Opereren bij de huisarts

Met Phizi verplaatsen plastisch chirurg Gijs van Couwelaar en dermatoloog Martijn Meijs dermatologische ingrepen naar de huisartsenpraktijk.

In de Siilo-app kunnen huisartsen foto’s van huidafwijkingen van patiën­ten delen. Binnen een uur krijgen ze advies van een dermatoloog en plastisch chirurg. Het kan zijn dat de huisarts zelf een behandeling kan uitvoeren, dat een verwijzing naar het ziekenhuis nodig is óf dat een medisch specialist de ingreep moet doen; niet in het ziekenhuis, maar in de huisartsenpraktijk, waar hij één keer per week of in de twee weken laagcomplexe invasieve ingrepen verricht. Huisartspraktijken uit de regio kunnen horizontaal verwijzen naar de locatie waar deze ingrepen plaatsvinden.

Zo werkt het concept van Phizi, in 2015 bedacht door plastisch chirurg Gijs van Couwelaar (44, rechts op de foto) en verder vormgegeven met dermatoloog Martijn Meijs (50). Die laatste werkt in het BovenIJ ziekenhuis in Amsterdam, Van Couwelaar bij Ziekenhuisgroep Twente.

De twee ontmoetten elkaar tijdens een congres over huidoncologie en vonden elkaar in hun drang om laagcomplexe zorg efficiënter, patiëntvriendelijker en goedkoper te maken en onnodige zorg te voorkomen. “Als je wilt innoveren, kun je niet wachten tot alle lichten op groen staan, dan moet je gewoon beginnen”, zegt Meijs. “Binnen veilige marges uiter­aard – we houden ons aan alle richtlijnen en regels – en met flexibiliteit. Het concept is niet rigide, we willen constant leren en bijschaven. Ook al rijdt de trein al een tijdje, we kunnen zo een wissel pakken.”

Ze vonden elkaar in hun drang om laagcomplexe zorg efficiënter, patiëntvriendelijker en goedkoper te maken

De oprichters hebben van Phizi een stichting gemaakt, met een eigen Wtza-toelating. “De stichting moet in staat zijn zichzelf te bedruipen”, zegt Meijs. “Alleen zo kun je een duurzame en gezonde organisatie bouwen.” Van Couwelaar: “We doen dit omdat we de urgentie voelen; de zorgvraag voor huidkankers groeit, en we geloven dat dit een oplossing is.”

Om het tot een succes te maken, moeten ook andere partijen dat geloven, zoals ziekenhuizen, collega-specialisten, huisartsen en zorgverzekeraars. “Verandering is moeilijk”, zegt Meijs. “Veel mensen hebben de neiging vast te houden aan de status quo. Maar gelukkig komen we op allerlei plekken enthousiaste mensen tegen. Daar focussen we ons op.”

Van Couwelaar: “Om mensen te overtuigen is evidence nodig. Met subsidie van ZonMw hebben we een studie kunnen doen in de regio’s waar Phizi actief is, met mooie resultaten: nog maar 7 procent van de patiënten werd na consultatie verwezen naar het ziekenhuis, met 22 procent kon de huisarts zelf verder en 71 procent van de patiënten die anders waren doorgestuurd, werd door Phizi-specialisten behandeld in de huisartsenpraktijk.”

Niet opdringen

Mede dankzij deze resultaten hebben de oprichters behoorlijke stappen gezet. Zo hebben ze een vervolgbeurs gekregen van ZonMw en werken ze inmiddels met meerdere dermatologen, plastisch en oncologisch chirurgen die in elf huisartsenpraktijken ingrepen doen. En nu de roep om laagcomplexe zorg uit het ziekenhuis te halen steeds luider klinkt, lijken er volop kansen voor verdere groei. “Het is wel belangrijk substitutie niet op te dringen”, zegt Van Couwelaar. “Huisartsen moeten zelf ervaren dat ze op deze manier ontlast worden, dat ze ervan leren én dat het leuk is om zo samen te werken. Dat geldt óók voor artsen uit het ziekenhuis: ik vind het geweldig om een dagdeel in de week, op een andere plek en op een andere manier zorg te leveren.”