiten. Óf het blijft stil en je krijgt totaal geen bijval. Dat zegt vaak ook veel. In zo’n situatie haken de meesten af, maar het kan er ook voor zorgen dat iemand boos wordt en over de grenzen gaat.”
Of en in welke mate er weerstand komt, hangt samen met hoe onconventioneel een thema is en in hoeverre een standpunt afwijkt van de norm.

“Het systeem verandert continu, dus wat er op de grenzen van het systeem mogelijk is, verandert ook. Wie vijf jaar geleden ageerde tegen opwarming van de aarde, werd door sommigen gezien als klimaatdrammer. Nu is daar veel meer draagvlak voor. Maar wie nu zegt: ‘Het ziekenhuis moet veganistisch worden en we doen alleen nog havermelk door de koffie’, zal op veel weerstand stuiten.”

Niet zonder risico’s

Publiekelijk stevig stelling nemen, is niet zonder risico’s. Dat heeft Hart wel gezien in zijn onderzoek. “Ik heb een arts gesproken die op non-actief is gesteld en een aios die excuses moest maken na activistische uitingen. ‘Wie carrière wil maken in de medische wereld’, zei een van de artsen die ik sprak, ‘kan beter hard werken en niet te veel uit de pas lopen’.”

Dat lijkt haaks te staan op de CanMEDS-rollen, uitgangspunt voor bijna alle zorgopleidingen, waarin staat beschreven dat de zorgprofessional als ‘gezondheidsbevorderaar’ wordt geacht ook maatschappelijk te handelen. “Daarbij wordt juist benadrukt dat deze rol níet moet worden verward met activisme”, zegt Hart. “Mede daardoor leren artsen niet de skills die nodig zijn voor succesvol activisme, zoals lobbyen, omgaan met tegenwerking, aanvoelen wanneer ze over de grenzen van het systeem gaan.”

De promovendus vindt dat een gemiste kans, maar begrijpt ook de achtergrond ervan. “Bij het artsenvak hoort een bepaalde neutraliteit, zodat iedere patiënt zich veilig en welkom voelt. Dat kan in het geding komen als de arts zich publiekelijk uitlaat over maatschappelijk gevoelige thema’s. Maar activisme is wel krachtiger als het uitlatingen betreft over thema’s die raken aan het eigen expertisegebied. Zoals de cardioloog over voeding en de longarts over roken.”

Nieuwe generatie

Als artsen zich uitspreken, kunnen ze echt invloed hebben. Daarvan is ook hoogleraar Assendelft overtuigd. “We moeten niet onderschatten wat die witte jas nog altijd doet. Als je zelf arts bent, heb je dat misschien niet altijd in de gaten, maar ik ervaar het telkens weer als ik met beleidsmakers aan tafel zit: als je met casuïstiek komt, dan hangen ze aan je lippen. Daarom ben ik alleen maar blij met de nieuwe generatie bevlogen artsen die van zich laat horen.”

Gezondheidsactivisme

In zijn promotieonderzoek beschrijft arts Efraïm Hart de stadia die zorgprofessionals doorlopen voordat zij activistisch worden:

  • Awareness – door nieuwe ervaringen of kennis bewust worden van iets dat niet juist is of beter kan
  • Moral discomfort – psychologische staat van ongemak, volgt na bewustwording van een probleem dat niet strookt met de eigen morele waarden, en leidt tot het voelen van verantwoordelijkheid om daar iets mee te doen
  • Action – de staat van ongemak omzetten in acties binnen het systeem, dat kan op verschillende manieren
  • Resistance – er zijn verschillende vormen van tegenwerking: reacties in de vorm van berispingen of juist stilte; een omgeving die niet openstaat voor grotere problemen; risico’s voor de eigen carrière; een gebrek aan competenties voor succesvol activisme; interne weerstand, het gevoel van: mijn actie levert toch niks op
  • Activism – Ondanks vormen van tegenwerking meer doen dan wat er van je verwacht wordt, buiten de conventionele wegen

Delen