Petra Biewenga (1971-2015)

Op 21 september overleed op 44-jarige leeftijd Petra Biewenga, gynaecologisch oncoloog in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam. Zij werd in ‘haar eigen’ ziekenhuis behandeld. De goede zorg en empathie van haar collega’s waren daarbij een grote steun. Empathie was ook wat haar patiënten zo waardeerden in dokter Biewenga.

Tekst: Wout de Bruine

Toen er in september 2014 kwaadaardige tumoren aan haar galwegen werden vastgesteld, realiseerde Petra Biewenga zich direct dat de vooruitzichten slecht waren. Haar professionele ervaring bood haar in dat opzicht bepaald geen troost. Aan de andere kant hielp haar kennis van zaken haar volgens echtgenoot Henk Groothuis wel bij het ondergaan van de behandelingen. “Ze was sterk en nuchter en had geen irrationele verwachtingen van de kuren. En ze dacht actief mee over de behandelwijze.”

Petra Biewenga groeide op in Renkum en na het VWO in Arnhem studeerde zij geneeskunde in Groningen. In het AMC en het OLVG specialiseerde zij zich tot gynaecoloog. Vervolgens deed zij een fellowship in de oncologische gynaecologie, eveneens in Amsterdam. Sinds eind 2009 werkte Biewenga als gynaecologisch oncoloog in het Centrum voor Gynaecologische Oncologie op de locatie Antoni van Leeuwenhoek (AVL). Zij is in ‘haar eigen’ ziekenhuis behandeld.

Haar proefschrift droeg ze op aan haar twee jonge kinderen

De eerste serie behandelingen sloeg aan, zodat zij de tijd kreeg om het wetenschappelijk onderzoek, waar zij vele jaren aan had besteed, af te ronden met een promotie in mei 2015. Haar proefschrift Prognostic factors in cervical cancer droeg Biewenga op aan haar twee jonge kinderen, IJsbrand (2010) en Marin (2012). Ze gaf aan met haar onderzoek te willen helpen om een optimale behandeling van kanker te combineren met een zo goed mogelijke kwaliteit van leven. Speciaal aandachtsgebied daarin was de minimaal invasieve behandeling van gynaecologische tumoren.

Met haar onderzoek naar prognostische factoren van baarmoederhalskanker ging een aantal collega’s concreet aan de slag. Bij hun vrijwilligerswerk in Indonesië pasten zij bij de selectie van patiënten de bevindingen van Biewenga toe en inmiddels is de methode er ingevoerd. De familie heeft daarover een prachtige brief ontvangen van een naaste collega.

Vele brieven en andere steunbetuigingen tijdens de ziekte en rond de uitvaart, ontving het gezin ook van patiënten. Daaruit blijkt vooral de waardering voor de empathie die de zorgprofessional toonde. Dat zij geliefd was, blijkt ook uit het feit dat patiënten vaak veel moeite deden om de gegevens van de familie te achterhalen.

De gynaecologisch oncoloog ondervond ook veel steun van haar collega’s in het AVL. Ze was erg blij met de warmte en aandacht die zij van hen ontving. Op hun beurt waren de collega’s dol op Petra Biewenga. Volgens haar echtgenoot was het op de kuurdagen druk rond haar ziekenhuisbed met collega’s die even kwamen aanlopen en bloemen en kaarten afleverden. In het In memoriam van het AVL staat: ‘Vanaf het allereerste begin dat Petra bij ons kwam werken, nam zij een belangrijke plaats in binnen onze groep en was zij een duidelijke versterking van het team. Ze was kundig, had een grote chirurgische vaardigheid, was collegiaal en zeer proactief. Als vakgroep maakten wij zeer dankbaar gebruik van haar grote organisatietalent waardoor de continuïteit binnen de patiëntenzorg de grootste prioriteit had, maar waarbij er binnen de vakgroep ook ruimte werd gecreëerd om ons te richten op onderzoek en onderwijs.

Wij hebben veel respect voor de manier waarop ze met haar ziekte is omgegaan. Met het overlijden van Petra verliezen we een zeer gewaardeerde collega. Het zal moeilijk zijn om deze leegte op te vullen.’

 

Delen